VIETNAM

Good morning, Vietnam!

HOMEAZIËVIETNAM

Vietnam stond al lang op ons lijstje van vakantiebestemmingen. Het Aziatische VIETNAM viel de afgelopen jaren telkens uit de boot. Zonder echte reden. Ten onrechte. Vietnam heeft heel wat te bieden. Vriendelijke mensen. Prachtige cultuur. Magnifieke VIETNAMschappen.
De periode kiezen was moeilijk. De regio's van Vietnam hebben een zeer verschillend klimaat. Uiteindelijk reisden we in april 2009 naar de parel van Indochina. Over de bestemmingen waren we het snel eens: Hanoi, Halong Bay, Hue, Hoi An en Ho Chi Minh (Saigon). We zijn zeer enthousiast over onze eerste reis naar Azië. Vanuit de Mekongdelta in Vietnam reisden we verder naar Cambodja.

SCHIPHOL REVISITED

We zijn terug. Terug op Schiphol. Voor de derde keer op rij is de Amsterdamse luchthaven de vertrekplaats van onze reis. De vorige jaren naar Tanzania en IJsland, nu naar Vietnam en Cambodja.
De vlucht verloopt prima. Malaysia Airways biedt plaatsen met voldoende beenruimte. Dat betekent een hele slok op de borrel inzake comfort. Even overwogen we voor de twaalf uur durende vlucht in business class te boeken. Het prijskaartje besliste voor economy. Maar het valt dus nog mee. Zelfs het lange wachten op de luchthaven van Kuala Lumpur. Dan stijgen we op, richting Hanoi. We zien de Mekongdelta laag onder ons voorbij glijden. De rest van de vlucht zien we enkel een dik en grijs wolkendek. Terwijl de valiezen op de transportband kletteren, valt de regen met bakken uit de grijze wolken.
Chào mung ban đen Hà Nôi. Welkom in Hanoi.

TOP-10REISROUTE

  1.  Halong Bay, één van de mooiste landschappen ter wereld.
  2.  De drijvende markt van Can Tho, een gewriemel van jewelste.
  3.  De bijzondere keizerlijke tombes in Hue.
  4.  Opmerkelijke boottocht op de Parfum River.
  5.  De Oude Stadswijk van Hanoi met zijn ambachten.
  6.  Hoi An, een Zuidoost-Aziatische handelsstad uit de 15e eeuw.
  7.  Het godsienstig centrum My Son van de Champadynastie.
  8.  Waterpoppentheater, de oudste expressievormen van Vietnam
  9.  De charme van My Tho in de Mekongdelta.
10.  De belangrijkste bezienswaardigheden van Ho Chi Minh.

HANOI

Hanoi oogt als een provincienest. Oude huizen en vuile straten. In de gidsen wordt dit als authentiek vertaald. De regen spoelt de charme echter weg. Enkel de indruk van een mistroostige en verpauperde stad blijft over. Alles lijkt grauw.
Het verkeer in Hanoi is ronduit chaotisch. Scooters duiken van alle hoeken en kanten op. Stoppen doen ze niet. Motorfietsen zijn hét symbool van de nieuwe verworven welvaart. Duur betaalde welvaart. Het aantal verkeersdoden stijgt zienderogen. Weinig motorfietsers dragen een valhelm. Vietnamezen doen alles op een scooter, vertelt Kien, onze gids. Transporteren doen ze in elk geval letterlijk alles. Meubels, reuzegrote vazen, hokken met kippen, zelfs levende varkens. Ze snorren ons veel te snel met vier op een scooter voorbij. Gewoon waanzinnig. Onze chauffeur laveert tussen deze gekken rustig naar het hotel.
's Avonds dineren we in Flavours. We smullen van de Vietnamese loempia, noedels met venkel, lente-uitjes en vis en slurpen luid aan de groene thee. Zoals het hoort. Als bewijs dat het smaakte. Zo staat het toch in onze gids.

HALONG BAY

Onze chauffeur wacht geduldig om ons naar Ha Long te rijden. Het wegdek bestaat voornamelijk uit kuilen, scheuren en spleten. De weg wordt druk bevolkt door fietsers, voetgangers, brommers, kippen, kinderen en honden. De Chinese vrachtwagens scheuren rakelings voorbij. Het is niet verwonderlijk dat in februari een toeristenbus in het ravijn belandde. De rijrichting wordt afgedwongen. Toeterend en claxonerend.

Het hectische verkeer staat in schril contrast met het leven in de rijstvelden, net over de dijk. De boeren mennen de trage en logge ossen in de juiste richting. De dorpjes rijgen zich als kralen in een ketting aan elkaar. Hier en daar staan billboards. De typische communistische slogans en afbeeldingen zijn ingeruild door reclame voor Coca-Cola en lokale huisvestingsprojecten.
In de late voormiddag rijden we Bai Chay binnen. We schepen in op de Emeraude voor een tocht op Halong Bay. Unesco klasseerde de baai als werelderfgoed. Volgens de legende ontstond dit natuurwonder toen een draak met zijn staart dalen en ravijnen vormde.
Het zicht vanop de authentieke Emeraude is uniek. Bizarre rotsformaties stijgen dramatisch uit de zee. We varen langs drijvende vissersdorpen. Krakende houten hutten, die nauwelijks een storm weerstaan. We houden halt om één van de tientallen grotten te bezoeken. De rotsformaties zijn door het insijpelende water volledig uitgehold. Spookachtige rotsformaties dalen het plafond van de grot af. De avond valt en de zon kruipt achter de heuvels. De Emeraude gaat voor anker in een rustige baai. Enkele gasten kanoën naar een nabijgelegen parelkwekerij. De dag wordt afgesloten met een vertoning van de Oscarwinnende film Indochine, die gedeeltelijk in Halong Bay werd gefilmd.
Een zonovergoten terras verwelkomt de volgende ochtend. Onder de stralende zon stomen we terug naar ons vertrekpunt. Bij het ontschepen kijken we verwonderd op dat ook presidentskandidaat John McCain aan boord was.

TERUG IN HANOI

In volle zon oogt Hanoi mooi, charmant, authentiek. De gidsen hebben dan toch gelijk. De hoofdstad Hanoi is traditioneler, soberder en minder onderhevig aan de openstelling voor het Westen. In het stadsbeeld zie je, naast de opkomende motorfietsen ook nog een traditionele fietskar of legergroene tropenhelm. Hanoi is niet het koud, communistisch bolwerk. De bewoners zijn ook niet gesloten en stug zoals het noorden van Vietnam al eens wordt afgeschilderd. De oude stad, met een wirwar van kleine straatjes, is een levendige metropool. Wat vervallen, maar charme te koop. Zo ook de riante villa's in de met bomen afgezoomde lanen. Je kan er de sfeer van de Franse koloniale tijd proeven.

We houden halt bij het mausoleum van Ho Chi Minh. Voor het gebouw defileren tientallen militairen in gala-uniform. Eerbetoon aan de vrijheidsstrijder en revolutionair icoon bij uitstek. Het Ba Dinhplein is waanzinnig groot. En vooral leeg. De Vietnamese vlag is van een buitensporig formaat. We hebben geen geluk. We worden niet toegelaten in het mausoleum, waar het gebalsemde lichaam opgebaard ligt in een gekoelde kist. In de Tempel van de Literatuur bezoeken we de tempel van Conficius, de muziekzaal en de fraaie Khue Van Cacpoort. We houden halt bij Hanois bekendste landmark, het statige operagebouw. We zetten ons leven op het spel en steken de straat over. Rechts en links zoeven de brommertjes ons om de oren. Blijven wandelen, maant onze gids ons aan.
We rijden door de Old Quarters. Het is de beste locatie om je onder te dompelen in het pure Vietnam. Alle ambachten en handel zijn in dit stadsdeel geconcentreerd. Zeshonderd jaar geschiedenis. Gebald op enkele vierkante hectometers. Pure charme voor de toerist, rauwe werkelijkheid voor de Vietnamezen. In dit oude stadskwartier heeft elke ambacht zijn straat. De zijdeleveranciers klitten samen in Hang Gai, de schoenmakers in Hang Dau. Er is een drukte van jewelste. Het lijkt wel dat iedereen die een tafel en stoel heeft, handel drijft. Messieur, madame, cartes postales, roepen ze ons toe. Verbazingwekkend als je weet dat de communisten gedurende veertig jaar alle private handel verboden. Maar Vietnam groeit, groeit aan een hoog tempo.
De dag sluiten we af met een eeuwenoude expressievorm van de Vietnamese cultuur. In het waterpoppentheater brullen draken terwijl sierlijke dansers de show stelen. Na de voorstelling begroeten de spelers, die tot het middel in het water staan, het publiek. Applaus.

HUE

Verspreid in een fraai landschap ten zuiden van Hue liggen de graftomben van de Nguyenkeizers. Onze gids is wat in de war. We willen de graftombe van Khai Dinh bezoeken. Het staat niet op het programma. Maar klant is koning. Willen jullie twee of drie graftombes bezoeken? De onzekerheid slaat toe. Voor een bezoek aan een extra graftombe moeten we de inkom zelf betalen. No problem. Voor Tuan blijft het een probleem. Hij dreigt met het gewijzigde programma in tijdnood te komen. Hij durft het niet zeggen. De klant is hier echt koning. We stellen hem gerust. We beperken ons tot twee graftombes en wisselen gewoon. Hij is duidelijk opgelucht. De graftombe van Khai Dinh combineert Europese en Vietnamese bouwstijlen. Honderd trappen voeren ons naar de tempel. Het borstbeeld van de voorlaatste Nguyenkeizer kijkt over de vallei uit. Een niveau lager houden levensgrote beelden van civiele en militaire mandarijnen de wacht. We dalen de trappen af terwijl de chauffeur van onze komst verwittigd wordt. De airco gekoelde Toyota wordt voorgereden. Portieren worden voor ons geopend. We wanen ons koningen.

We wandelen naar de graftombe van Minh Mang. Kinderen verkopen bananen. Tienduizend Dong voor acht (kleine) bananen. Minder dan één dollar! We maken een praatje. Maken een foto. De vrouw is bijzonder vriendelijk. We wandelen verder. Sir, Madame, bananas? We tonen onze zak bananen en zeggen sorry. Maybe later? is het guitige antwoord. Twee donkere, fonkelende ogen staren ons na. De graftombe is indrukwekkend. Het complex omvat meren, tuinen en verschillende gebouwen. De grafheuvel torent boven de omgeving uit. We dalen af naar de oever van de Parfumrivier. We varen terug naar Hue. Langs de oevers wonen vissers en landbouwers. Op de rivier baggert de bevolking naar zand. Voor de bouw van woningen. Met primitieve middelen. We meren aan bij de Thien Mupagode. Monniken bidden in het Boeddhistische complex.
Dineren doen we die avond amper. De vierde avond op rij Vietnamese gerechten is te veel van het goede. Onze keel wordt toegeknepen. We vertellen het aan Tuan. Eerst slaat hij in paniek. Dan maakt paniek plaats voor bezorgdheid. Hij maakt een afspraak met het reisbureau. De vriendelijke manager staat ons te woord. Hij stelt voor onze volpensionformule van lokale keuken te wijzigen naar halfpension in de hotels. Western food! OK? komt aarzelend en vol spanning over de lippen. Ze zijn opgelucht dat we akkoord gaan. Tevreden klanten zijn belangrijk. Bovendien is er nog het probleem met het hotel. We moeten de tweede nacht naar een ander hotel verhuizen. We krijgen wel een upgrade naar een suite. Wij zijn tevreden met de excellente service.
Hue was de hoofdstad van het keizerlijke Vietnam. Bijzonder fraai, ondanks de verwoestingen tijdens de Indochinese Oorlogen. De Citadel is in 1993 door de Unesco tot werelderfgoed uitgeroepen. We betreden de citadel via de indrukwekkende Ngo Monpoort. Fraaie vijvers en tempels. We gaan verder naar de Verboden Stad. Restauratiewerken zijn volop bezig. Reeds vijftien jaar. Geld en middelen ontbreken. Jammer. Het is een bijzonder mooie site. We genieten van de uitleg van Tuan. Verhalen over de keizers, de eunuchen en mandarijnen. Over de enorme bronzen Dynastieke urnen. U-u-r-r-ne tracht hij in bijna volleerd Nederlands te herhalen. Het is een pientere jongeman. Hij verbaast ons met zijn ruime kennis en beperkt zich niet tot de obligate toeristische wetenswaardigheden.

HOI AN & MY SON

In Danang bezoeken we het museum over de Chamcultuur. De Cham heersten over Vietnam van de zevende tot de 13de eeuw. Alle tentoongestelde altaren, beelden en zandstenen voorwerpen werden gevonden in de nabijgelegen Chamsteden, waaronder Tra Kieu, Dong Duong en My Son.
Het is bloedheet als we Hoi An bereiken. Tuan heeft nog een verrassing voor ons in petto. We worden vergast op fruitsla en een koel drankje. Aangeboden door het huis. Met een geweldige glimlach er bovenop.
We doorkruisen de twee vierkante kilometer grote Oude Wijk van Hoi An. We bezoeken de Chinese tempel, bekijken het Chinees-Japanse interieur van de oude Kapel van de familie Tran en luisteren naar de geschiedenis van de stad in het armtierige stedelijk museum. Tuan begeleidt ons door de markt. Vissers en boeren spreiden hun koopwaar ten toon. Bescheiden stalletjes in een niet al te fris ruikende omgeving. Enkele westerlingen laten zich verleiden om in één van eetstalletjes aan tafel te gaan. Ons krijgen ze niet zover. De Japanse Brug sluit de wandeling af.
Het Golden Palm Hotel is indrukwekkend, onze kamer gewoonweg schitterend. Om zeven uur staat Tuan ons al op te wachten. Hij wil ons begeleiden naar het restaurant en zich ervan vergewissen dat alles naar wens is. Het avondmaal smaakt verrukkelijk. Tuan is tevreden.

We kunnen "uitslapen". We trekken pas om halfnegen naar het religieus bolwerk van de Cham. My Son werd ontdekt door de Franse archeologen in de 19de eeuw. Nu prijkt de site op de lijst van het Unesco Werelderfgoed. Van de twee hoofdtempels is er nog maar één intact. De bakstenen werden minutieus op mekaar geplaatst, zonder voegen. Ze doorstonden eeuwen de tand des tijds. Bewerkt, om begroeiing van mos te weren. Je ziet duidelijk het verschil tussen de eeuwenoude bakstenen (zonder mos) en de nieuwe (met mos). We worden vergast op een hevige plensbui. We schuilen terwijl buiten de hemelsluizen geopend worden. Binnen kunnen we genieten van traditionele Chamdansen en -muziek. De bui is over. Even snel als ze gekomen is. We dringen dieper de jungle in. De tweede tempel is door de Amerikanen platgebombardeerd. Het was een schuiloord voor de Vietcong. Jammer dat een deel van ons werelderfgoed aan oorlogen opgeofferd wordt. Het is bloederig heet. De vochtigheidsgraad ligt uitermate hoog. Zonder de minste inspanningen worden we al helemaal nat, van het zweet én van de vochtigheid. Het junglegevoel?

HO CHI MINSTAD

Ho Chi Minhstad heeft weinig te bieden. Drukke straten en smerige huizen. De stank is niet te harden. De uitlaatgassen van de honderden scooters grijpen ons naar de keel. We bezoeken de Japanse pagode. De geur van de wierookspiralen vult de ruimte. Roze gebedsvellen vullen de muur. Buiten zijn enkele toeristen verontwaardigd over de veel te vele vogeltjes in veel te kleine kooitjes. Te koop om meteen vrijgelaten te worden. Als offer voor Boeddha.
De Notre Damekerk is sober. Het in rode bakstenen opgetrokken gebouw is geïnspireerd op de Notre Dame van Parijs. Het waren dan ook de Fransen die de kathedraal lieten bouwen. Ook het hoofdstation van het voormalige Saigon is van de hand van de Fransen. Eifel ontwierp de vooral uit metaal opgetrokken stationskoepel. We geven wat uitleg bij de namen van Franse beroemdheden die de wand van het station sieren. Onze gids luistert zeer geïnteresseerd. Om aan de volgende toeristen te kunnen navertellen.

MEKONGDELTA

We verlaten Ho Chi Minh City. De volgende dagen verkennen we het zuiden van Vietnam dat door de machtige Mekongdelta gedomineerd wordt. Vietnam is de tweede grootste exporteur van rijst en het gros van de teelt wordt in de Mekongdelta verbouwd.
We varen op de Thieu Giang naar Turtle Island, waar een vissersgemeenschap leeft. We maken kennis met het dagelijkse leven van deze vissers. De vrouwen verwerken kokosnoot in allerlei snoepjes. We bieden onze vriendelijke gids wat snoepjes aan. Een grote glimlach en duizend maal bedank zijn het gevolg.

CAN THO & CHAU DOC

De volgende dag ontdekken we de drijvende markt van Can Tho. Vanaf vijf uur 's morgens verzamelen de marktkramers in de bocht van de Mekong. Om hun koopwaar te verhandelen. Elke dag. Wat ze verlopen wordt aan een bamboestok gehangen. Hier verhandelt enkel de groothandel. Particulieren kunnen hier niet kopen. Voor de toerist wordt wel al eens een uitzondering gemaakt. Tegen harde valuta.
Tussen de boten van de kooplui dobberen kleine bootjes. Zij verkopen drank of eten. Pho bo oftewel noedelsoep met rundsvlees, of kip. Als ontbijt. Het is druk. Er wordt onderhandeld en verhandeld. Geld glijdt van de ene naar de andere hand. Een echt spektakel.
Op weg naar Chau Doc rijden we door immense rijstvelden. De meeste rijstvelden staan kaal. De oogst is net binnen. De oogst voor de inheemse bevolking. Sneller volgroeid. Mindere kwaliteit. De rijstvelden worden klaargemaakt voor de grote oogst. Deze rijst groeit zes maanden alvorens men oogst. Voor de export. Chau Doc is een kleine wat miezerige stad. Gelegen tegen de grens van Cambodja.
De volgende ochtend staan we voor dag en dauw op. We snellen met de speedboot richting de Cambodjaanse grens. En verder naar Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodja. Voor het tweede luik van onze vakantie langs de parels van Indochina.
Tot ziens, Vietnam. Hęn gāp lai, Vięt Nam.