TANZANIA

Safari door het ongerepte Tanzania.

HOMEAFRIKATANZANIA

Eindelijk vertrokken. Eindelijk terug naar Afrika. We zijn gebeten door Afrika. Het continent laat ons niet meer los. En zoals zovele Afrikareizigers willen we terug. Steeds opnieuw.
Maanden hadden we de reis al gepland. Na de trektocht door het zuiden van Afrika, reisden we in 2007 naar Tanzania. Tanzania en Zanzibar, het klonk ons als muziek in de oren.
Reis mee naar dit arme, maar fascinerende land. Snuif de cultuur op, kijk naar de landschappen en wilde dieren. Via ons verhaal en onze foto's.

TERUG NAAR AFRIKA

Bliksemschichten houden de grote Douglas McDonnell aan de grond. Boven Schiphol trekken donkergrijze wolkenmassa's bijeen. Te gevaarlijk om te werken naast een aluminium vliegtuig zodat het grondpersoneel andere oorden opzoekt. Wachten dan maar. Er zit niets anders op.
Een uur later dan gepland hangen we dan toch in de lucht. Eindelijk vertrokken. Eindelijk terug naar Afrika. We zijn gebeten door Afrika. Het continent laat ons niet meer los. En zoals zovele Afrikareizigers willen we terug. Steeds opnieuw.
Maanden hadden we de reis al gepland. Na de trektocht door het zuiden van Afrika, zouden we naar Tanzania reizen. Tanzania en Zanzibar, het klonk ons als muziek in de oren.
We landen op Kilimanjaro International Airport. Jambo, jambo! De avond is reeds gevallen als we door Emmanuel, onze gids voor de volgende dagen, begroet worden. Zien doen we niets meer, voelen des te meer. Eens de hoofdweg verlaten, worden we in de jeep door mekaar geschud. Via kronkelende wegen bereiken we de Hatari Lodge, waar we overnachten.
De eerste halte van onze safari is het Arusha National Park. Het is een relatief klein park, gekneld tussen Mount Kilimanjaro en Mount Meru. Toch zijn er opmerkelijk veel bezienswaardigheden. Er zijn twee kleine kraters, een regenwoud, acaciabossen en verschillende kratermeren. Er leven giraffen, olifanten, buffels en kleine roofdieren. In de Momellameren leven flamingo's en nijlpaarden.

REISROUTETOP-15

  1.  Onvergetelijke ballonvaart boven Serengeti.
  2.  Safari in de Ngorongorokrater.
  3.  Fantastische mountainbiketocht in de Rift Valley.
  4.  De migratie in de Serengeti.
  5.  Cultural Tourism Program door het dorp Mto wa Mbu.
  6.  Bezoek aan een Masaïdorp dicht bij de Ngorongorokrater.
  7.  Verblijf op de prachtige koffieplantage van Gibb's Farm.
  8.  Leeuwen in Tarangire.
  9.  Zalige rust in Fumba Beach.
10.  Wandeling door het regenwoud naar de Merukrater.
11.  Fascinerende stadswandeling door Stone Town.
12.  Verblijf in het Tree Tops.
13.  Ontdekken van kruiden tijdens de Spice Tour in Zanzibar.
14.  Geluiden van de hippo's in het Migration Camp.
15.  English breakfast in Serengeti.

MOUNT MERU CRATER

Het dak davert. We worden gewekt door velvetaapjes die van het dak van onze hut hun speelterrein gemaakt hebben. We sliepen langer dan gewoonlijk. We waren toch wat vermoeid van de lange vliegreis. Na het ontbijt maken we kennis met een Zwitsers koppel. Bernie en Hannelore vergezellen ons tijdens de uitstap naar de krater van Mount Meru. Giraffen trekken als eerste onze aandacht. De sierlijke dieren wandelen rustig voor onze jeep.

We houden halt bij de Fig Tree Arch. Een parasiet overwoekerde gedurende jaren twee bomen. Olifanten boetseerden verder mee aan de natuurlijk gevormde boog. De jeep kan er dwars doorheen rijden en overbrugt de eerste zeshonderd van de negenhonderd meter hoogteverschil die we moeten overwinnen. Dan is het aan ons, te voet, om de resterende klim naar de krater te trotseren. De ijle lucht snijdt onze eerste adem af. Langzaam klimmen we de eerste meters, om daarna, eens gewoon aan de lucht op deze hoogte, gezwinder tegen de helling op te lopen. Na een klein uur wandelen bereiken we een eerste kleine krater.
De natuur is er prachtig. In de hoge toppen zien we zwart-witte Colobusaapjes acrobatisch van tak naar tak springen. Bewonderenswaardig houden we elk detail van hun kunsten in het oog. De Merukrater is vrij klein maar biedt een enig uitzicht op Mount Meru, weliswaar tussen de wolken door. Want het is bewolkt, zodat we tijdens het ontbijt niet van het beloofde uitzicht op de Kilimanjaro konden genieten. Ook later op de dag verhinderen donkergrijze wolken het uitzicht op de hoogste berg van het Afrikaanse continent en nu beperken ze het zicht op Mount Meru en zijn omgeving.
Picknicken doen we aan een kleine waterval. De lunch smaakt heerlijk, niet enkel vanwege de rammelende magen. Het begint te (mot)regenen. Het deert ons echter niet. Terug in de vlakte houden we halt bij een grote poel. Buffels komen er 's avonds hun dorst lessen. Enkele tientallen buffels hokken er samen. Onder waakzaam oog van de ranger van het nationale park naderen we tot op vijftig meter van deze gevaarlijke dieren. In groep voelen zij zich echter minder bedreigd zodat ze niet tot de aanval overgaan, vertelt onze gids. Toch slaan een aantal ons nauwlettend gade.

DE AARDE BEEFT

We verfrissen ons in onze ruime kamer na de trektocht door het regenwoud. Plots beeft de vloer onder onze voeten. Gedurende een dertigtal seconden wordt Arusha en omgeving op een aardbeving getrakteerd. Gillend lopen enkele keukenhulpjes het hoofdgebouw uit. Het episch centrum van de aardschok ligt ongeveer honderd kilometer ten noorden van Arusha en we voelen de trillingen heviger dan we willen. Later op de avond en ook de volgende dagen laten een aantal naschokken de aarde beven. We laten het niet aan ons hart komen en sluiten de eerste dag met een smakelijke maaltijd en een gezellige babbel af.

TREETOPS

We verblijven in de Tarangire Treetops, een luxueuze lodge, die in baobabbomen gebouwd is. De kamers zijn uitzonderlijk mooi. We worden er door de gastheer vriendelijk onthaald en schuiven onmiddellijk de benen onder tafel. De gegrilde kip is lekker. Kruidig, pikant, gewoonweg smakelijk.
 
Na de lunch rijden we naar het nationale park van Tarangire. Weg naar links, hobbelend naar rechts, alle wegen gelijken wel op mekaar. Onze chauffeur is ook het noorden kwijt. Even vragen aan een passerende collega en we zitten terug op het juiste spoor. Tarangire is heuvelachtig, begroeid met lage grassen en acacia- en baobabbomen. Zebra's passeren onze route. Haastig steken ze over. Zeker vermijden om gescheiden te worden. Om vervolgens nieuwsgierig achterom te kijken. Schattige beesten, vinden we.
De avond valt. De zon zoekt de horizon op. In het tegenlicht van de ondergaande zon zijn de baobabs op zijn mooist. De zon flirt nu met de horizon, geeft haar bijna gewonnen. Met haar laatste zonnestralen bestraalt ze de kudde olifanten aan de rand van een poel. Mooie schaduwen tekenen zich op de flank van de dieren af. Afrika op zijn mooist.

GAME DRIVE IN TARANGIRE

Hello, héeeello! klink het zachtjes maar kordaat. De wekdienst van Tarangire Treetops haalt ons om zes uur van tussen de lakens. Om zeven uur hebben we met Emmanuel afgesproken. Slaapdronken maken we ons klaar voor een dagje tussen de wilde dieren. Laat ons hopen dat we er te zien krijgen. Nu we de weg weten loopt de tocht naar de gate gesmeerd. We staan als snel oog in oog met een olifant. De donkergrijze kolos slokt een boompje helemaal binnen. Bij het ochtendkrieken komen zebra's en impala’s drinken aan de poel. Ook leeuwen weten dit. Ook vandaag. Twee machtige koningen van de wildernis hebben in de koelte van de ochtend het moerasgebied opgezocht. We houden halt op geen tien meter van een leeuw. Het is een oude leeuw, vertelt onze gids. Hij kan het zien aan het gestel van de leeuw, aan de body. Twintig minuten ligt de leeuw voor onze voeten. Ondertussen komen ook jeeps met nieuwe kijklustigen aangereden. De andere leeuw komt zijn gezel na een tijdje vervoegen en samen trekken ze het steppegras in. Onze dag is al geslaagd.

 
Wat verderop staat een kudde van ongeveer honderd buffels te grazen. We kijken hen recht in de ogen. Met een verrekijker althans. Noodgedwongen moeten we op afstand blijven. Het gebied is enkel toegankelijk voor parkwachters. De rest van de voormiddag bewonderen we de stralende kleuren van de roodgele baardvogel, de sierlijkheid van impala's, de nieuwsgierigheid van de zebra's. We zien een dikdik, met zijn twintig centimeter de kleinste antilope van Afrika. Langs de kant van de weg staat een kudde olifanten te grazen. We stoppen. Er zijn kalfjes bij de groep. Olifanten hebben een vaste trekroute, zegt Emmanuel. Zij wijken hiervan niet af, zeker niet als er kalveren bij de groep zijn.
Picknicken doen we op de Matete pic nic site. We hebben er een prachtig uitzicht op de bedding van de Tarangire waar gnoes en zebra's de rivier oversteken. Het contrast tussen het lunchpakket van de meeste toeristen en onze picknickmand is groot. We krijgen soep opgediend (écht waar) en een slaatje met gebraad en pasta. Het dessert (fruitsla) slaan we over. We ruimen op en trekken verder terwijl een dikke Amerikaanse ons kwijlend nakijkt. Zij moet het dan ook stellen met een iets minder rijkelijk lunchpakket. Tot overmaat van ramp wordt dit haar ook nog ontfutselt door een agressieve baviaan.

COULEUR LOCALE IN MTO WA MBU

Mto wa Mbu (Swahili voor muggenrivier) barst uit zijn voegen. Dagelijks komen nieuwe inwoners in het dorp aan, op zoek naar wat geluk. De toestroom van inwijkelingen lijkt niet meer te stuiten. We trekken met een gids van het Culturale Tourism Programme door het dorp. Twee uur couleur locale. Mannen en vrouwen brengen hun waar aan de man. De rood-blauwe kleuren van de Masaï beheersen het straatbeeld. Een opgewekte sfeer komt ons tegemoet. Het verdoezelt de ellende van alledag echter niet. Schamele hutten staan naast krotten van woningen. Vier palen en enkele aftandse golfplaten moeten doorgaan voor een huis.
Bananenplantages overheersen. Bananen om te exporteren. Bananen om te eten. We bezoeken een lokale brouwerij en kroeg. Veel stelt het café niet voor. Een paar schamele banken vormen het decor. Hygiëne is ver zoek. We krijgen uitleg over het gistingsproces en worden uitgenodigd om van het bier te proeven. Met volle teugen drinkt onze gids het onfris uitziende goedje. Wij zetten de beker toch even aan onze lippen. Een schrale, ranzige geur doorboort onze neusgaten.
Schoolkinderen omsingelen ons. Ze grijpen ons bij de hand. Kirrend van vreugde zwieren ze heen en weer tussen ons in. We maken hen dolblij met een snoepje. Een kinderhand is snel gevuld. We wandelen verder. Armtierige woningen in miezerige straten. Veel zwerfvuil. We worden er wat stil van. De ellende grijpt óns aan, zelf schijnen de inwoners van Mto wa Mbu niet te beseffen in welke erbarmelijke omstandigheden ze wel leven. Toch zijn de mensen opgewekt. We worden hartelijk begroet, warm onthaald. De vriendelijkheid is oprecht. Een jong meisje is gefascineerd door ons fototoestel. Eén klik later tonen we haar eigen foto. Hagelwitte tanden worden bloot gelachen. Haar mama nodigt ons uit een kijkje te nemen. Ze kweken cavia's ... om op te eten.
One dollar, one dollar komen drie kinderen, amper een uk groot, lopend aanstormen. Anderen vragen een kogelpen. We kunnen enkel een snoepje aanbieden. Medelijden dreigt om te slaan in schuldgevoel. We nemen afscheid van de gids. We stoppen hem wat extra toe voor het steunfonds van Cultural Tourism Programme. Zij ontwikkelen projecten om de lokale bevolking een beter leven te geven. Het is een druppel op een hete plaat, denken we. Vrezen we.

LAKE MANYARA

Lake Manyara National Park is een vogelparadijs. Roze flamingo's en een immens aantal pelikanen drummen om hun plaats aan de oever van het meer. Kleurrijke ijs- en baardvogels fladderen fluitend heen en weer. Het is zes uur. De natuur ontwaakt. Gisteren bezochten we het kleine maar prachtige park reeds. Vandaag keren we terug. Vol verwachtingen. Aan de hippo pool is alles nog rustig. Bijna onzichtbaar liggen de donkere kolossen vreedzaam naast de pelikanen in het water. Ogen en oren open. Geluidloos glijden ze voorbij. We zijn gekomen om nijlpaarden te zien. En niet enkel de ogen en neusgaten. We druipen wat ontgoocheld af.
Een jeep kruist onze wagen. Een kort gesprekje. Dan stuift onze chauffeur in volle vaart weg. Hij laat de jeep kreunen en kermen. Soms een korte stop, even spieden in de wildernis. Dan weer weg. Het stof waait hoog op. De jeep stopt. Een luipaard hangt op de tak van een boom. Uit te rusten van een hevige jachtpartij. Goed beschermd door de schaduw van een acacia. Een onwaarschijnlijk toeval. Er stopt nog een jeep. Verrekijkers worden aangerukt. Fototoestellen flitsen. De aantrekkingskracht van Afrika.
De sfeer zit er nu helemaal in. Bocht naar rechts, dan weer links. Op de weg voor ons zit een familie bavianen. Ze storen zich niet aan onze aanwezigheid. De oudere dieren besteden aandacht aan de dagelijkse hygiëne. Haren worden nauwkeurig onderzocht. Op zoek naar vlooien en teken. De jongere dieren zijn speels, ravotten met elkaar. Een jonge baviaan klimt op onze jeep. De antenne wordt nieuwsgierig onderzocht. Het blonde haar van Martine trekt zijn aandacht. In een flits zit hij op het dak. Even paniek. Dan terug rust. We kijken graag naar bavianen. Ze hebben menselijke trekjes. Het werkt ontspannend.
Tijdens de rest van de tocht kruisen nog enkele olifanten onze weg. Onverstoorbaar rukken ze met hun machtige slurf takken en bladeren van bomen. Het begint warmer te worden en de dikhuiden moeten hun lichaamstemperatuur onder controle houden. Oren flapperen. Zand wordt over de huid gejaagd. Op de uitgestrekte oever van het meer staan giraffen stokstijf. Genietend van de warmte. De dieren kleuren goudgeel onder de laatste stralen van de stilaan ondergaande zon.
We sluiten af aan de poel van de nijlpaarden. Enkele dieren staan op het droge. Eindelijk krijgen we ze volledig te zien. Vogels zijn te gast. Ze verlossen de nijlpaarden van teken en parasieten. We keren terug naar het kamp. Tevreden. Voldaan. Asante, dank u wel.

BIKEN IN THE RIFT VALLEY

Met een duizelingwekkende vaart storten mijn twee gidsen en ik de lange helling naar de Rift Valley af. Haakse bocht naar rechts. Even de remmen in, om vervolgens bij te trappen en terug snelheid te nemen. De afdaling vliegt voorbij. Onvervaard gooien we ons in de bochten. Rechts, links. Terug rechts. Hopelijk houden de remmen het. En is de fiets goed onderhouden, flitst het door mijn hoofd. Bij Footprints huurde ik een mountainbike voor een tocht door de vallei en langs de oevers van het meer. Ik kreeg meteen twee gidsen mee. Rafael en Abraham. Twee toffe kerels. Samen zijn we in geen tijd beneden, heelhuids. De weg wordt nu minder stijl en mondt uit in het dorp Mtu wa Mbo. Hier was ik gisteren ook al. Met Martine, wandelend. Zij paste voor dit meer avontuurlijke werk.
Abraham neemt de kop. Hij laat zijn stalen ros kreunen onder harde trappen op de pedalen. De vaart zit er goed in. Hobbelend over slechte zandwegen, bezaaid met kleine keien. We schakelen een tandje bij. De snelheid gaat de hoogte in. Rafael moet de rol lossen. Hij vervoegt ons een tijdje later, puffend en zwetend. Hij verwenst zichzelf had hij mij bij de start van de tocht wat uitdaagde. Denk ik. Ik corrigeer zijn positie op de fiets. Hij glimlacht. Het gaat nu duidelijk beter. We rijden rustig langs bananenplantages en rijstvelden, langs armzalige hutten, langs vuile kinderen. Dezelfde gevoelens als tijdens de wandeling door het dorp overweldigen me. Abraham geeft er terug een snok aan. Het stof stuift op. Geen tijd meer om te denken. Trappen, trappen, trappen om in het spoor van mijn gids te blijven. We slaan links de macadamweg op. Het is de hoofdweg. Het bolt beter. Rafael gebruikt de adempauze om de leiding te nemen. Hij drukt het tempo, bevreesd voor wat er komen gaat. In tegenstelling tot Abraham is hij geen ervaren biker. Hij schat de afslag naar de velden verkeerd in en maakt een fatale slipper. Zijn fiets schuift over het grind onder hem weg. Hij is gelukkig ongedeerd. No problem, my friend! Hij springt al terug zijn fiets op. We zetten onze tocht tussen donkere akkers en gifgroene weilanden verder. Op de open vlakte langs het meer ontmoeten we twee Masaï. Zij hoeden hun kudde. Geiten, schapen en koeien. Ik krijg uitleg over hun levenswijze. Hoe de oudste van beiden krijger wil worden. Mijn fototoestel neemt hen in het geheugen op. Herinneringen voor later. Dan gaat het in een razende vaart door de open vlakte. In de verte horen we nijlpaarden brullen. Een kudde gnoes flankeert ons. Plotseling slaan ze rechtsaf. We moeten hevig in de remmen om de dieren te ontwijken. We bereiken de oever van Lake Manyara. Flamingo's zijn op zoek naar voedsel. Pelikanen flitsen boven onze hoofden. This was fun!

KALMPJES AAN IN GIBB’S FARM

De helling is lang en steil. De wagen sputtert. Dan plots niets meer. Emmanuel probeert zijn tegenstribbelende jeep terug aan de praat te krijgen. Zonder succes. Versterking wordt aangerukt. Weer geen succes. Emmanuel wordt nerveus. De zon komt op en we zijn nog een eind rijden van de Ngorongorokrater. De benzinetoevoer van de jeep heeft het begeven en moet hersteld worden. We stellen voor het programma aan te passen en pas de volgende dag de krater te bezoeken. Het geeft ons de kans om wat te rusten, hem om de wagen te laten herstellen. Emmanuel is duidelijk opgelucht. Het is een goed plan, lacht hij zijn vaalgele tanden bloot.
De kamer in Gibb's Farm is buitengewoon. Een salon en terras met zicht op de vallei, twee comfortabele zetels aan de open haard, twee king size bedden en een ruime badkamer. Bovendien hebben we binnen én buiten een douche. Je kan het minder treffen. We dragen de dag kalmpjes uit. Een wandeling door de koffieplantage en een bezoek aan de koffiebranderij is de zwaarste inspanning van de dag. De vriendelijke en galante gids vertelt alles over koffie. Van koffiebomen over koffiebessen tot koffiebonen. Koffie, koffie, koffie. De tijd vliegt voorbij. We nemen afscheid. We zoeken ons bed op voor een kort middagdutje. Kort? We slapen een eind in de namiddag.

VERBLUFFENDE SAFARI IN NGORONGORO

Als vliegen op een lepel siroop stormen de terreinwagens naar de rand van het grote meer in de Ngorongorokrater. Waar jeeps samentroepen valt iets te beleven. Twee kleine, donkere stippen aan de horizon trekken alle aandacht. Meteen is het aanschuiven geblazen op de veel te smalle paden in het zo desolate landschap. Twee machtige neushoorns zijn de aanleiding van de "kijk"-file. De verwachtingen over Ngorongoro waren hoog gespannen. De wildste en meest fantastische verhalen deden ons bij voorbaat watertanden. Het viel tegen. In het begin. Vijftig jeeps op een hoopje. Spiedend naar een dier op veel te grote afstand. Te druk. Te toeristisch. Te ... Maar de krater doet zijn reputatie alle eer aan. Zes uur later zijn we razend enthousiast. Ook wij zullen de loftrompetten over Ngorongoro laten schallen. Want het was gewoon fantastisch. Het ís verbluffend.
Het diepst in ons geheugen gegrift zit de ontmoeting met een leeuw. Met de koning der dieren. Met een leeuwenfamilie. Zebra's en gnoes trekken in één lange sliert richting het grote meer. Plots heerst er onrust. Enkele dieren zetten het op een lopen. Opgejaagd, angstig. Voor ons het signaal op de horizon af te speuren. Een leeuw komt langzaam uit het hoge struikgewas. Vandaar de onrust bij de kudde gnoes. Hij is niet alleen. Een leeuwin volgt in zijn spoor. Uit de verte komen nog een leeuwin en drie bijna volgroeide welpen aangestapt. Met stijgende verbazing volgen we de machtige dieren. Zij storen zich geen seconde aan de aanwezigheid van steeds meer jeeps. Onze jeep staat op de eerste rij. Wij kunnen alles vanuit een loge gade slaan. Ons fototoestel loopt warm van het vele geflitst. De ene foto al mooier dan de andere. Foto's om in te lijsten.
De tientallen roze flamingo's en hagelwitte pelikanen, de rustige nijlpaarden in de hippo pool, de indrukwekkende omgeving van de krater. Alles verbleekt in vergelijking met het zien van leeuwen in het wild. Maar zij maken het plaatje compleet. Een bijzonder fraai plaatje. Gewoon verbluffend.

BEZOEK AAN DE MASAÏ

Een laatste blik op de Ngorongorokrater. Vanop het zuidwestelijk uitzichtpunt. Masaï klampen ons aan. Hun sieraden, knuppels en dolken zijn te koop. Alles is te koop. Ook een foto. One dollar, please. Commerciële Masaï. Het voorspelt weinig goeds voor het bezoek aan hun dorp. Ook daar moet eerst de kassa rinkelen. Vijftig harde Amerikaanse dollar moeten we neertellen om de kraal te bezoeken. Eens binnen worden we opdringerig aangeklampt. Ze willen we dat we iets kopen. Weer betalen. Tienduizend Tanzaniaanse shilling voor een fraai halskettinkje. Geen geld eigenlijk. In ruil mogen we zoveel foto's nemen als we maar willen.
We wringen ons in één van de hutten. De stank van koemest en as komt ons tegemoet. Zes vierkante meter voor een gezin van zes. En nog plaats voor een jong kalf. Zwartgeblakerde muren. Dito dak. Een klein nis in de zoldering werpt wat flauw licht binnen. De heer des huizes geeft ons uitleg over hun leefgewoontes. Over zijn twee vrouwen en drie kinderen. Over de natuurlijke thermos om melk weken te bewaren. We bedanken hem voor zijn gastvrijheid. Eens buiten worden we naar het schooltje geleid. Twintig uitbundige kinderen verwelkomen ons. Het is rekenles. Martine kruipt onmiddellijk in de huid van haar alter ego. Dat van leerkracht. De kinderen dreunen de getallen foutvrij na. Als beloning krijgen ze snoepgoed. Veertig grijpende handjes. Asante.

DE EINDELOZE VLAKTE VAN DE SERENGETI

We dalen op kronkelende, slecht onderhouden wegen. Het wordt steeds warmer. Toch is de dag al een eind opgeschoten. Voor ons liggen de eindeloze vlaktes van de Serengeti. Soms enkel savannegras, dan weer weelderig begroeid met acacia's. Veel dieren ook, giraffen, gazelles en gnoes. Grazend. Op de loer voor onraad. Zebra's hokken samen. Als groep kunnen ze de roofdieren verschalken. De enkeling valt niet op in de streepjescodekudde. Het is betoverend.
Veel volk langs de weg. Een luipaard verschuilt zich in een acaciaboom. Met de verrekijker goed te zien. Te ver voor de zoomlens. Verderop ligt een leeuwin languit op een knoestige tak van een worstenboom. Ze stoort zich geenszins aan de vele bewonderaars. Emmanuel heeft de jeep weer schitterend gemanoeuvreerd. We zitten op de eerste rij. Even geeuwen. Dan languit rekken. Even rondkijken om vervolgens met een vloeiende beweging van de boom en langs de terreinwagens te glijden. Ik druk de knop van het fototoestel diep in. Klik, klik, klik, klik. Een reeks foto's. Op goed geluk. De leeuwin verdwijnt in het gele, hoge gras van de savanne. De jeeps druipen af. Tevreden, op zoek naar het volgende (roof)dier.

IN HOGERE SFEREN

De dag kondigt zich veelbelovend aan. We gaan vliegen, vliegen over de Serengeti. In een luchtballon. Klamme handen verraden enige onrust. We zijn niet alleen. Een Nederlands koppel sluit zich bij ons aan. Ook wat angstig. We babbelen de schrik van ons af.
Als sardientjes in een blikje zitten we in de starthouding. Gespannen wachten we af, luisterend naar de instructies van de piloot. En dan komen we los, los van de begane grond. We zweven door het luchtruim, boven de weidse vlaktes van de Serengeti. Onder ons zien we de Seronera. De rivier kronkelt zich grillig door het landschap. Een eenzaam nijlpaard ligt rustig op de oever. Verderop liggen zijn rasgenoten, dicht bij elkaar, in het midden van de rivier. Op de savanne onderscheiden we duidelijk de sporen van het voorbijtrekkende wild. Gegroefd in het dorre savannegras. Als een grillig netwerk. Gazelles volgen instinctief de voorgedefinieerde sporen. De zon klimt stilletjes naar het zenit en kleurt de omgeving roze. De gazelles zijn actief, springen vinnig rond, lopen bevallig over de vlakte. De Amerikaan naast ons wil wel eens wat anders zien. Een olifant bedient hem op zijn wenken. De stier trompettert hevig. Kwaad om het onding in de lucht. Zachtjes glijden we verder. Gedragen door hete lucht. Voortgestuwd door de wind. De tocht duurt veel te kort. Ook voor Jeroen, onze Nederlandse medepassagier. Hij moet zich reppen. De ballontocht was niet de enige verrassing voor zijn Wendy. Hij stamelt wat onbeholpen zijn inleiding. Gaat vervolgens door de knieën. En vraagt haar ten huwelijk. Romantiek op eenzame hoogte. Het gebulder van de branders van de ballon verstoort hun intieme moment. We horen haar antwoord niet. We landen. Zachtjes, perfect. Sporen van tranen op haar wangen verraden haar ja-woord. Proficiat. Champagne voor iedereen. We sluiten de fantastische ervaring af met een ontbijt onder een umbrella acacia. Op zijn Brits. Met porselein en zilverwerk. Midden in de Afrikaanse savanne.

HIPPO'S

Weet je waarom nijlpaarden hun muil geopend in de lucht steken? vraagt Emmanuel. Zijn donkere ogen verraden binnenpretjes. We moeten niet antwoorden. Geanimeerd vertelt hij het verhaal van de brand die de Aarde trof, die het haar van de nijlpaarden verschroeide. De nijlpaarden leden zonder de beschermende vacht onder de stekende zon. En vroegen God hen in het beschermende water te laten leven. God stemde toe, op één voorwaarde. Zij mochten geen vis eten. En daarom steekt het nijlpaard regelmatig zijn wijd open gespreide muil ten hemel. Zie God, geen vissen! We lachen hartelijk met zijn verhaal, met zijn onderhoudend en sappig Engels. They are talking to God. Nice story! Emmanuels donkere ogen glinsteren. Hij is blij dat we zijn verhaal leuk vonden.
We staan op een brug over de Grumetirivier. Voor ons ligt een kudde nijlpaarden in het water. Rustig. Soms een kleine beweging. Het water golft zachtjes van de logge dieren weg. Dan is de rivier weer spiegelglad. Een kolos klautert behendig de steile en gladde oever op. Sommige dieren willen hem volgen maar stuiten op soortgenoten. Ze blokkeren de weg. De sfeer wordt gespannen. Enkele nijlpaarden gaan in de clinch. Water spat hoog op. Het wordt luidruchtig. Ze laten hun gevaarlijke slagtanden zien. Steken hun kop de hoogte in. Ze spreiden hun muilen dreigend wijd open. They are talking to God.

DE GROTE TREK

We rijden naar het noorden van de Serengeti, tegen de grens met Kenia. We gaan op zoek naar de migratie van de gnoes. Trekkende dieren, op zoek naar water en voedsel. Het landschap glooit zachtjes. Tegen de heuvelflanken zien we honderden, donkere stipjes. Het zijn gnoes. Door de verrekijker duidelijk te zien. Duizenden dieren trekken naar het noorden. Als een langgerekt lint. Traag stappend, soms grazend. Wat een uniek schouwspel. We stoten op een kudde gnoes langs de weg. Ze worden vergezeld van nerveuze zebra's. Ze aarzelen om de weg over te steken. Schrik van het voertuig voor hen. Eén moedig dier overwint zijn angst. Zet het op een lopen. Steekt de weg over. De rest volgt. De kudde komt in beweging. De duizenden dieren waaien een stofgordijn op. Minuten daveren gnoes en schichtige zebra's voor ons voorbij.
De hele dag stoten we op traag voorbijtrekkende kuddes. Soms verraadt de onrust de nabijheid van een leeuw of jachtluipaard. We krijgen de roofdieren in het hoge savannegras echter niet te zien. In de late namiddag zijn de dieren moe. De gnoes troepen samen, ze liggen dicht bij mekaar. Een enkeling staat recht, de omgeving afspiedend. Op zoek naar onraad, naar gevaar. Wij rijden terug naar het zuiden, tegen de stroom van de migrerende kuddes gnoes en zebra's in. We keren terug naar onze lodge met zijn toepasselijke naam: Migration Camp.

NAAR ZANZIBAR

Het vliegtuigje van Air Excel klimt langzaam naar zijn vlieghoogte. Mijmerend kijken we naar beneden. Naar de weidse vlakte van de Serengeti. Terugdenkend aan tien fantastische dagen. Vrienden zeggen wel eens dat alle safari's toch hetzelfde zijn. Wij vinden van niet. Rustig door het immense Afrikaanse landschap trekken, achter het stuur van de jeep of relaxed op de achterbank. Je krijgt dan echt de tijd om tot rust te komen. Om alles te vergeten. Elke ontmoeting met een leeuw, luipaard of olifant is uniek. Steeds speciaal. Wilde dieren zien is zo indrukwekkend dat je een gevoel van nietigheid krijgt. Een safari is één lange gespreide emotie. Steeds opnieuw.

STONE TOWN

De gids wacht ons reeds op. Hij loodst ons door Stone Town. Door smalle wegen en donkere stegen. We moeten bokkensprongen maken om niet omver gereden te worden. Fietsers en scooters slingeren met een verbazende snelheid door deze doolhof. We komen andere toeristen tegen, verdwaald in de wirwar van straten, met de kaart in de hand. De nieuwsuitzending van BBC World overstijgt het geroezemoes. Mannen hokken samen op de hoek van een straat. Om naar het nieuws te zien, of de wedstrijden van de Champions League.

De huidskleuren variëren in alle mogelijke koffiekleuren. Van diepzwart tot licht beige. Getuigen van de rijke geschiedenis van Zanzibar. Arabieren streken neer op het eiland, op zoek naar slaven. Het bracht Zanzibar rijkdom en welvaart. Ook Nederlanders meerden aan op het eiland. Om slaven te kopen voor hun Oost-Indische kolonies. Met in hun zog Portugezen en Engelsen. Zanzibar ontwikkelde zich tot het belangrijkste handelscentrum in de Indische Oceaan.
Ook de architecturale erfenis van Stone Town getuigt van de smeltkroes van culturen. Een Arabisch fort, een katholieke kathedraal en een hindoetempel staan bijna naast elkaar. We houden halt bij één van de vele schitterende houten deuren. Mooi houtsnijwerk. Stevige koperen punten verhinderen boze geesten binnen te dringen. Aan de Westerse markteconomie kunnen ze echter geen weerstand bieden. Buitenlandse antiquairs kopen de houten juweeltjes op. Ondanks het beschermde statuut waarvan Stone Town sinds 1985 geniet. Werelderfgoed, maar dringend aan renovatie toe. De stad ligt er maar armtierig bij. Overal zwerfvuil, gebarsten muren. De ooit spierwitte kalkmuren zijn nu een kleurenpallet van bruin, grijs en vaal zwart.
Stone Town draagt duidelijk de sporen van een jarenlange economische recessie. Het economisch verval startte met de afschaffing van de slavernij. Ivoor mag niet meer verhandeld worden. De prijzen van kruidnagel zijn gekelderd. Toerisme wordt belangrijker. Biedt werkgelegenheid en een nieuwe afzetmarkt voor vis en landbouwproducten. De Indische Oceaan levert dagelijks een variëteit van verse vis aan. Op de vismarkt wordt de vis verhandeld. Verkopers stellen hun waar te koop. We haasten ons door de smalle gangen, tussen inktvis, tonijn, zwaardvis en king crab. Hopen dat de hoteliers hier hun waar niet kopen. Vliegen alom. Een walgelijke stank drijft ons naar buiten.
We wandelen verder, richting de kust. Passeren tientallen moskeeën, met mooie minaretten. Vijfennegentig percent van de bevolking van Zanzibar is islamitisch, de rest zijn hindoes of christenen. Langs het strand is het druk. Talloze eetkraampjes trachten toeristen te lokken. Gegrilde garnaal, curry van vis, baked potatoes. We sluiten de stadsrondgang af bij het ceremoniële paleis Beit el Ajaib. Het paleis werd beroemd omwille van de eerste elektrische verlichting en liften in Oost-Afrika. Het kreeg daarom de bijnaam 'House of Wonders'. Op de terugweg naar Dhow Palace, ons hotel in hartje Stone Town, springen we even het African House binnen. Het hotel is dé verzamelplaats van (rugzak)toeristen. Het is er druk. Live muziek. Ambiance. Hakuna matata. Geen problemen, alles in orde.

SPICE TOUR

De spice tour is een klassieker op Zanzibar. Een must voor elke zichzelf respecterende toerist. We wandelen door de velden. We ruiken de kruiden. Proeven ook. We krijgen uitleg van de gids. Over kaneel. Het is de gedroogde bast van de kaneelboom. Over nootmuskaat. Door de Portugezen destijds uit Zuid-Amerika geïmporteerd. De bolle, donkerbruine pit hangt hier in het vruchtvlees aan de bomen. Wij zien peperbollen uit Indië, geïmporteerd door Indische kooplui. De groene bolletjes worden wit, de rode kleuren zwart na de oogst.
De zoete, betoverende geur van vanille komt ons van ver tegemoet. Het is de stamper van de vanillebloem. In Europa peperduur, hier weelderig groeiend in de natuur.
Maar Zanzibar is vooral bekend om zijn kruidnagel. Het is hét exportproduct bij uitstek. We herkennen de groene vrucht niet onmiddellijk. Clove, clove, herhaalt de gids tot vier maal toe. Onbegrijpend schudden we neen. Pas als hij zegt dat ze na de oogst zwart kleuren, herkennen we het kruid.
Een jonge kerel klimt behendig tegen de gladde stam van de kokospalm aan. Een noot dondert met een doffe knal in het mulle zand. Een paar gerichte hakken en we slurpen gulzig van het flauwe, zoete sap. Het vruchtvlees is mals, smaakt lekker. We proeven ook ander fruit. Gele sinaasappelen, grote mandarijnen, lychee en heerlijke passievrucht. We drinken thee van citroengras en van kaneel. Verrukkelijk!

WITTE STRANDEN, AZUURBLAUWE ZEE

Zanzibar riep het beeld op van kilometerslange spierwitte stranden, met diepblauwe zee en lichtblauwe lucht. Zonder wolken. Met palmen. Het plaatje van de Pegase-advertenties. Geen hagelwitte stranden voor ons echter. Al belanden we in Fumba Beach in een klein stukje paradijs op aarde, we moeten het stellen met gewoon witte stranden. En met wat wolken aan de hemel. We leven drie dagen in luilekkerland. Luieren in de hangmat. Lekker eten. Overheerlijke, sappige kreeft, smakelijke vis. En onze ruime, eigen stek, een plaatsje onder de zon. Fumba Beach is een klein resort. Rustig gelegen, aan de zuidwestelijke kust van Zanzibar. Geen druk gedoe, weinig toeristen. We wilden eerst naar Breezes. We zijn echter verheugd op het voorstel van touroperator Explore Tanzania te zijn ingegaan. Tevreden met Fumba Beach. Tevreden over de organisatie.
Asante sana kwa nzuri sana safari. Bedankt, Marjolijn. Tot ziens, Tanzania. Kwaheri, Tanzania.