VALENCIA

De bakermat van de paella.

Valencia, dat is Spanje op zijn best.
Valencia staat hoog op het lijstjes van ideale citytrip: een relaxte sfeer, een warm zonnetje, lekker eten op leuke terrasjes, een mix van oud en nieuw, strand en natuur … Met maar liefst 300 zonnige dagen, fijne stranden en tal van historische bezienswaardigheden is Valencia de ideale bestemming voor een citytrip.
In Valencia vind je sfeervolle wijken, zoals El Carmen, Alameda & Colon, met statige huizen, kerken en kathedralen en een mix van bouwstijlen. Aan zee vind je de voormalige visserswijk El Cabanyal. De "Ciudad de las artes y las ciéncias" is één van de hoogtepunt van Valencia. Het is een enorm, futuristisch aandoend complex. Valencia ligt aan zee en vanuit het centrum wandel je in een dik halfuur naar het brede strand van de stad. Ook het mooie natuurgebied Albufera ligt dichtbij.
Natuurlijk kunnen we niet op de tapas heen, maar Valencia is ook de bakermat van de paella.
Van markten tot kerken, van moderne gebouwen tot huizen met schattige gietijzeren balkonnetjes, Valencia is een droom voor de (hobby)fotograaf.

REISROUTETOP-10

 
 
  1. De charmante Oude Stad.
  2. Albufera, bakermat van de paella.
  3. De futuristische gebouwen van de Ciudad de las artes y
      las ciéncias

  4. Street Art in El Carmen.
  5. De veelkleurige huizen van de oude visserswijk El Cabanyal.
  6. De mooie stranden van El Cabanyal en Patacona.
  7. Mooie fietsroutes op de oude bedding van de Turia.
  8. De koelte van de Botanische tuin.
  9. De speciale architectuur van de kathedraal.
10. De gastronomie van Lienzo.

DWALEN DOOR DE OUDE STAD

We gaan opnieuw op reis. De vorige jaren verpestte corona onze reisplannen, nu trekken we vanuit het Nederlandse Eindhoven naar het Spaanse Valencia. Met maar liefst 300 zonnige dagen, fijne stranden en tal van historische bezienswaardigheden is Valencia de ideale bestemming voor een citytrip.
We verzamelen bij Starbucks voor een koffie. De sfeer zit er meteen in. Piet toont de video van Nathalie Dewulf die op twitter de ronde doet. De politica van het Vlaams Belang heeft het tijdens de hoorzitting over Bpost in de Kamer over Emsie Kensie, waarmee ze verwees naar het bedrijf McKinsey. Het zorgde in de Kamer voor hilariteit, wij lachen ons een breuk.
De vlucht verloopt vlekkeloos. Stipt om elf uur stijgt het toestel van Transavia op om twee uur later te landen in het zonnige Valencia. Ei zo na had de vlucht slecht kunnen aflopen. Een mysterieuze raket scheerde rakelings langs ons toestel … althans volgens Martine. Wellicht speelde de medicatie die ze voor haar maagontsteking moet nemen haar parten.
Ons hotel, Palacio Vallier, is gelegen in het hartje van de oude stad. Na een welkomdrankje trekken we de Ciudad Vieja in. In Sagardi wordt een fles rosé aangerukt terwijl we smullen van de pintxo’s, Baskische hapjes. Krab en gemarineerde ansjovis wisselen elkaar af met geitenkaas en pikante worstjes.
Een stralende zon taant onze nog bleke huid als we door de oude stad wandelen. Riet wordt verblind door de felle zonnestralen en duikt, samen met Ann en Martine, een opticien binnen. De fonkelnieuwe, felkleurige zonnebril staat haar geweldig. Stefan wil niet onderdoen en opteert, met deskundig advies van drie vrouwen, voor een stoere Ray-Ban.
We dwalen door de stad. Statige huizen, kerken en kathedralen in een mix van bouwstijlen wisselen elkaar af. We houden halt bij de kathedraal (La Seu de València), de Miguelete (El Micalet) en de Kapel van de Heilige Graal. Verder bezoeken we de Lonja de la Seda (de Zijdebeurs), beschermd als Unesco-werelderfgoed, en de Mercado central (Centrale Markt), de grootste overdekte markt van Europa. Van enorme hammen tot sappig fruit en verse vis wordt er te koop aangeboden. Ook de Plaza de la Reina is niet te missen. We ploffen ons neer op het zonovergoten terras voor een drankje terwijl we naar de mensen op het plein kijken. Stefans donkere bril komt hem meteen van pas.
Terug in het hotel leidt een marmeren en glazen trap, geflankeerd door tientallen engeltjes, ons naar het dakterras. De zetels nodigen uit om erin te ploffen. De sommelier raadt de Artigas uit Priorat aan. De witte wijn uit Catalonië smaakt voortreffelijk. We hebben een machtig zicht op de skyline van Valencia en tellen we tien torens die boven de huizen uitsteken. Afsluiten doen we een geslaagde eerste dag in La Perfumería, het restaurant van ons hotel dat gevestigd is in het deel van het gebouw waar aan het begin van de renovatie van het hotel restanten van een Romeinse parfumerie uit de derde eeuw werden ontdekt.

BAKERMAT VAN DE PAELLA

Op slechts 10 kilometer van Valencia bevindt zich het Nationale Park van de Albufera, een mediterraan ecosysteem met wilde duinstranden, bossen, rijstvelden en het grootste zoetwatermeer (ruim 2.800 hectare) van Spanje. Het park ontleent zijn naam aan het meer. Het waren de bewoners van de rijstvelden die de paella uitvonden. Wij leerden het nationale park kennen in de serie El Embarcadero, waarin de architecte Alejandra na de dood van haar man ontdekt dat deze een dubbel leven leidde met een andere vrouw, Veronica, in een nabijgelegen dorp in de lagune van Albufera. De sfeer van de serie, de mooie locaties, de rijstvelden en de natuurlijke aantrekkingskracht trokken ons aan om het park te bezoeken.
Onze gids wacht ons om en vertelt honderduit over haar stad. Dit weekend zijn de hotels gratis toegankelijk en we moeten zeker het Museum voor Fijne Kunsten en het Keramiekmuseum, de specialiteit van Valencia bezoeken. We houden halt bij de Mirador de d’El Pujol en hebben een schitterend zicht op de lagune. Aan de overkant van het meer bouwde Ford een assemblagefabriek waar het zes duizend arbeiders tewerkstelt. In Genk sloot Ford zijn fabrieken.
We wandelen langs het Gola del Pujol, het kanaal dat de lagune met de Middellandse Zee verbindt. Eind vorige eeuw plande projectontwikkelaars hier een complex met hotels en huizen voor duizenden toeristen, met winkels, bars en restaurant. Ecologisten protesteerden en konden het waardevolle gebied en vooral de habitat voor vele vogels en diersoorten van roofbouw vrijwaren. Het Llac de Pujol is een kunstmatig meer waar tal van volgels broeden of overwinteren. We wandelen verder terwijl de gids ons door de geschiedenis van Valencia leidt en vertelt waarom het Valenciaans de officiële taal van Valencia is, naast het Spaans.
We rijden verder naar El Palmar, een dorpje midden in het nationale park. We zien de rijstvelden langs de weg. Rijst is de grootste teelt in deze regio. Twee eeuwen geleden werd hier ook zout gewonnen, maar door het ontzilten van de lagune voor rijenteelt wordt hier geen zout meer gewonnen.
Een bootje loodst ons door de kanaaltjes van het nationale park, langs oevers begroeid met riet. In het midden van de lagune schakelt de schipper de motor van het bootje uit. Een sacrale stilte overvalt ons. We horen vogels fluiten. Hier schuilen het hele jaar door 300 verschillende soorten vogels, vooral watervogels die hier overwinteren, zoals flamingo’s, vertelt Dora, onze gids. De lagune is hier zo’n anderhalve meter diep.
Langs de oevers zien we netten waar vissers paling vangen. Vissen is al lang naar de tweede plaats verdrongen als economische activiteit. De meeste mensen halen hun inkomen uit toerisme. Terug aan wal toont de gids ons het ontstaan van de lagune. Eens was de lagune één met de zee, met enkel wat zandbanken. Verzanding en menselijke ingrepen herleidde het binnenmeer tot zijn huidige grootte. Binnen vijftig jaar schiet er niets meer van over, mijmeren we.
In El Palmer wemelt het van de restaurants en arrocerías die gespecialiseerd zijn in hetzelfde ingrediënt, namelijk rijst. We schuiven onze benen onder de tafel in Arrocería Maribel, door Michelin met een Bib Gourmand beloond. Dat Maribel de deugden van lokale gerechten en de volle smaken van de regio Valencia extra tot zijn recht brengt, zoals Michelin in zijn gelijknamige gids schrijft ondervinden we zelf. De paella mariscos en pollo y conejo smaken voortreffelijk. De tijd vliegt voorbij langs de oever van het kanaaltje. We malen er niet om dat de taxi wat langer op zicht laat wachten. Twintig minuten? Dan hebben we tijd voor andere, aangename activiteiten.
In de late namiddag wandelen we via de Torres de Serranos naar de Jardìn Real. Een concert palmt het halve park in. Het is er aangenaam koel tussen de hoge bomen. Terug in het centrum zoeken we een terrasje op. Het is echter druk, zeer druk. Een tafeltje voor zes? Niet te vinden. We trekken dan maar terug naar het dakterras van ons hotel om er zalig neer te vleien in de comfortabele zetels, genietend van een glas voortreffelijke wijn. ’s Avonds trekken we terug het centrum in. We laten pintxos aanrukken en smullen op het centrale plein van een ijsje.

ANTIC LLIT FLUVIA DEL RIU TÚRIA

We huren fietsen en rijden over de gedempte rivier (Antic Llit Fluvial del Riu Túria). We fietsen onder oude en moderne bruggen, de één al mooier dan de andere. We houden halt aan de Jardí del Túria. Overal zien we groepjes mensen sporten. Een tiental jonge meisjes beoefenen yoga. Ze leggen hun voet in hun nek terwijl ze hun gespierde lichamen netjes onder controle hebben. Ik kan mijn voet ook in … andermans nek leggen, gekscheert Piet. We vervolgen de fietstocht naar de Porta del Mar en de Ciudad de las Artes y Ciencas.
De Stad van de Kunsten en Wetenschappen bezoeken is een must als je naar Valencia komt. Het is een ontwerp van Santiago Calatrava. De Valenciaanse architect ontwierp de gebouwen van de hele site, die iconen van de stad zijn. Calatrava ontwierp ook het station van Luik-Guillemins.

FUTURISTISCHE GEBOUWEN

We stallen onze fietsen en wandelden door het hypermoderne stadsdeel met zijn helderwitte gebouwen en knalblauwe vijvers. De fraaie gebouwen weerspiegelen in het water, wat mooie plaatjes oplevert. We vergapen ons aan het zeer speciale ontwerp van het Palau Les Arts. De modernistische architectuur nodigt uit voor een artistieke groepsfoto. Loeiharde muziek knalt uit de boxen aan het Museo de las Ciencias.
De socialistische partij houdt er een congres en roept op voor een meer eerlijke verdeling van winsten. We wandelen terug naar de Hemisfèric, een digitale 3D cinema met een reusachtig gebogen IMAX-beeldscherm. Aan het Wetenschapsmuseum waagt een enkeling zich op een paddle board op het water terwijl de meesten het veiliger (en droger) houden op een pedalo.
We dalen de kronkelende trappen naar beneden. Piet laat Martine en Riet schrikken. Hilariteit alom. We wandelen verder naar de Oceanogràfic, het grootste aquarium van Europa, pikken onze fietsen op en zetten onze fietstocht verder.

VAMOS A LA PLAYA

We fietsen naar de Playa de Pineda. Eerst rijden we langs de haven van Valencia. Arbeiders lossen er de containerschepen met olifanten, die boven de horizon uittorenen. Aan de cruiseterminal ligt een megalomaan schip met wel tien verdiepingen. Dergelijke vakantie is niet aan ons besteed.
Het is aangenaam vertoeven op het strand. Gezellige terrasjes en barretjes zijn overal, hoge palmbomen torenen boven de straten uit en dat zorgt voor een echt vakantiesfeertje. Onze magen knorren naar wat lekkers, Stefan snakt naar een pint. Er is enkel Heineken. Met tegenzin slurpt hij aan het drankje dat hij niet meteen met bier associeert. Na een lekkere lunch trekken we onze schoenen uit en wandelen over het brede strand. Piet verleidt Ann om pootje te baden maar de bruisende golven jagen haar al snel naar veiligere oorden. Het water van de Middellandse Zee is nog behoorlijk koud. Toch schrikken behoorlijk wat toeristen niet terug voor een plons in het water.
We fietsen de hele boulevard af naar de Passeig Marítim de la Patacona. Na het keerpunt hebben we wind tegen, maar Piet el tractor Verschuere klieft door de wind. Achter zijn brede rug zit de rest van het peloton helemaal uit de wind.
 
We houden halt in de oude visserswijk El Cabanyal. De felgekleurde gevels met gietijzeren balkonnetjes geven je even het gevoel dat je in Latijns-Amerika bent. Loodsen zijn omgetoverd tot hippe cafés.
 
s’ Avonds dineren we in Lienzo, wat canvas in het Valenciaans betekent. Het decor van het restaurant, dat in een elegant gebouw gevestigd is, respecteert volledig de naam van het restaurant. De minimalistische inrichting met zijn witgekalkte muren zijn verfraaid met opvallende, kleurrijke doeken van Valenciaanse kunstenaars. Chef-kok María José Martínez creëert een moderne mediterrane keuken met seizoensgebonden Valenciaanse ingrediënten uit de moestuinen, bergen en kustwateren. Wij opteerden voor het degustatiemenu “Pinceladas”. De gerechten zijn echte schilderijen en smaken verrukkelijk.

EL CARMEN Y JARDÍ BOTÁNIC

Het duurt even voordat Valencia wakker wordt op zondagmorgen. Dus slapen ook wij wat langer uit. Na het ontbijt verkennen we El Carmen, de oudste wijk van Valencia. Deze wijk heeft mooie smalle straatjes, maar ook een beetje een rauw randje. We dwalen we door de oude, sfeervolle straten van El Carmen. We wandelen lang statige huizen, kerken en kathedralen maar zien ook vervallen huizen en zwerfvuil. Street Art-artiesten fleuren de gevels op. We zien enkele echte kunstwerken naast de minder fraaie graffiti terwijl we de Torres de Serranos bereiken.
Honderden sportievelingen lopen, wandelen en slenteren voorbij terwijl een muziekbandje de lopers aanmoedigt. Valencia houdt zijn jaarlijkse stadsloop. De lopers treffen het niet met het weer. Het kwik stijgt tot tegen de dertig graden. Ook voor ons is het warm, zeer warm. We zetten onze weg voort naar de Plaça del Carme met zijn barokke gebouwen en zoeken de koelte van de Jardí Botànic op. De botanische tuin is ontstaan uit de boomgaard die werd gebruikt voor het onderwijzen van botanische studies en die werd aangelegd in de 16e eeuw. De tuin met zijn weelderige planetengroei oogt bijzonder mooi. We verpozen er op één van de vele banken in de behaaglijk koelte van de schaduw van de talrijke bomen. Vooral het deel met tientallen verschillende soorten cactussen springt in het oog.
 
En dan keren we terug naar het hotel waar de taxi al staat te wachten om ons naar de luchthaven te brengen. De koffers zijn al ingeladen, van service gesproken.
¡Adiós!, Valencia.
Nos vemos de nuevo, España.