CAMBODJA

Uitzonderlijke archeologische sites.

HOMEAZIËCAMBODJA

Behalve littekens uit het verleden, heeft Cambodja ook één van de prachtigste archeologische sites ter wereld. De tientallen verbazend intacte tempels van Angkor Wat en Angkor Thom zijn voor ons de aantrekkingspool van dit land. We reisden vanuit Vietnam over de Mekong en Tan Chau naar Phnom Penh, waar we verbaasd waren over de pracht van het koninklijk paleis en onder de indruk kwamen van de gruwel van de Rode Khmer. Daarnaast bezochten we de primitieve leefomstandigheden in het drijvende dorp op het Tonlé Sapmeer.

TOP-10REISROUTE

  1.  De reusachtige, geheimzinnig glimlachende gezichten
       van de Bayon.
  2.  De verbluffend mooie Angkor Wattempel.
  3.  De fantastische basreliëfs van de tempel van Banteay Srei.
  4.  Beklemmend gevoel in het Tuol Sleng Museum.
  5.  De imposante zuilengangen van Angkor Thom.
  6.  Het indrukwekkende koninklijk paleis in Phnom Penh.
  7.  Kbal Spien en de sculpturen die de rivierbedding vormen.
  8.  De primitieve levensomstandigheden op het Tonlé Sapmeer.
  9.  De Ta Phrom-tempel uit 1186, overwoekerd door de jungle.
10.  Het onverwachte bezoek aan het Angkor Conservation.

PHNOM PENH

Onze gids staat ons al op te wachten als we aanmeren in Phnom Penh. Do you want to go to the hotel? Do you want to have lunch? Gedienstig als altijd, ook hier in Cambodja. Phnom Penh oogt helemaal anders dan Hanoi. Brede boulevards laten het verkeer geruisloos en vlot verlopen. De hoofdstad van Cambodja oogt modern, aantrekkelijk. Raffles Le Royal is verbluffend mooi. Het hotel is gehuisvest in een voormalig Frans koloniaal paleis. Hoge plafonds, spierwitte muren en antieke beelden.
We bezoeken het National Museum. Het huisvest kunstschatten van vijftien eeuwen Cambodjaanse geschiedenis. Van de Khmerkoningen tot het huidige Kampuchea, zoals Cambodja door de lokale bevolking genoemd wordt. Paul mag niet gidsen in het museum maar de (trage) uitleg van de museumgids is boeiend. Hij loodst ons door de zalen van de verschillende tijdperken. Wondermooie beelden passeren de revue. Verzorgd van vakkundig commentaar. We worden uitgenodigd een gift te schenken. We mogen in de plaats een wens uitspreken. Eén wens voor één dollar. We gaan gedwee op de uitnodiging in.

KONINKLIJK PALEIS IN PHNOM PENH

Het Koninklijk Paleis is ronduit schitterend. Paul, onze gids, leidt ons naar de ontvangstruimte voor buitenlandse gasten, laat ons een kijkje nemen in de privévertrekken van de koning en geeft uitleg bij de grote en overvloedig versierde urnen. We zijn verwonderd dat de paleizen nog intact zijn. Het schrikbewind van de Khmer Rouge heeft deze gebouwen gespaard, vertrouwt Paul ons toe. Enkel de hoofden van enkele Boeddhabeelden moesten eraan geloven. De koning had hier vier jaar huisarrest. Pol Pot liet de koning met rust.
De koninklijke pagode is gevloerd met massief zilveren tegels. Boeddha's in de verschillende typische houdingen (liggend, mediterend, beschermend, staand, ...) staan verspreid in het heiligdom. Allemaal in massief goud, velen belegd met indrukwekkende diamanten. We verlaten het Paleis via de koninklijke stallen. De stallen zijn nog intact, de olifanten werden door de Rode Khmer afgemaakt.

MUSEUM VAN VOLKERENMOORD

Het afslachten van de koninklijke olifanten is niet de enige wreedheid die de volgelingen van Pol Pot op hun kerfstok hebben. Zij joegen twee miljoen Cambodjanen de dood in. De grootste genocide ooit.
In het ondervragingskamp S21 zien we de gruwelijkheden van de Rode Khmer. In een voormalige school werden gevangenen gefolterd en ondervraagd. Daarna werden ze naar de Killing Fields gevoerd en met een hakmes of bamboestok de kop in geslagen. We worden er stil van. Kleine cellen, foltertuigen, mensonterende omstandigheden. Dit moet verschrikkelijk geweest zijn. We schatten onze gids midden de veertig. Hij moet het de genocide als kind beleefd hebben. Mijn vader en vier broers overleefden de werkkampen niet, vertrouwt hij ons stilletjes toe. Een onbehaaglijke stilte overvalt ons.

SIEM REAP

Het toestel van Bangkok Airways maakt een wijde bocht. We zien geen groene jungle, zoals we verwacht hadden. Enkel geel en bruin. Kaalgeslagen vlaktes, met enkel een paar struiken. Onder ons glijden simpele betonnen huizen voorbij, rommelig door elkaar. De piloot zet het toestel perfect aan de grond. Onze bagage laat niet lang op zich wachten. Taxi? Taxi! klinkt het. We zijn het al gewoon. Schichtige kereltjes willen ons begeleiden naar hun taxi. We moeten hen ontgoochelen. Onze gids wacht ons al op. Mr. and Mrs. Vandenbempt? We knikken. Een brede glimlach verschijnt op het getaande gezicht van de man. We rijden langs de bescheiden, betonnen woningen. Fietsen, bromfietsen, omgebouwde bestelwagentjes en af en toe een volgestouwde ossenkar kruisen ons. Welkom in Siem Reap, de uitvalsbasis voor wie naar de Verloren Stad Angkor wil. Dan wordt de weg breder, de omgeving groener. We worden verwelkomd in Sofitel Angkor Wat, ons stukje paradijs voor de drie volgende nachten.

TONLÉ SAP

Het Tonle Sapmeer is het hart van Cambodja. Het driehonderd kilometer lange en wel zeventig kilometer brede meer biedt het nodige water voor de rijstteelt. Daarnaast voorziet het de Cambodjanen van vis.
We bezoeken het drijvende dorp van vissers en viskwekers. Verstomming slaat toe. We vergapen ons aan de primitieve omstandigheden waarin de dorpelingen leven. Woningen van bamboe, wat hout en golfplaat op stinkend en vervuild water. We dobberen tussen de onooglijke huisjes. Armtierige omstandigheden. Een krottenwijk, drijvend op water. In het regenseizoen staat het Tonle Sapmeer tot tien meter hoger. Het water is dan properder, vertelt Mr. Hok, onze gids (zijn voornaam in onuitspreekbaar). Om vervolgens gedurende zes maanden te vervuilen tot de smurrie waarop wij nu varen. En waarop de dorpelingen moeten leven.

ANGKOR CONSERVATION

We houden halt bij het Angkor Conservation. Onze gids zeult ons mee naar hangars en opslagplaatsen. Door kieren in de hekken zien we tientallen beelden uit Angkor. Vier bewakers spelen met de kaarten. Ze kijken zelfs niet op als we passeren.
Of we de beelden willen zien? Natuurlijk. Onze gids spreekt een bewaker aan. Een korte, hevige discussie is het gevolg. Ten dollar. You can see it. We knikken. De poort zwaait open. Voor ons staan honderden beelden, hoofden van Boeddha's, basreliëfs en levensgrote leeuwen. Netjes genummerd en geïnventariseerd. Wachtend op restauratie. Tien eeuwen oude kunstvoorwerpen van de Khmer. We mogen ze bekijken, betasten, foto's nemen zoveel we willen. Een wereld opent zich voor ons.

(GEEN) ZONSONDERGANG BOVEN ANGKOR

In de late namiddag leveren we ons over aan Angkor Wat, hét meesterwerk van de Khmer. Niet voor een uitgebreid bezoek. Daarvoor is de tijd te kort. We willen de zonsondergang meemaken. We beklimmen de hoofdtempel en nestelen ons in de laatste zonnestralen van een ondergaande zon, die de jungletoppen rood kleurt. De wolken gooien roet in het eten. Ze verbergen de zon. Ze onthouden ons een mooie zonsondergang boven Angkor Wat. We blijven op onze honger.
Op de terugweg naar de auto worden we door jonge souvenirverkopers omsingeld. Want to buy? Just a dollar! galmt het in koor. De jonge meisjes vinden het leuk dat we even de tijd nemen om te praten. Ze lachen smakelijk en giechelen. Ze pakken trots uit met hun toeristen-Engels. One, two, three, four, five, … ratelen ze snel af. We willen wel iets kopen. I was first, sir! klinkt het ontgoocheld als we voor de brede armband opteren. Twee donkerbruine reebokogen staren ons vertwijfeld aan. We smelten. En kopen ook haar armbandjes. Just for one dollar.

KBAL SPEAN

Het pad naar Kbal Spean slingert steil naar boven. Bezaaid met keien en boomwortels. Het bovendien broeierig warm. Het kwik klimt net niet boven de veertig graden. Na een uitputtende tocht(je) door de jungle toont onze gids fier het koninklijk bad. Het is versierd met reliëfs en beelden. De waterval klettert een tiental meter naar beneden. Een aantal Cambodjaanse gezinnen maken van de feestdagen (Cambodjaans Nieuwjaar) gebruik om een familie-uitstap te maken. Twee jonge snaken klampen ons aan. Can we take a picture? Enkele jonge Cambodjanen willen met ons op de foto. Waarom niet? denken we. Het fototoestel klikt en klikt. Eerst worden we samen vereeuwigd. Dan willen ze nog apart op de foto. Samen met Martine.
Eens terug beneden smaakt het koele water heerlijk. Zelden hebben we zo gesnakt naar de verkoeling van de airco.

BANTEAY SREI & TA PROHM

Het afgelegen Banteay Srei of Vrouwencitadel is opgetrokken in roze zandsteen. Het is overvloedig versierd met gedetailleerd snijwerk. Het is geen koninklijke tempel. De beeltenissen van de goden in de verzonken nissen zijn bijzonder mooi. We botsen terug op het Zwitserse koppel dat we in Chau Doc en op de boot naar Phnom Penh ontmoetten. Zij zijn de laatste dag in Angkor. Zij blijven wel nog voor een korte strandvakantie in Maleisië. We nemen afscheid. Wellicht voor het laatst.
De tempelcomplexen van Ta Prohm en Banteay Kdei werden door de jungle terug opgeslorpt. Het ooit zo machtige Ta Prohm werd door de kapokbomen overwoekerd. De bomen bieden ons wel bescherming tegen de sterke zonnestralen. Een jonge kerel biedt reisgidsen aan. Very cheap, sir. Only eight dollar. Het is een gekopieerde versie van de Lonely Planetgids van Cambodja. We bedanken beleefd.

ANGKOR THOM

Het bezoek aan Angkor Thom wordt nog even uitgesteld. We bezoeken eerst de tempels Preah Khan en Neak Pean. Hok bouwt de spanning langzaam op.
Dan is het zover. We passeren Angkor Wat. Rijden voorbij een laan met bomen. De begroeiing wordt steeds dichter en dan plots ... even schrikken. We donderen haast van de achterbank van de jeep. Hoog tussen de boomtoppen richt een reusachtig stenen hoofd zijn blik naar beneden. Koud, sereen glimlachend, ongenaakbaar, uitdagend. Het is één van de vier reuzengezichten boven de oude toegangspoort van de Grote Stad. Angkor Thom, de Grote Stad. Rond de stadsomwalling lag een gracht vol gevaarlijke krokodillen. Om belagers af te schrikken. Die zijn er nu niet meer. Enkel toeristen belagen nu deze fascinerende stad. Ooit telde de hoofdstad van het Khmerrijk meer dan honderdduizend inwoners (Parijs telde toen nauwelijks dertigduizend bewoners). De stad telt vijf poorten, elk met een brede toegangslaan, afgezoomd met goden en demonen. Op elk van de indrukwekkende poorten zien we de geheimzinnig glimlachende gezichten.

Wellicht naar de beeltenis van koning Jayavarman himself. Ik kom nog steeds onder de indruk van de glimlachende reuzen, vertrouwt Hok, onze gids, ons toe. En voor we goed en wel bekomen zijn van onze eerste ervaring met de Angkor-fascinatie, doemt achter de bocht alweer iets anders op. Een op eerste gezicht vormeloze, donkergrijze hoop stenen, een opeenstapeling van tientallen torens. Steeds hoger reikend. De schoonheid van de stenen ontdekken we pas als we afstappen. Weer vallen ons dezelfde uitdagende gezichten op, met halfgesloten ogen en een mysterieuze glimlach. Tweehonderd fascinerende gezichten, lukraak geplaatst op de 54 torens van het Bayon, een heiligdom dat Jayavarman in Angkor Thom liet bouwen. Overal zien we de basreliëfs met scènes uit het dagelijkse leven, staren mysterieuze ogen ons aan.
Het is verbazend hoe goed deze wonderlijke bouwwerken bewaard zijn gebleven, gevrijwaard van plunderaars en van de verschrikkelijke pletwals van de Khmer Rouge. De Baphuontempel met zijn liggende Boeddha, het Olifantenterras, het terras van de Leprakoning, ... Het is maar een greep uit al de pracht dat Angkor Thom te bieden heeft. We kuieren rond, verlaten de grote wegen en laten ons gedwee meeleiden door onze gids. We wandelen langs tempels en de oude stadsmuur.
Angkor Thom is maar een klein gedeelte van de Verloren Stad van Angkor, dat rond 900 gebouwd werd. Vijfhonderd jaar later werd Angkor belegerd door Siam. The Khmer had to flee to the southeast. Bij de grote rivier Sap vestigden ze hun nieuwe hoofdstad, Phnom Penh, vertelt onze gids. De jungle heroverde de Grote Stad. Het zou tot 1860 duren alvorens de Franse avonturier Henri Mouhot de eerste ruïnes ontdekte. In 1992 werd Angkor opgenomen op de UNESCO-werelderfgoedlijst en terug voor toerisme geopend.

ANGKOR WAT

Angkor Wat is zo een honderd jaar ouder dan de Grote Stad Angkor Thom, die we de dag voordien bezochten. Angkor Wat is tegelijkertijd een tempel voor de god-koning Vishnu, mausoleum, observatorium en grote verzamelplaats. Inmiddels is de majestueuze tempel een boeddhistisch heiligdom, een spiritueel baken, vergelijkbaar met Rome voor de christenen. Het zijn trouwens boeddhistische monniken die Angkor Wat al eeuwenlang beschermen tegen invallers en natuurgeweld.
Ook vandaag is Angkor Wat immens en eindeloos. Het heiligdom straalt ook een fascinerende geborgenheid uit, een zalige rust. We vergapen ons aan de galerijen en portieken, regelmatig slurpend aan het flesje water. Wie in Angkor rondreist kan de koele verfrissing van simpel water waarderen. We wandelen langs de tempels en bewonderen het kantwerk van de basreliëfs. Gebeeldhouwde slangen en leeuwen staren ons aan. Hemelse danseressen showen hun blote buiken. Demonen trekken ten aanval in gedetailleerde strijdtonelen en allerlei oude Khmer-legendes.
Dit is eindigen in stijl.
Tot ziens, Angkor. ជួបគ្នាឆាប់ៗនេះប្រទេសកម្ពុជា។ (chuobaknea chab nih bratesa kampouchea .)