ZUID-AFRIKA

Trektocht door de regenboognatie.

HOMEAFRIKAZUID-AFRIKA

"O, leeg en prachtig land, so moeilijk te delen. So opgedonner, verskeur en vertrap soos hy is, so onbegryplik is sy bekoring." Het zijn de laatste woorden uit de roman Het beloofde land van Adriaan Van Dis.
In een poging die onbegrijpelijke bekoring te vatten, trokken we in juli 2001 dwars door Zuid-Afrika. Het was onze eerste reis naar Afrika. Het zwarte continent bekoorde, had ons in zijn ban. We denken graag terug aan de onvergetelijke ontmoeting met een leeuwenfamilie in Tangala, aan de vriendelijke mensen, aan de trektocht langs de Tuinroute, de beklimming van de Tafelberg, ...
Ontdek dit fantastische land via ons verhaal en onze foto's. (Zuid-)Afrika heeft alvast óns hart veroverd.

TOP-10REISROUTE

  1.  Ontmoeting met leeuwen in Tangala.
  2.  Opwinding bij het zien van “onze” eerste neushoorns in het wild.
  3.  Close encounters met de bultrugwalvissen in Plettenberg Bay.
  4.  Fantastisch uitzicht vanop de Tafelberg.
  5.  Dwalen door het onvergetelijke Krugerpark.
  6.  De overweldigende natuur van Blyde River Canyon.
  7.  De bekoorlijke pinguïns van Boulder Beach.
  8.  Relaxen in wijngaarden rond Stellenbosch.
  9.  Trektocht door de Drakensbergen.
10.  Plezante dag op de struisvogelboerderij.

VOOR HET EERST IN AFRIKA

Na een prima verlopen nachtvlucht zetten we voor het eerst voet op Afrikaanse bodem. Nooit eerder waren we op het zwarte continent. De vriendelijkheid van de lokale zwarte bevolking staat in schril contrast met de goed bedoelde -maar voorlopig althans onterechte- waarschuwingen van onze kennissen voor de Zuid-Afrikaanse (zwarte) medemens. Gedienstig wijzen ze ons de weg naar het AVIS-kantoor, dragen onze valiezen of laden onze auto in. Al zal de met veel dank aanvaarde fooi er ook wel toe bijdragen hebben.
Terwijl we Witbank achter ons laten en Middelburg doorkruisen stijgt het kwik tot tegen de vijfentwintig graden. Het is een zeer aangename dag, die zich wel anders aankondigde. Bij de landing in Johannesburg wees de thermometer net drie graden aan (ook 's avonds, als de temperatuur tot zowat het vriespunt afkoelde, ondervonden we dat het winter was).

BLYDE RIVER CANYON

De zon is amper aan de horizon verschenen als we Graskop verlaten en richting de Blijde Rivier Canyon stevenen. Graskop is het cemtrum van de houtbouw. Langs de wegen zien we dan ook zwartgeblakerde velden, volwassen sparren en jong aangeplante bossen, getuigen van de grootste bron van inkomsten van de streek.
De Pinnacle Rock torent zo’n 60 meter boven de flanken van de Canyon uit. Bizar dat de rotsformatie de tijd doorstaan heeft. De grillen van de natuur zijn ondoorgrondelijk.
Even verder, bij God’s Window, krijgen we een schitterend panorama te zien. Het hoogtepunt van het Blyde River Canyon National Reserve is ongetwijfeld de Three Rondavels. De drie bergtoppen lijken op de hutten van de oorspronkelijke bewoners van de streek en de aanblik is prachtig. Diep in de canyon mondt de Blijde Rivier uit in een stuwmeer, gevormd door de Blydepoort Dam. Het uitzicht is adembenemend.

LOKALE MARKT IN HAZYVIEW

Hazyview is één van de grotere steden van de regio. Van een stad hadden we ons wel wat meer voorgesteld. Met de beste wil van de wereld kan je er niet meer dan een winkelcentrum, markt en omliggende woonwijken van maken, die vooral in de heuvels rondom centrum gesitueerd zijn. Op de markt wanen we ons voor het eerst echt in Afrika. Wij zijn zowat de enige blanken die er rondlopen. We slenteren langs de tientallen kraampjes die allen hetzelfde aan de man willen brengen: tomaten, uien, sinaasappelen en bananen. We laten ons meeslepen door de ritmische klanken die uit de luidspreker van een winkeltje galmen. We laten ons verleiden tot de aankoop van een muziekcassette met gospelmuziek. In het enige bankkantoor dat de stad rijk is, innen we één van onze reischeques. Het is meteen een ervaring van jewelste. Na twee kopieën van de identiteitskaart, het doorlopen van wel vijfentwintig schermen en een kleine tien meter papier, staan we een dik half uur later terug buiten. Voor deze service durven ze ons dan nog veertig Rand (tweehonderd veertig frank) aan te rekenen.

TANGALA

Terwijl de Afrikaanse ritmes uit de boxen galmen, rijden we naar Tangala. Langs de weg lopen honderden kinderen, allen getooid in een of ander schooluniform. ‘Ergens’ moeten we de weg verlaten en aan de poort van het Tangala Park de ranger ontmoeten. Een uur later en dertig kilometer meer dan voorzien bereiken we uiteindelijk onze bestemming.
Voor de eerste game drive worden we vergezeld door de heer des huizes en nog enkele Australiërs. Binnen het halfuur staan we oog in oog met een kudde neushoorns. Onze gastheer had beloofd ons de big five te laten zien en wenst zich aan zijn woord te houden. Hij wordt wel nerveuzer naarmate de zon dieper zakt en de horizon roder kleurt. Even verderop graast een kudde buffels. De opluchting is zijn gezicht af te lezen. De avond valt nu snel. We zien we geen hand meer voor de ogen. Boven ons verlichten duizenden sterren de hemel. In de lichtstraal van de jeep zien we een luipaard. De Australiërs kunnen hun opwinding niet onderdrukken. De gids maant ons aan tot stilte. We volgen de nachtelijke jager. Een luipaard zien is niet voor iedereen weggelegd. Fototoestellen flitsen en camera’s rollen.
Even later stoten we op sporen van een kudde olifanten. Na nerveus heen en weer gerij krijgen we uiteindelijk de achterblijvers van de kudde te zien. Twee volwassen en een jonge olifant vervolgen onverstoorbaar hun weg terwijl onze begeleider alle moeite doet om ze met zijn lichtstraal te pakken te krijgen.

LEEUWEN IN TANGALA

Gisteren hebben we hier leeuwen gespot, zegt onze begeleider. Wellicht blijft het stel nog een tijd in de buurt rondhangen. We zien verse sporen van leeuwen. We volgen de sporen tot aan een waterpoel. Van achter een takkenbos schrijdt een leeuwin naderbij, gevolgd door drie speelse welpen. Op nauwelijks enkele meter voor onze ogen komt de leeuwin zich laven aan de poel, terwijl de zes maanden oude welpen met mekaar spelen om vervolgens de koelte van de schaduw op te zoeken. De leeuwin trekt de aandacht door zacht te brullen. Twee mannetjesleeuwen komen op het gejammer af. Een derde leeuw komt de groep vervoegen. We zijn getuige van een enig tafereel. Hij wordt als een koning onthaald. Een uur hebben we oog in oog gestaan met de majestueuze dier, de koning van het dierenrijk, een onvergetelijke ervaring. Terug in het kamp genieten we na van het spectaculaire schouwspel en van een stevig ontbijt. Terwijl we uitgewuifd worden, beloven we onze gastheren foto’s van de leeuwen op te sturen. Onze reis kan al niet meer stuk.

KRUGERPARK

We rijden het Kruger Nationale Wildpark via de Orpen Gate binnen. We zijn verwend door de ontmoeting met de leeuwen in Tangala. Toch is de schoonheid en elegantie van een impalakudde of voor de voeten (wagen) gelopen te worden door zes reuzen van giraffen even aantrekkelijk.
Al snel verlaten we de geasfalteerde weg en zoeken de dust road op. We trekken dieper het Krugerpark in en zien een olifant, overvloedig veel impala’s, een aantal zebra’s en wildebeesten en een enkele kudu. Meer krijgen we niet meer voor onze lens.
We staan voor dag en dauw op. We reizen op het ritme van het wild. We zijn nog geen kwartier van Satara verwijderd of langs de kant van de weg staat een olifant te grazen. Hij stoort zich absoluut niet aan het blauwe vehikel dat langs hem heen glijdt. Onverstoorbaar maakt hij het jonge boompje soldaat. Onze dag kon niet beter beginnen.
Het Kruger Park biedt naast het wild ook natuurpracht. We maken een ommetje voor een eeuwenoude Baobab Tree. Het is alsof tien bomen die te dicht bij elkaar geplant zijn zich tot een stam verstrengeld hebben. Verder vertakt de stam zich tot grillige takken en twijgen.
We verlaten de hoofdbaan en zien op het einde van een bocht een luipaard. Het enig mooi volwassen dier nodigt ons als een model uit om een foto te maken. Ik durf niet te dicht te naderen en maak een eerste foto. Bij de voorzichtige poging om dichter te komen, neemt hij de biezen. Toch vinden we het een fantastische ervaring.
We rijden richting onze slaapplek Skukuza, het grootste kamp van het Kruger Park. Een olifantenstier en -koe staan op de weg en beletten ons om verder te rijden. Vanuit de tegenovergestelde richting gaat de chauffeur van de witte Toyota al evenmin een confrontatie met deze kolossen aan. We nemen rustig de tijd om hen te observeren.
We staan terug voor dag en dauw. Bij de brug over de Sabie verwacht ik hippo’s te zien. We hebben meeval. Een hele nijlpaarden-familie heeft zich in de rivier ontmoet. Sommige dieren liggen er wat rustig bij, andere verzorgen hun sociaal leven en rollebollen met mekaar. Twintig minuten slaan we deze zeer logge, maar in het water beweeglijke en uiterst gevaarlijke dieren, gade. Tal van parkgangers volgen ons voorbeeld.
We volgen de rivier (de Sabie) richting het kamp Lower Sabie als we op een kudde leeuwinnen botsen. Zij komen links van ons uit de bush geslenterd en nestelen zich bij elkaar op het wegdek, vlak voor onze neus. Deze onverwachte maar fantastische ontmoeting wordt op een filmrolletje vastgelegd. De tien leeuwinnen richten zich wat later op en passeren links en rechts op nauwelijks enkele centimeters van onze wagen. Bij Martine breekt het angstzweet uit. Een klein halfuur vertoeven we in het gezelschap van de leeuwinnen. Dan verdwijnen ze in de sterke begroeiing, rechts van de weg.

BIG FIVE

De term Big Five is bedacht door jagers op groot wild en verwijst naar de vijf moeilijkste dieren in Afrika om te voet op te jagen (de leeuw, olifant, buffel, neushoorn en olifant). Deze dieren tijdens een safari spotten is niet gemakkelijk omdat ze niet zoveel voorkomen of omdat ze net heel lastig te vinden zijn.
Na twee dagen safari (in Tangala en Kruger park) hadden wij de big five reeds kunnen spotten. Zeker het zien van een luipaard tijdens een nachtelijke jacht was verbluffend. Ook de camouflage van een olifant is indrukwekkend. We stonden vrij dicht bij de eerste olifant die we in het echt zagen. Toch hadden we het kolossale dier amper opgemerkt. De ontmoeting met de leeuwen in Tangala was dan weer schitterend, alsook de onverwachte ontmoeting met de leeuwinnen bij het verlaten van het Kruger Park.

SWAZILAND

Vandaag verlaten we –al is het maar voor even- Zuid-Afrika. De Saddleback Pass leidt ons naar Swaziland, het kleine koninkrijk in het oosten van zuidelijk Afrika. Even over de top verandert de geasfalteerde weg in een zandweg. Deze onverharde weg slingert zich veertig kilometer door een onherbergzaam, maar schitterend landschap. Onderweg blijft de onzekerheid knagen of we wel juist zitten. Uiteindelijk worden we gered door het bord dat ons vertelt dat de grens met Swaziland nog slechts een tweetal kilometer voor ons ligt.
We rijden de monarchie van koning Sobhuza binnen. Het landschap is schitterend. Licht glooiende heuvels, uitgestrekte velden en ... verder niets meer. Het is wat kleurloos, mat en grijs. Mbabane stelt weinig voor en door de Ezulwinivallei zijn we door voor we het beseffen. Het is drie uur in de namiddag als we onze eindbestemming (Hhalangano) bereiken. We beslissen nog zoveel mogelijk kilometers af te malen. Via Piet Relief rijden we oostwaarts. De kilometers rollen onder ons voorbij. Uiteindelijk belanden we in Pongolo, waar we overnachten.

KWAZULU-NATAL

In dit vrij kleine wildpark Mkuzi houden we halt bij twee uitkijkposten. Antilopes, wildebeest en zebra’s komen zich laven aan de poel. De vrij schuchtere zebra’s zetten het bij het minste onraad op een lopen, maar komen telkens op hun stappen terug, aangetrokken door het drinkbare water. Terwijl we richting Hluhluwe rijden, vallen de eerste regendruppels op Afrikaanse bodem. De wind steekt sterk op en geeft de False Bay een wat treurige aanblik. We beperken ons bezoek tot een wandeling van een tiental minuutjes en rijden naar onze lodge.
De volgende ochtend is de zon terug van de partij. Na een stevig ontbijt rijden we naar het zuiden om het land van Shaka te ontdekken. In Gingindlovu bezoeken we de site waar een belangrijke slag geleverd werd. In het charmante stadje Eshowe stelt het National Historical Museum een aantal interessante historische objecten tentoon. In het domein Shakaland zijn we net op tijd om een traditionele Zuludans mee te maken. Zulukrijgers en -vrouwen zetten hun beste beentje voor om indruk op mekaar te maken.

HLUHLUWE NATIONAL PARK

We staan vóór dag en dauw op. We gaan op game drive naar Hluhluwe. Het is een erg mooi wildpark en we hebben geluk. Drie van de big five passeren onze route. De buffels staan als lammetjes te grazen, maar houden ons gedurende de volledige tijd scherp in het oog. Een neushoorn doemt rechts van ons uit het hoge gras op, passeert enkele tientallen centimeters voor onze wagen en verdwijnt, even vlug als hij te voorschijn kwam, terug het grasland in. We zijn te verrast en onder de indruk om een foto te nemen.
Op enkele kilometers voor de noordelijke poort van het wildpark graast een olifant langs de kant van de weg. We kunnen -of durven- er niet langs en moeten de kolos gewoonweg volgen. Een goede kilometer en een geduldig slakkengangetje later, ontmoet hij twee soortgenoten. Eindelijk kunnen we er langs want in Gazebo staat een ontbijt op ons te wachten en dat willen we niet missen.
In de namiddag trekken we terug door Hluhluwe. We genieten van de prachtige landschappen en horizonten, vervolgen we slingerend onze weg. Impala's en giraffen eten onverstoord verder als we langs rijden.
Een neushoorn kruist onze weg. Het kiekje laten we nu niet liggen. Enkele tientallen centimeters filmrol moeten eraan geloven. De saurus komt echter gevaarlijk dicht in onze richting en door de begroeiing langs de weg kunnen we niet draaien zodat we noodgedwongen achteruit moeten rijden tot de rhino beslist het grasland op te zoeken.

DRAKENSBERGEN

Het Champagne Castle Hotel heeft een schitterende ligging. We maken ons op voor de klim naar de Crystal Falls en de Sphinx. De vrij brede bosweg in de aangename koelte van de schaduw van de torenhoge eucalyptusbomen verandert al snel in een smal, langs bergwanden slingerend en met stenen bezaaid pad. De begroeiing wordt schraler en de zon maakt zich meester van de bergflank. De klim is steil en de zon brandt loodzwaar in onze hals. Moeizaam en zwetend bereiken we de Crystal Falls. De watervallen, die in de zomer rijkelijk water in het dal laten vloeien, stellen in het droogseizoen niet veel voor. We klauteren verder naar de hoger gelegen sphinx. De overhellende rots biedt een prachtig uitzicht op het dal en de hoger gelegen bergketen van de Kattin Pak. De klim heeft ons ruim anderhalf uur gekost maar het uitzicht is de inspanning meer dan waard.
Diep in het dal ligt het hotel waar we logeren, omringd door de prachtige tuin en dichtbeboste omgeving. Boven ons doemen de plateaus en pieken van de Champagne Castle, Three Sisters, Kattin Pak, Sterkhorn en Amphlett op. Zij heersen als reuzen over de omgeving.

LESOTHO

Via Bergville en de Oliviershoek Pass bereiken we Free State (de vroegere Oranje Vrijstaat). De Sterkfontein Dam creëerde een stuwmeer tussen de staatsgrens en Harrismith. De zon schittert en tovert de bergtoppen in het spiegelgladde water.
Even voor Foriesburg slaan we linksaf richting Lesotho. Aan de Caledonspoort steken we de grens over na de gebruikelijke stempels en visa gekregen te hebben. Lesotho stelt bitter weinig voor. Enkel de uitlopers van de Free State-bergketens kunnen ons bekoren. Ontgoocheld rijden we verder en steken terug de grens naar Zuid-Afrika over. We zijn (veel) vroeger dan gepland in Ladybrand en besluiten door te rijden en zo een extra dag te kunnen uittrekken voor de Tuinroute. Tegen de avond bereiken we Graaf-Reinet.

TUINROUTES

We steken de Storms via de Paul Sauer Bridge over. Hier start de mooie Tuinroute. Het Tsitsikamma National Park strekt zich tachtig kilometer langs de kust van de Indische Oceaan uit. Prachtige lagunes, spectaculaire klippen, de klotsende golven tegen de kustflanken en de monding van de Stormsrivier wisselen mekaar af. Ontegensprekelijk fantastisch is de boottocht op de Storms. De overmeestering van de branding, het opspattende water en het klotsen van de golven tegen de bootrand zorgen voor een spannende apotheose. Terug aan wal steken we de monding via een touwbrug over. Wiebelend bereiken we de andere oever van de Storms.
De weg naar het westen via de Bloukrans- en de Grootrivierpas kronkelt zich door Tsitsikammagebergte. Het levert knappe beelden op van idyllische dorpen (Nature’s Valley) en schilderachtige kuststroken.
Als afsluiter van de Garden Route bezoeken we de betoverende lagune van Knysna, dorpje dat echt op de kaart gezet werd doordat er een belangrijke ontdekking gedaan werd. In de Karatara River werd goud gevonden. Door deze bijzonder lucratieve vondst groeide het dorp in ijltempo.
De boottocht voert ons tot aan de Heads, de poort van de lagune. We bezoeken ook het Featherbed Reserve waar de enige blue duikers (een eigenaardig soort antilope) -weliswaar in gevangenschap- leven.
Al behoort de Garden Route zeker niet tot de absolute blikvangers van Zuid-Afrika, een reis aan dit magische land zonder de betoverende tuinroute bezocht te hebben, zou niet af zijn.

"CLOSE ENCOUNTERS" IN PLETTENBERG BAY

Plettenberg Bay is een mondaine badplaats. Met Ocean Adventures gaan we op ocean game, op zoek naar de kolossen van de oceaan. Na een kwartier op zee hebben we geluk. Voor ons doemt een bultrugwalvis op. Als we naderen bemerken we ook een kalf, zodat we de dieren gerust laten en hen niet verder storen. Wat verder stoten we op een kudde van vijf walvissen. De dieren zijn evenveel in ons geïnteresseerd als wij in hen. Nieuwsgierig zwemmen ze langs de boot. Het levert spectaculaire beelden en even fantastische foto’s op. We denken er niet aan wat deze kolossen van de zee (een walvis meet zo een dertig meter en weegt een goede zestig ton) met ons bootje (een kleine ton) kunnen doen. Het opspuitende water ten gevolge van het ademen, de duikende walvissen en de opduikende staartvinnen doen de vrees snel verdwijnen.
We verlaten de groep en volgen een eenzame walvis. De krachtige slagen van zijn staartvin laten grote ronde sporen in het water na. De walvis vergezelt ons een kleine kilometer en kiest dan voor het ruime sop.

OUDTSHOORN

De weg van Knysna via George naar Oudtshoorn slingert zich door het Outeniquagebergte. Oudtshoorn kende een boom midden de negentiende eeuw door de kweek van struisvogels. Niettegenstaande een gevoelige daling van de vraag naar struisvogels ligt het beestje nog steeds aan de grondslag van de betrekkelijke rijkdom van de streek. Toch moeten de struisvogelfarms zich gaan diversifiëren (groenten, veeteelt, …) om de omzet aan te houden. Toerisme is zeker één van de pijlers van het nieuwe business model.
De Hoopers hebben dit als geen ander begrepen en werkten het concept van de Oystrisch Show Farms uit. In een interessante uiteenzetting leren we dat er drie soorten struisvogels op een boerderij gekweekt worden. Koppels struisvogels leven twintig tot dertig jaar en zorgen voor het nageslacht. Andere vogels worden gekweekt voor het vlees en leer en worden binnen hun eerste levensjaar geslacht. Tenslotte worden ook struisvogels gekweekt voor hun pluimen. De beste pluimen geven zij tussen hun zesde en vijftiende levensjaar.
Na de toelichting komt het meest plezante gedeelte van de rondleiding aan bod. We tarten eerst het lot door het domein van een struisvogel te betreden. Bescherming zoeken we achter de brede schouders van de gids. We staan op de eieren zonder dat deze breken, mogen op de rug van de struisvogel plaats nemen en houden een weddenschap over de afloop van de struisvogelrace. Onze struisvogel speelt vals (hij keert halverwege terug) zodat we de weddenschap winnen. Edelmoedig als we zijn, schenken we de winst aan de jockey.

STELLENBOSCH

Franschhoek ligt er stralend bij. Het wijnstadje nestelt zich in de schoot van de omliggende bergen. We slingeren naar beneden, laten het centrum achter ons en rijden tussen de wijngaarden verder richting Stellenbosch.
Stellenbosch is kleiner dan we dachten. De stadswandeling zit er al snel op, maar Oome Samie se winkel, een vat vol kitsch en uitzonderlijke snuisterijen, is een toeristische attractie zonder weerga. We liegen niet als we zeggen dat Oom Samie se Winkel letterlijk ‘alles’ verkoopt. Deze winkel – een begrip in Stellenbosch en omgeving – bestaat al sinds 1904 en verkoopt pure jam, rooibosthee, poppen, tassen, oude boeken en tabak. Het is een waar instituut in de Zuid-Afrikaanse universiteitsstad.
’s Avonds dineren we in het Wijnhuis. De combinatie van wijnwinkel en restaurant is bijzonder geslaagd. De inrichting is heel apart, de pasta is om de vingers af te likken en de wijn is hemels. We betalen de rekening, die naar Zuid-Afrikaanse normen hoog is, zonder morren.

CAPE PENINSULA

We laten de uitgestrekte wijngaarden achter ons. De Atlantische Oceaan doemt als een machtig dier voor ons op, steeds in beweging en gigantisch uitgestrekt. De kustweg naar Simon's Town is betoverend mooi. De oceaan klotst krachtig tegen de scherpe rotsen of bespoelt zachtjes de goudgele stranden. Het prachtige natuurreservaat van de Kaap de Goede Hoop is een stukje ongerepte natuur. Alleen Cape Point is tot een toeristische attractie uitgebouwd. We nemen het treintje tot de top waar een lichttoren over de streek heerst. We vergapen ons vol bewondering aan het fantastische uitzicht over False Bay en de Atlantische Oceaan.
We wandelen naar Kaap de Goede Hoop. Op het slingerend pad, ver boven de oceaan uitstekend, heeft de wind vrij spel. Met moeite houden we ons recht terwijl de wind onmeedogend op ons inbeukt. Is de heenweg naar de Kaap de Goede Hoop nog enigszins te harden, de terugweg -vooral bergop- vreet aan onze krachten. We laten ons door een vriendelijke Japanner op de gevoelige plaat vereeuwigen op het meest zuidwestelijke punt van het Afrikaanse vasteland.
Bij onze wagen houdt een reuzengrote baviaan de wacht. De apen zijn vrij agressief. Eén van hen tracht een broodje uit de hand van een man te rukken, aan andere verovert een colabeker van een kind. We houden ons gedeisd, want deze grote apen hebben gevaarlijke hoektanden.

KAAPSTAD

De weg naar Kaapstad slingert zich langs de steile kust omhoog en omlaag. Meer dan eens houden we halt om van het landschap te genieten. De Chapman's Peak Drive, een betoverende weg langs de steile kust, is omwille van veiligheidsredenen afgesloten. We rijden dan maar via Constantia naar Kaapstad. Het ene na het andere landgoed rolt aan ons voorbij, het ene al grootser dan het andere. We trekken richting kust en laten de twaalf apostelen de revue passeren. Vervolgens rijden we naar Camps Bay, het Beverly Hills van Kaapstad met een prachtig strand en schitterende boulevards. Knappe villa's bekleden er de flanken van de Tafelberg. In Bantry Bay logeren we bij Luc en Els, Belgen die al enkele jaren in Zuid-Afrika wonen.

De volgende morgen is de wind gaan liggen. Toch is de kabelbaan nog niet open. In afwachting van een trip naar de top van de Tafelberg rijden we naar Blouberg waar het uitzicht op Kaapstad en de allesoverheersende Tafelberg enig mooi is. Ook op Signal Hill is het panorama dat aan onze voeten ligt onbeschrijfelijk. Robbeneiland ligt in de oceaan te dobberen. Het eilandje met de gevangenis waar Nelson Mandele vijfentwintig jaar van zijn leven sleet als politiek gevangene, trilt in de mist boven de kalme oceaan. Op het moment dat we de klim naar de zevenhonderd meter hoge Lion's Head willen starten, komt de kabelbaan in beweging. We haasten ons naar boven, steken zonder gêne drie bussen wachtende toeristen voor en staan enkele minuten later op de Tafelberg. Het uitzicht is adembenemend mooi. In het zuiden overkijken we het Kaapse schiereiland, Camps Bay en Bantry Bay. In het noorden hebben we een fraai zicht op het centrum van Kaapstad en Victoria & Albert Waterfront, Lion's Head, Signal Hill en Robbeneiand. De rust en stilte overheersen. Uren blijven we, zittend op een rots, van de natuur te genieten.
De prachtige dag wordt afgesloten in de overweldigende tuinen van Kirstenbosch. De Zuid-Afrikaanse winter ruimt pas het veld voor de prille lente en weinig planten staan in de bloei. Toch kunnen we ons de weelderige bloemenpracht levendig voorstellen. Enkel de protea's staan momenteel in bloei. De macro-opnames van deze prachtige bloemen zijn schitterend. De dieprode of frisse oranje kleuren blijven op het netvlies van onze ogen nazinderen.
Na zevenduizend kilometer trekken en rijden houden we het de laatste dag rustig. We slenteren langs de talloze winkeltjes van de gezellige mall van de Victoria & Alfred Waterfront, kiezen in het BMW-paviljoen onze volgende auto (een machtige zwarte 5-serie, uitgerust met zachtgele lederen zetels, een echt juweeltje) en gaan overvloedig lunchen op het zonovergoten terras van Quay Four. Alvorens de terugreis aan te vatten, drinken we nog een Witte van Hoegaarden in Den Anker, een stukje België in Zuid-Afrika.
(Zuid-)Afrika heeft ons hart gestolen.
Dag, Kaapstad. Sien jou binnekort, Afrika.