WESTKUST USA

Go West!

In juli 1996 maakten we onze eerste 'grote' reis. We trokken door Californië, Nevada, Utah en Arizona. Nadien liet de reismicrobe ons niet meer los. Aan de nationale parken houden we mooie herinneringen over : de grootsheid van de Grand Canyon, de onherbergzaamheid van Death Valley en de pracht van Bryce Canyon en Monument Valley. Als stad kon San Francisco met zijn spectaculaire Golden Gate Bridge ons bekoren.

SAN FRANCISCO

We bereiken Downtown San Francisco via de Bay Bridge. En al is San Francisco matig bedeeld met wolkenkrabbers omwille van het permanent aardbevingsgevaar, toch moeten we onze nek krommen om op te kijken naar de stalen en betonnen reuzen. San Francisco is op diverse heuvels gebouwd. We maken kennis met de typische steile straten in het stadsbeeld en zien in een flits één van de beroemde Cable Cars voorbij ratelen.
De volgende ochtend verwelkomt San Francisco ons gehuld in een donsdeken van mist. Het lijkt koud en het ís koud. Gewapend met pull en sweater trekken we erop uit. We wandelen naar Union Square. Bloemen en fonteinen, one-manshows en muzikanten, geld- en zitbanken, alles heeft zijn plaatsje op dit plein. We slenteren verder naar de Crocker Galleria, een driehoekige glazen passage met winkels en restaurants. Winkelende en flanerende mensen vormen hier normaal het decor, maar op dit vroege uur valt er geen kat te bespeuren.
We verlaten Downtown en begeven ons richting de kantoorreuzen van het Financial District, die elk aardbevingsgevaar moedig onder de ogen zien. De Transamerica Pyramid was eerst fel omstreden, maar inmiddels alom geaccepteerd. Overal lopen we fietsende koeriers tegen het lijf. Behendig op fonkelnieuwe citybikes of op van alle overtolligheden ontdane koersfietsen flitsen ze tussen de wagens door om zo snel mogelijk hun pakjes op het juiste adres te krijgen.
We beklimmen moeiteloos de steile Jackston Street, waar we alweer een ander stuk van San Francisco op ons wacht. De Cable Cars zijn één van de talloze transportmogelijkheden van deze stad. We bezoeken er de Cable Car Barn, een museum geweid aan deze ratelende voertuigen. Na de kennismaking met de geschiedenis van deze wagentjes maken we een ritje met deze tram. Het brengt ons tot op Russian Hill, waar we van een prachtig uitzicht op de baai en Downtown genieten.

REISROUTE

ONZE TOP-10

  1.  De kleuren van Death Valley.
  2.  De imposante Grand Canyon.
  3.  San Francisco met de Golden Gate Bridge.
  4.  De reuzenbomen van Sequoia National Park.
  5.  De eindeloze vlakte van Monument Valley.
  6.  De onwaarschijnlijke 'torentjes' van Bryce Canyon.
  7.  De ruïnes van de Anasazi in Canyon de Chelley.
  8.  De zeventien wondermooie mijlen van de 17 Miles Drive.
  9.  Boottocht op Lake Powell.
10.  Zion Kolob Canyon, de groene vallei van Zion.

We dalen af tot de Wharf Area. Het is er een drukte van belang. Een chocoladefabriek is omgetoverd tot Ghirardelli Square. Een trompettist met band houdt er de mensen in een goede stemming. We vervolgen onze tocht naar Fisherman's Wharf. Vroeger lag hier Haly Harbor. De oude vissershaven die nu omgebouwd is in een toeristenkermis. Het is er gezellig toeven. Luidruchtig genieten zeeleeuwen van de zon aan Pier 39.
Langs de Embarcadero bereiken we North Beach. San Francisco heeft nog slechts een imago van havenstad heeft. De grote winsten worden nu gemaakt in het naburige Oakland, waarvan de containerhaven San Francisco al lang als belangrijke haven heeft verdrongen. We beklimmen de Filbert Steps om puffend en hijgend Coit Tower te bereiken. We worden beloond met een prachtig uitzicht op de baai.
Alcatraz Island, de Golden Gate en de Bay Bridge. De hellingen van Telegraph Hill zijn omwille van hun rust en prachtige bay views een felbegeerde woonomgeving. Met de Red & White Fleet doorklieven we het zoet-zilte baaiwater. Begeleid door een elektronische gids maken we kennis met de geschiedenis van San Francisco. We stevenen naar de Golden Gate Bridge, maar zien weinig van de ongeveer twee kilometer lange brug. De mist overmeestert de baai en zijn omgeving. We keren het steven en stomen richting Alcatraz Island, genoemd naar de pelikanen die er ooit leefden (alcatreses is het Spaans voor pelikanen) en ook wel eens The Rock genaamd. Hier zaten beruchte gangsters als Al Capone en the birdman hun straf uit. De gevangenis gaat er prat op dat niemand ooit ontsnapte, al laten ons sommige films (o.a. Escape from Alcatraz) ons het tegendeel geloven.

We rijden over Golden gate Bridge. Uit de mist torenen de meters hoge steunpilaren voor ons op. Aan de andere kant van de oever stoppen we om te genieten van een fantastisch uitzicht. We nemen enkele kiekjes en trotseren de steile klim van Marin County. Het uitzicht is adembenemend.
Boven de fog die de hele baai met een donsdeken bedekt, torent de statige, rode Golden Gate Bridge uit. We fotograferen de prentkaart-panorama's vier keer, een vijfde keer, een zesde keer. Telkens nemen we ons voor dat dit het laatste fotootje is, maar telkens verleidt de betoverende schoonheid van San Francisco en zijn baai ons tot de allerlaatste foto.
We rijden naar Sausolito, een mondain jachthaventje aan de andere kant van de baai. We dwarrelen er tussen de jachten, bezoeken er enkele knappe kunstgalerijen en drinken onze dorst weg in één van de gezellige kroegjes. We keren terug naar San Francisco. De mist is opgetrokken en we zien de Golden Gate Bridge in zijn volle glorie. We sluiten de dag af met een bezoek aan de Seven Sisters, idyllische Victoriaanse huisjes in één van de meest romantische buurten van San Francisco.

17 MILES DRIVE

We rijden naar het zuiden via Highway 1, een van de meest populaire routes van de Verenigde Staten. Na een tweetal uurtjes bereiken we Monterey, de voormalige hoofdstad van de Golden State. We slenteren rond op Cannery Row, de beroemdste straat van Monterey. Namen als Canning Factory (blikfabriek) verraden dat hier vroeger sardines 'ingeblikt' werden. Via Pacific Grove rijden we naar de 17-Mile Drive. We genieten er van een ongeschonden wereld van bruisende baaien, schitterende kleuren en met de hand gemaaide golf courts.
We houden bij Bird Rock. We hebben ogen te kort om al het moois waar te nemen. Een soort eekhoorntjes bevolkt de rotsachtige kuststrook en komen uit Martines hand enkele chips-brokjes pikken. Op de rots die een dertigtal meters verderop boven de Atlantische Oceaan tornt, nemen tientallen zeeleeuwen en otters hun middagdutje.
We rijden verder naar de Lonely Cypress. Het is kenmerkend voor deze 15 kilometer lange kuststrook dat de oorspronkelijke natuur en de woeste vormen steevast een absolute perfectie tentoonspreiden, alsof ze door de best Hollywood-regisseur geënsceneerd werden. We verlaten deze Scenic route aan de oostelijke ingang. In Carmel kosten de stulpjes al gauw 15 à 20 miljoen dollar, vertellen ons de affiches in het plaatselijke immobiliënkantoor. In de Carmel Mission, een waar prentboekkerkje te midden van cactussen en weelderige plantengroei maken we een huwelijk mee. Voorwaar een voortreffelijke omgeving om mekaar eeuwige trouw te beloven.

KING'S CANYON & SEQUIOA NATIONAL PARKS

In Fresno, waar de groente- en fruitteelt de belangrijkste economische activiteit is, zijn grote hoeveelheden Mexicanen zijn neergestreken. We zien dan ook talloze cantinas en Spaanstalige reclameborden voor taco's en burrito's. Ze werken als landarbeiders op de eindeloze velden en tuinen. En natuurlijk op de rozijnenfarms. Bijna alle rozijnen van de States komen uit deze streek.
Vanaf Squaw Valley begint het traject naar King's Canyon door het Sequoia National Forest. De imposante bosweg richting Grant Grove voert door een landschap van steenklompen en dikke boomstronken die erbij liggen alsof ze er door een reuzenhand zijn neergelegd. We wandelen langs de torenhoge bomen naar één van de grootste sequioa's. De General Grant reikt met zijn takken tot in de hemel.
De rit naar Cedar Grove zorgt voor een verrassing. De sequoia's hebben plaats geruimd voor steile rotswanden, uitgeschuurd door de King's River. We stijgen tot boven de 6,000 feet om vervolgens een duik naar de golvende weiden van Zumwalt Meadow te maken.
Op de General Highway, die we na de terugkeer uit de Canyon in zuidelijke richting volgen, zorgen de torenhoge sequoia's voor schilderachtige taferelen. We houden halt bij Lost Grove, waar de sequoia's duelleren om de grootste en dikste te zijn. Een zoete mengeling van dennen- en harsgeur prikkelt onze neus. Het ruikt hier … gewoon lekker en vullen onze longen overdadig.

DEATH VALLEY

Naarmate we Death Valley naderen, wordt het landschap ruwer en desolater. Langs beide zijden van het dal doemen massieve, veelkleurige rotsformaties op. Zodra we de weg richting Death Valley National Monument opdraaien, trekt het wolkendek zich angstaanjagend toe. Enkele bliksemschichten voorspellen weinig goeds. Vijf mijl verder krijgen we een ware stortbui in de nek, die gelukkig niet lang duurt.
De rit naar het dal des doods doet denken aan een uitstap naar de maan, zo onwezenlijk, zo vreemd zijn de rotsformaties hier geschapen. Na een laatste klim over de Towe Pass bereiken we Stovepipe Wells Village. Een enthousiaste Ranger drukt ons op het hart de zonsondergang vanop Dante's View te beleven. We zullen later op de dag aan zijn wijze woorden terugdenken.
Eerst houden we halt bij de imposante duinen van Stovepipe Wells. Het is snikheet. Te warm voor Martine die even een appelflauwte heeft. Zabriskie Point is ongetwijfeld één van de hoogtepunten van deze uitstap. In onze reisgids lijkt de foto van Zabriskie Point getrukeerd en ingekleurd. Niets is minder waar. De rotsformaties lijken wel roomijsbollen van vanille (wit), pistache (groen), mokka (beige) en chocolade (bruin). Na een kronkelige, bochtige en steile weg arriveren we op Dante’s View. Het uitzicht is voortaan onuitwisbaar in ons geheugen geprent. Spijts het slechte weer is het de moeite waard. In de vallei strekt Badwater zich als een lang wit meer uit terwijl de zon langzaam ondergaat en de omgeving oranje kleurt.

LAS VEGAS

Voor we Las Vegas binnenrijden, houden we halt in Red Rock Canyon. Reusachtige rode rotsen liggen over het landschap verspreid. In Nevada ziet er alles netjes uit. De wegen lijken pas de dag voordien geasfalteerd. Nergens is een papiertje te bespeuren en de schilder is hier ook pas onlangs langs geweest. Wat een verschil met Californië!
We rijden via The Strip naar ons hotel en passeren The Mirage, Caesar's Palace en New York in opbouw. In Las Vegas is alles oversized. De Luxor, het hotel waar we zullen verblijven, is waanzinnig knap en we wanen ons farao's. Bij het invallen van de duisternis ontsteekt Las Vegas zijn skyline van spectaculaire lichtreclames. Elk hotel bouwt zijn eigen schijnwereld op: het oude Rome in Caesar's Palace, de farao's in Luxor. Maar de piramide van Luxor of het Circus Maximus zullen de tand des tijds niet doorstaan.
Ze zijn gebouwd uit piepschuim en PVC en creëren enkel een illusie, die vooral gokkoorts moet aanzetten. Want hier draait het uiteraard allemaal om: om geld, geld en nog eens geld.
In de voormiddag vereren we Hoover Dam met een bezoekje. Hoogspanningsmasten en -kabels doemen boven onze hoofden op. We houden halt bij Hoover Dam die de Colorado River stuwt en reguleert. We wandelen over de massieve dam en en verpozen op een terras naast Lake Mead.

ZION NATIONAL PARK

We trekken door de Valley of Fire, dat zijn naam alle eer aan doet. Vuurrode rotsmassa's zijn door de eeuwen heen slachtoffer geworden van warmte, wind en water. De natuurelementen vormden dit door erosie aangetaste dal om tot grillige vormen.
We dringen diep door in het Zion National Park en staan in bewondering voor Zion Kolob Canyon, waar we de groene vallei van Zion kunnen overschouwen. De vijf mijl lange klim naar een uniek uitzicht op de Kolob Terrace is fascinerend. Kolossen spreiden statig hun pracht voor ons uit.
In Springdale pikken we een veertig minuten durende Imax-show over Zion mee, die geen seconde verveelt. Geprojecteerd op een scherm van wel dertig bij vijftien meter voert het verhaal ons door de tijd en de seizoenen, neemt ons mee voor een kijkje in de imposantes canyons en verborgen dieptes. Een geweldige prent met spectaculaire beelden.

BRYCE CANYON

We verlaten Zion National Park via de Mount Carmell Pass. Een steile trip brengt ons naar de Carmel Lookout. De anderhalve mijl stevig klimwerk loont meer dan de moeite. We krijgen een blik op de groene vallei aan de voeten van hoge verweerde bloedrode rotsformaties. We rusten er even uit tot de hartslag weer een normaal ritme heeft aangenomen.
We vergapen we ons aan Bryce Canyon. Het nationale park slingert zich door bossen en uitgestrekte weiden. Aan de rand van deze bossen liggen de diepe canyons. De verweerde rotsformaties staan verticaal naar de hemel gericht. Het zonnelicht speelt met de grillig vervormde pieken. Dan begint het te regenen. Bij Rainbow Point is de neerslag zo hevig dat we moeten schuilen. De Natural Bridge heeft zijn naam wat ongelukkig verkregen, want het is geen brug maar een natuurlijke boog. Boog of brug, voor ons is het meer dan een fotootje waard.

LAKE POWELL

Halftwaalf. Oef, we zijn tijdig in Page aan Lake Powell om in te schepen. Eerst halen we documentatie in het Visitors center, waar we vaststellen dat het pas half-ELF is. Arizona volgt de Day Saving Time (= het zomeruur) en is dus een uur achter op Utah.
De cruise op Lake Powell valt reuze mee. Aan boord is er tijd om te zonnebaden terwijl postkaartpanorama’s aan ons voorbijtrekt. Twee mannen op waterjets volgen ons geruime tijd terwijl ze halsbrekende toeren en sprongen uithalen in de golven die ons schip ontwikkelt.
We houden halt bij de Rainbow Bridge. Het is een natuurlijk gevormde brug, die heilig is voor de Navajo-indianen. We dagen hun goden liever niet uit en besluiten maar om niet onder de brug door te wandelen. De zon brandt in onze nek als we terug richting ons schip wandelen.

MONUMENT VALLEY

Zover de horizon reikt, reikt ook de woestijn met zijn rode zand en hier en daar een struik of bescheiden boom. Te midden van deze desolate leemte rijzen de door wind en regen gebeeldhouwde monumenten ten hemel. De natuurelementen hebben Monument Valley geboetseerd. Ze zorgden voor prachtige panorama's. We worden getrakteerd op een windhoos en een stevige stortbui. Het klaart hier echter snel op en de zon verdrijft de laatste wolken. We rijden het nationale park in. Het uitzicht is adembenemend. De West en East Miller Batte schitteren in de zon. De verweerde rotsen lijken op twee handen.
Op het einde van de 16 mijl durende tocht rijden we onze bolide vast. Tot overmaat van ramp sluiten we ons ook nog buiten. Gelukkig staat Manitoe aan onze zijde en laat hij een rotsblok de ruit van onze wagen verbrijzelen. Martine achter het stuur en een stevige schouder tegen de auto helpen ons uit de benarde situatie. De sfeer is er even uit en we rijden naar ons hotel in Mexican Hat. We bellen er Alamo, waar men gewoonweg stelt dat we een nieuwe wagen kunnen oppikken bij de nearest office, dat zo’n vierhonderd mijl verder in Salt Lake City gelegen is. We kunnen de schade ook ter plaatse laten herstellen. Sneller gezegd dan gedaan in the middle of nowhere. We maken met een kartonnen doos, een stevige tape en veel goede wil het raam terug wind- en stofdicht maken. We behelpen ons zo drie dagen en ruilen in Palm Springs de wagen.

CANYON DE CHELLEY

Bij het buitenrijden van Mexican Hat zien we waaraan dit Indiaans dorp zijn naam dankt. In de uitgestrekte vlakte naast de weg balanceert een platte steen in de vorm van een sombrero (= Mexicaanse hoed, snap je) op een hoge stenen naald.
De lookouts aan de rand van de Canyon de Chelley bieden mooie uitzichten. Spider Rock is adembenemend. Driehonderd meter diep ligt de canyonvlakte waar de Spider Rock torenhoog bovenuit steekt. Bij de Sliding House Overlook zien we in de bergflank ruïnes van de Anasazi-indianen, de eerste bewoners van de canyons.
Tijdens het wachten maken we kennis met een Amerikaan wiens moeder ook een Belgische is en afkomstig van … Aarschot is. Als dit geen toeval is. It's a small, small world.
We rijden door het mulle zand richting Canyon del Muerto, krijgen uitleg bij de rotschilderingen en indiaanse ruïnes. Bij de Ledge Ruins houden we halt en pauzeren even. We dringen dieper door in de Canyon de Chelley. De White House Ruins werden gebouwd rond 1200 door de Anasazi die hier enkele eeuwen leefden. Waarom ze uiteindelijk de vallei verlieten, tasten de wetenschappers nog in het duister. Was het overbevolking of lag het aan klimaatsveranderingen? Who knows?&nbps; Na de zeer interessante uitstap dragen we de dag uit in het gezelschap van onze nieuwe kennissen. Onderwerpen zoals film, Amerikaanse en Europese gewoontes en reizen gaan over de tong. De nacht doet haar intrede als we afscheid nemen. We beloven Greg, de Amerikaan uit Ilinois, zeker naar zijn moeder te bellen (en Nederlands te praten), wat we dan ook prompt doen als we terug in onze kamer zijn.

GRAND CANYON

We verkennen de Grand Canyon in een Cessna, dat snel uit de startblokken schiet om na een sierlijke bocht richting de grote ravijn te vliegen. De eerste beelden zijn niet te beschrijven. Ruim duizend meter onder ons zoekt de Coloradorivier met zijn verschillende stroomversnellingen een baan naar Lake Powell en laat een brede kloof achter zich. De steen- en aardlagen kleuren de steile wanden van de Canyon rood, oranje en bruin. We ervaren de Grand Canyon als vogels. De vlucht van een klein uur is in een flits voorbij. Een uur om nooit meer te vergeten.
We dalen af tot in de buik van de Canyon. Via het Bright Angel Lodge Trail bereiken Indian Garden. De afdaling loopt als op wieltjes. Een dik uur wandelen we op het drie mijl lange traject. De terugweg is andere koek. We zwoegen, duwen, drinken en vloeken ons naar boven. Ruim twee uur later zijn we terug op ons vertrekpunt. Moe, maar gelukkig.
De tien minuten die we mogen meemaken vanop Yavahi-point zijn onvergetelijk. De opkomende zon kleurt de hemel die zich oostwaarts strekt helemaal oranje. A Perfect World, ware het niet dat een stel Franse tieners lawaai voor een heel leger maken. We laten er onze pret niet door bederven en fotograferen in de ochtenddauw en -koude de opkomende zon die met zijn zonnestralen niet enkel de dag inluidt maar ook de kilte stilaan voor een aangename warmte omruilt.

JOSHUA TREE NATIONAL MONUMENT

Bij het plaatsje Twenty Nine Palms bezoeken we het laatste nationale park van onze reis door de Verenigde Staten. Joshua Tree National Monument zal niet onuitwisbaar in ons geheugen gegrift blijven. Daarvoor zijn al de vorige ervaringen te magisch, te groots, te betoverend, te … . Toch is de vlakte met zijn honderden vreemd getakte Joshua-bomen, die het breekpunt tussen de Mojave- en Coloradowoestijn vormt, het bezoeken waard.
Bij het binnenrijden van Palm Springs via de Coachella Valley valt vooral het legertje windturbines op. Verder is alles groen en fris in deze stad in de woestijn. Het chique volk van Los Angeles heeft er zijn optrekje.

LOS ANGELES

Bij het binnenrijden van El Puebla de la Reina de Los Angeles sobre el Rio de la Porciuncula, of kortweg L.A., valt de uitgestrektheid van deze stad op. Geen echte wolkenkrabbers of hemelrijkende torens (op Downtown na) maar veel laagbouw bepalen hier het stadsbeeld. We volgen de autogolven verder richting Santa Monica waar we onze laatste dagen in de Verenigde Staten zullen doorbrengen. We trekken naar de Santa Monica Pier. De pier staat voor vermaak. Kermisattracties worden afgewisseld met eetkraampjes en kunstenaars. Er heerst een gezellige drukte. 's Avonds vindt er een concert plaats. De muzikanten zijn bezig met hun soundcheck en hun probeersels verstoren de rust. Links van de pier ligt het stuk van Santa Monica Beach dat als decor van Bay Watch dient. Waar zijn de fraai gevormde dameslichamen en de sportieve redders? We zoeken maar vinden ze niet.
We belanden in Venice, het eldorado van de geflipten. Hier zien we geen auto's. Men verplaatst zich te voet, op rolschaatsen, geföhnt, verwaaid, half ontbloot, alles kan en mag. We lopen langs kaartlegsters, handlezers, masseurs, tattoo shops, arme en haveloze, maar vooral knettergekke mensen.

HOLLYWOOD & BEVERLY HILLS

We trekken door Hollywood en Beverly Hills. In Hollywood gaan we op zoek naar de bekende letters tegen de bergflank. We krijgen ze verschillende keren in het vizier, bereiken doen we ze nooit. De Walk of Fame straalt geen glamour en glitter uit. Deze met sterren geplaveide straat reikt van Hollywood Boulevard tot Vine Street. Sharon Stone, Charly Chaplin en Gary Grant schuiven onder onze voeten door. We houden even halt bij de ster van onze favoriete acteur (Harrison Ford). Hollywood laat geen grote indruk na en we richten het steven naar Beverly Hills en Rodeo Drive, waar Pretty Woman Julia Roberts haar inkopen deed in de gelijknamige film. Rodeo Drive ligt erbij als in de film. Winkels van gekende modehuizen als Chanel en Yves Saint Laurent, waar een outfitje al snel ons maandloon zou opslorpen, passeren de revue. Beverly Hills beantwoordt aan zijn mondaine reputatie. Knappe villa's zijn er in fraaie parken en drives neergepoot.
We rijden voorbij het politiebureel waar Eddie Murphy menigmaal te gast was. Eens terug in Santa Monica genieten we nog een dik uur van het kilometerslange en tientallen meters brede strand. De zee (oceaan) is zeer wild en alhoewel ideale omstandigheden bemerken we geen surfers.

DISNEYLAND

Onze laatste vakantiedag brengen we door waar Mickey Mouse zo'n zeventig jaar geleden geboren werd, in Disneyland te Anaheim. Even voor negen staan al dikke drummen bezoekers aan te schuiven om het startschot voor another cheerfull day zeker niet te missen. Honderden hollen onmiddellijk richting Adventureland om als eerste in de sporen van Indiana Jones te kunnen stappen. Wij lopen de tegenovergestelde richting uit. Zonder noemenswaardige wachtrijen pikken we in Tomorrowland een ruimtetrip met Star Wars en een vlucht in SpaceMountain mee. De hele dag is een aaneenschakeling van avonturen en sprookjes in dit land waar je vandaag verlaat en binnenstapt in de wereld van gisteren en morgen om er vooral harde dollars te laten. Na elke attractie, rit of sprookjesverhaal kan je in een winkeltje allerlei gadgets kopen. En gekocht wordt er.
Niettegenstaande het enorme commerciële winstbejag amuseren we ons. Het Indiana Jones-avontuur of de bergspoorweg overtreffen toch de banaliteit van gewone kermisattracties. Er werd veel aandacht besteed aan de omgeving al geeft het park toch een verouderde en wat verwaarloosde indruk.
 
De terugreis verloopt volgens wens. Met Amsterdam in zicht beseffen we dat onze vakantie erop zit. Maar het is goed geweest. Na 20 uur vliegen, 4.500 kilometer rijden, 35 mijl wandelen en slenteren, 18 keer in- en uitchecken, tweehonderd duizend frank, veel wachten, tientallen onbeschrijflijke momenten, … zijn we terug op vertrouwde bodem.
Goodbye, America!