SLOVENIË

Zuiderse warmte, finesse en hartelijkheid.

HOMEEUROPASLOVENIË

Slovenië biedt een unieke samensmelting van de zuiderse warmte, finesse en hartelijkheid van de Italiaanse westerburen met de Habsburgse precisie en correctheid van de noorderburen. Elke regio van dit land dat in 1991 zijn onafhakelijk terugwon, ziet er anders uit. We starten de reis met een verkenning van de fraaiste Sloveense hoek, aan de voet van de Triglav drielandenalpentop. De natuur is puur, ongerept en zuiver. Het wondermooie, fotogenieke witte Maria Hemelvaartskerkje midden het Bledmeer en het nabijgelegen kristalheldere bergmeer van Bohinj overstijgt de verwachtingen van vele toeristen.
Via de indrukwekkende Vrsicpas bereiken we één van de mooiste dalen van de Alpen: de Soca. Het meest beklijvend is een stop in Kobarid (bloedige veldslag in WOI).
We vertoeven vervolgens in het betoverende Goriska Brda, met zijn glooiend landschap en tientallen pittoreske dorpjes.
Na een bezoek aan de wereldberoemde, spectaculaire grotten van Skocjan en de vermaarde Lippizaner vervolgen we onze weg naar de kust. Na zon en zee bereiken we Ljubljana. De prachtige universiteitsstad is de jongste jaren uitgegroeid tot één van de aangenaamste hoofdsteden van Europa met een levendige ambiance. Alles ligt dicht bij en dat maakt van Slovenië een ideale autobestemming.
In de zomer 2018 trokken we door dit Midden-Europees land.

REISROUTETOP-10

  1. Spectaculair helder meer van Bohinj
  2. Lipizzanerstoeterij, bakermat van het Lipizzaner paardenras
  3. natuurlijke schoonheid van de Vintgarkloof
  4. Meer van Bled met de kerk van Maria Hemelvaart
  5. Piran of Pirano, dat klinkt zo heerlijk Italiaans
  6. Vrsic, pas met 50 haarspeldbochten in het Triglav National Park
  7. Het betoverend mooie Radovljica
  8. Grot van Skocjan, Unesco Werelderfgoed
  9. Smartno, één van de best bewaarde middeleeuwse plaatsjes
10. Ljubljanksi Grad, bijna net zo groot als Ljubljana zelf

Het asfalt van de Duitse Autobahn dendert onder de brede wielen van onze BMW. De Beierse trots vreet de kilometers aan een duizelingwekkende snelheid. In geen tijd staan we in München, waar we halt houden en onze carbonzwarte wagen noodgedwongen tussen de vrachtwagens parkeren. Zoveel truckers op de weg! Na een korte nachtrust malen we de resterende kilometers verder af, steken we de grens met Oostenrijk over en houden we halt voor een smakelijk ontbijt. We rijden gezwind door de Alpenstaat. Ook de doorsteek naar Slovenië via de acht kilometer lange Karawankentunnel verloopt prima. Voor ons geen wachttijden die tot vier uur oplopen. Enkel een Nederlandse toerist die sukkelt met zijn kredietkaart houdt ons enkele minuten op.
We zijn in Slovenië. Het oogt Oostenrijks. We rijden door het dal met sappig gras, langs hoge bergen en houten chalets. We ervaren de sfeer van Oostenrijk, zoals we die kennen van onze vakanties in Zell-am-See en Maurach.

BLED EN OMGEVING

Om negen uur 's morgens zijn we al op onze bestemming en verwachten dat onze kamer nog niet klaar is. Vandaar laten we Bled links liggen en snellen we naar Radovljica, een betoverend mooi dorpje in de buurt van Bled. Het Linhartov trg is feeëriek mooi. Verweerde muren, pleintje met kasseien, bloembakken voor de vensters. We bezoeken de kleine kerk, de bakermat van het dorp. De gotische kerk heeft een kleurrijk interieur. Radovljica staat bekend als één van de mooiste dorpjes van Slovenië. Het oude centrum heeft in tegenstelling tot de meeste Sloveense stadjes weinig te lijden gehad onder de vele oorlogen.
De volgende avond keren we terug naar Radovljica, naar Vila Podvin waar Uros Stefelin een hele avond lang heerlijke gerechten op ons bord tovert. De bekende Sloveense chef weet ons te bekoren met een krokant gebakken kalfszwezerik met gerookte eierdooier, zomertruffel en spinazie. Ook de licht rosé gebakken hindefilet met morieljes, crème van peterseliewortel en polenta smaakte voortreffelijk en was een Michelinster waard. Zijn gerechten verraden zowel invloeden uit de mediterrane keuken als uit Hongarije en Oostenrijk.
Het is nog vroeg als we naar de Vintgarkloof rijden. Het pad door de kloof kan erg druk zijn, waardoor je minder van de omgeving kan genieten. Vandaar ons vroege vertrekuur. We wandelen door de anderhalve kilometer lange kloof tot aan de Sumwaterval. De Radovna slingert soms rustig, vervolgens kolkend door de prachtige kloof. De natuur is wondermooi, de omgeving zaligmakend rustig. Een wandelaar stapelde op de oever van de rivier een stapeltje vlakke keien tot een torentje. Tientallen anderen volgden zijn voorbeeld. Het resultaat is een woud van stenen torentjes.
Hoog boven het meer van Bled verheft zich het kasteel (Blejski Grad), gelegen op de top van een 130 meter hoge rots. Het kasteel dateert uit de zestiende eeuw en is nu een museum over de geschiedenis van Bled. We verpozen op het terras van het kasteel met een huisgemaakte limonade en hebben een prachtig uitzicht op het groenblauwe meer en het eiland met het wondermooie, fotogenieke witte Maria Hemelvaartskerkje. Echt een pareltje.
Het Meer van Bled, een postkaartplaatje gelegen tussen de Karawanken en de Julische Alpen in het noodwesten van Slovenié, was decennialang de speeltuin van de rich and famous. De Zwitserse arts Arnold Rikli transformeerde het dorp tot een kuuroord, waar natuurlijke genezing centraal stond. De Joegoslavische president Josip Tito volgde de Zwitserse pionier en bouwde er zijn buitenverblijf. De Joegoslavische politici verbleven aan de boorden van het meer waar talrijke villa's en hotels werden gebouwd. Het dorpje puilt ook nu uit van de toeristen. Wij hebben onze intrek genomen in Hotel Triglav Bled, geplakt tegen de hellingen aan de noordkant van het meer waar het veel rustiger is.
Op het meer is geen gemotoriseerd verkeer toegelaten zodat we met een 'pletna' naar het eiland varen. Er zijn slechts 23 vergunningen voor pletna's toegekend, vertelt gondelier Marko, die de overdekte gondel op het achterdek met twee roeispanen bedient. Het gemeentebestuur wenst de rust te bewaren en laat zich niet verleiden om het aantal bezoekers op te drijven. Er is toch geen plaats voor meer toeristen op het eilandje, weet Marko te vertellen. Badend in de namiddagzon bereiken we het eiland. De traditie wil dat de bruidegom zijn geliefde de 99 trappen die naar de kerk leiden, opdraagt. Gelukkig zijn wij al getrouwd.

We rijden naar het idyllische en rustige Bohinj. Het gelijknamige, kristalheldere bergmeer overstijgt in schoonheid zelfs zijn buur. En dat er weinig toeristen te bespeuren vallen, maakt het nog specialer. We overbruggen de tientallen trappen naar de Savicawaterval. Het water stort tientallen meters naar beneden en vormt een klein poeltje. Een schrale blondine staat tot haar enkels in het ijskoude bergwater. Ze showt badpakken voor een fotoshoot.
We zoeken hogere sferen van de berg Vogel op (met de kabelbaan) om het weidse panorama van het Triglav Nationaal Park te bewonderen. Het is hier ongelooflijk stil. Enkel het geroep van een aantal kleuters verstoort de zalige rust. Het skicentrum is uitgestrekt maar voor een lange wandeling hebben we geen tijd. We beperken ons tot een wandeling van een half uur en vleien ons vervolgens neer op een houten schommelbank terwijl voor ons de 2684 meter hoge Triglavtop opdoemt. Als we terugkeren naar het dal hebben we een adembenemend uitzicht op de toppen van de Julische Alpen en het groene bergmeer. In Ribcev Lav bezoeken we de Kerk van Johannes de Doper met zijn mooie fresco's alvorens we een middagdutje houden aan de oevers van de rustig kabbelende Sava Bohinjka.

TRIGLAV NATIONAL PARK

De volgende ochtend overspoelt de zon het meer van Bled, dat schittert in de goudgele gloed. Vandaag overwinnen we de vijfentwintig grillige haardspeldbochten die ons naar de 1611 meter hoog gelegen Vrsicpas brengt. We rijden via de indrukwekkendste weg van Slovenië van Kranjska Gora tot in de vallei van de Soca. De weg is enorm afwisselend en al een bezienswaardigheid op zich. We cruisen langs bossen, langs de mooiste bergketens van de Julische Alpen en houden halt bij de Ruska Kapelica (Russische kapel), gebouwd door Russische gevangenen die tijdens de Eerste Wereldoorlog dwangarbeid in de streek verrichten. Eens de pas over bereiken we de Socavallei, een prachtig dal met de meest heldere rivier van de Alpen, de Soca. De dorpjes ogen hier veel meer Italiaans, met kleine huisjes en statige villa's.
Maar het meest beklijvend is een stop in Kobarid (Caporetto in het Italiaans). Hier werden tijdens WO I met wisselende kansen enkele van de meest verschrikkelijke en bloedige veldslagen uitgevochten tussen het koninkrijk Italië en het Oostenrijks-Hongaarse leger. De menselijke ravage als gevolg van de grootste bergveldslag aller tijden is vergelijkbaar met het Somme- of IJzerfront. In het museum ligt de nadruk op de onmenselijke, hevige gevechten in deze streek. Ze werden beschreven door Ernest Hemingway in 'A Farewell to Arms'.
Als lunch bestellen we pizza. Groot of klein? vraagt de jonge dienster. Ze toont de grootte van de pizza en we besluiten een grote én een kleine te bestellen. De grote pizza hangt ruim tien centimeter over de rand van het bord. Een megalomane pizza is een betere omschrijving. We zetten onze weg verder naar Kolovrat, een bergkam gelegen tussen Kobarid en Tolmin. Vanaf de berg hebben we een mooi uitzicht, zowel naar de Adriatische Zee als naar de Alpen.

GORISKA BRDA

Langs het dal van de Soca zetten we onze trip verder naar het zuidwesten. We rijden door een prachtig heuvellandschap, met op elke heuvel een dorpje met klokkentoren. We zijn in Goriska Brda, één van de bekendste wijnstreken van Slovenië. We trekken de ganse dag uit om de streek te verkennen, want ook hier is het ongelooflijk mooi. Smartno is een piepklein dorpje dat Italiaans aandoet, met smalle straatjes en een omwalling en torens uit de zestiende eeuw. Op het kleine pleintje is het prima koffiedrinken, al moeten we samenhokken met een ander stel toeristen onder de parasol om aan enkele regendruppels te ontsnappen. In het renaissancekasteel van Dobrovo heeft de lokale VVV-dienst zijn intrek genomen. Het kasteel torent boven de streek uit en we hebben een mooi zicht op wijngaarden, de Adriatische kust en de Alpen. We rijden naar Sveta Gora (Heilige Berg), een belangrijk bedevaartsoord. Met zijn hoogte van 682 meter boven de zeespiegel biedt het klooster een prachtig uitzicht op de Julische Alpen, het Trnovo-woud, de Karst tot aan de zee en de vlakte van Friuli. In Nova Gorica, waar niets te beleven valt, kopen we brood en prosciutto. De rest van de dag genieten we van het Toscaans aandoend landschap met zijn glooiende heuvels, dorpjes op heuvelkammen en rijen pijnbomen. De dag sluiten we af met een plons in het zwembad en een wandeling door de wijngaarden rond ons hotel Gredic.
's Avonds trekken we de grens over naar Italië, waar we dineren in Cormons in Trattoria Al Cacciatore, een restaurant bekroond met 1 Michelinster. Met veel informatie over de ingrediënten en de lokale keuken begeleidt de gastheer ons door het menu. I Papaveri, prima di diventar Rossi, nel Bianco dei Finocchi en Lo Stinco di Vitello Arrosto nel Vecchio Forno del Pane klinken als muziek in de oren (wat is Italiaans toch een wondermooie taal) en smaken verrukkelijk. Voordien serveerde de chef tomaten in verschillende bereidingen. De biowijn van het dichtbij gelegen domein Sturm en in het in Slovenië gelegen wijndomein Klinic vormen een voortreffelijke begeleiding van de gerechten. De Sloveense wijnen moeten allesbehalve onderdoen voor de meer gekende wijnstreken ter wereld.

SKOCJAN

We slapen wat langer uit na drie drukke dagen en een gastronomisch diner bij de Italiaanse buren. We rijden naar Skocjan, een absolute topper in Slovenië. De grotten van Skocjan staan op de Unesco werelderfgoedlijst en dat is niet voor niets. Skocjan promoot zichzelf niet met druipsteenformaties. Deze zijn wel zeker aanwezig en ook mooi om te zien. Maar de echte attractie is het ondergronds ravijn.
We zijn net op tijd om de tour van elf uur te halen. Als we de grot induiken, gaan de hemelsluizen open. Regen valt met bakken uit de lucht terwijl we in de verte dreigend gedonder horen. Het is fris in de grot, wat een aangename afwisseling is na de hoge temperaturen van de afgelopen dagen. De Rekarivier heeft een diepe kloof in de grot uitgesleten en dat in combinatie met de enorm hoge plafonds is zeer indrukwekkend. We wandelen naar de stille grot omdat je hier het water van de ondergrondse rivier niet hoort. We trekken langs honderden stalactieten en stalagmieten. Het imposante deel volgt snel. Naarmate we meer water horen, wordt de grot spectaculairder. We lopen een volgende zaal in en er verschijnt een indrukwekkend ravijn, die op sommige punten wel honderd meter diep is.
Er bestaat discussie wat de mooiste grotten van Slovenië zijn : Pojstovna of Skocjan. Meer dan de druipsteenformaties van Pojstovna is het ondergronds ravijn in Skocjan verbluffend. Op het einde van de toer klimmen we terug naar het visitor center en snellen we naar onze volgende bestemming : Lipica.

LIPICA

In de Habsburgse keizerlijke hofstoeterij 'Lipizza' ruilen we de Italiaanse sfeer van Goriska Brda voor de houten stallen, de geur van stro en briesende witte paarden van Lipica. De Lipizzaner zijn geen gewone paarden. Het zijn iconen. Deze paarden vormen samen met de Oostenrijkse lipizzaners de basis voor de Spaanse Hofrijschool in Wenen. Ze doorstonden niet alleen de ondergang van het Habsburgse Rijk, de beide wereldoorlogen en de waanzinnige regimes van Hitler, Stalin en Ceausescu, maar ook de oorlog in de jaren negentig n die het einde van het oude Joegoslavië betekende. Het paard prijkt dan ook op de Sloveense euromunt van twintig cent. We worden rondgeleid in de stallen waar de paarden fier in hun box staan, voorzien van naambordje en hun stamboom. De grote, sprekende ogen van de paarden kijken diep in onze ogen. De paarden zijn uitermate geschikt voor de klassieke dressuur. Omdat het een natuurlijke aanleg heeft om de zwaarste oefeningen aan te leren, legt onze gidse uit. We zijn getuige van hun sierlijke bewegingen tijdens een dressuurshow. Na de show wandelen we langs de weiden waar de paarden grazen, in afwachting dat ze terug naar de stallen trekken. De veulens, die donker geboren worden en pas in de loop van de jaren tot wit verkleuren, staan naast de prachtige, volwassen paarden met schitterende blonde manen.

SLOVEENSE KUST

We trekken aar Piran, pareltje aan de Sloveense kust. Die loopt slechts 46 kilometer langs de Adriatische Zee, geprangd tussen Italië en Kroatië. Piran (of Pirano, dat klinkt zo heerlijk Italiaans) is één van de oudste steden van Slovenië en is lange tijd in handen geweest van de Venetianen. We merken het aan de bouwstijl. De sierlijke haven bezorgt het op een landtong gelegen dorp een soort Saint-Tropezlook, maar dan zonder pretentie. We slenteren door de smalle straatjes, langs leuke pleintjes en genieten van de zuiderse sfeer. De klim naar het hoger gelegen klooster en de stadsmuren is afmattend, maar biedt een mooi panorama op het fraaie dorp.
We rijden verder naar het Strunjan natuurpark. Een slingerend kustpad voert ons tot Strunjanski kriz, waar we een fantastisch zicht hebben op Mesecev zaliv (of maanbaai). Het strand ligt onder een tachtig meter hoog klif, het hoogste klif van de Adriatische kust.

LJUBLJANA

Maak jullie geen zorgen, alles blijft hier binnen wandelafstand, lacht gids Katarina van Ljubljana Free Tours. Tijdens de wandeling door Ljubljana, in 2016 tot Europa's groenste hoofdstad uitgeroepen, zal ze ons meermaals vergasten op een ontwapende lach. Het is aangenaam warm en de terrassen zitten vol. Op de rivier, die de stad in twee snijdt, varen bootjes een romantische of historische tour. De Slovenen hebben het belangrijkste plein van de hoofdstad niet naar een generaal of politicus genoemd, maar naar een dichter (France Preseren). Want het is hun taal dat de Slovenen van oudsher bindt. We trekken verder door de oude binnenstad die verkeersvrij is. De zwierige jugendstil ruilen we voor de statige barok. De Sint-Nicolaaskerk torent boven omliggende huizen en markten uit. Joce Plecnik drukte zijn stempel op het uitzicht van de stad. De door zuilen gefascineerde architect ontwierp tal van bouwwerken, waaronder het nieuwe marktplein, de Tromostovje (De Drie Bruggen), de nationale en universitaire bibliotheek en veel meer. Wie wil proeven van de beste likeur van de wereld? schreeuwt Katarina dolenthousiast in een Engels dat beter is dan dat van de gemiddelde Brit. Het is opvallend hoeveel (vooral jonge) mensen de taal van Shakespeare in Slovenië beheersen. De perenlikeur smaakt inderdaad heerlijk. Onze gids sluit de wandeling af op het Kongresni Trg, waar in 1991 de onafhankelijkheid van Slovenië uitgeroepen werd. Ze overtuigt ons om haar te prijzen op Tripadvisor (Er is veel concurrentie onder de gidsen van Ljubljana Free Tours, grapt ze) terwijl we haar twintig euro toestoppen.
We keren terug naar de markt waar we een broodje achter de kiezen steken. De Slagersbrug is een slotjesbrug geworden. Aan de brug vergrendelen koppels sloten als teken van hun liefde, net zoals in Parijs. Via de Drakensbrug trekken we naar Metalkova, een soort stad in de hoofdstad, waar de kunstenaarsgemeenschap zich vestigde. De hippe maar wat vreemd ogende plek ligt op de site waar de legerbarakken van het Joegoslavische leger bevonden. Van contrast gesproken. Een aantal rare snuiters verzamelen zich tussen de gebouwen die volgeklad zijn met grafity terwijl tientallen schoenen aan een kabel over de straat bengelen.
We keren terug naar het centrum terwijl het kwik ruim boven de dertig graden klimt. De klim naar Ljubljana Grad (de burcht van de hoofdstad) overbruggen we dan ook met de funicular. Het kasteel beidt een mooi uitzicht op de stad en het Tivolipark dat we vroeg op de ochtend reeds bezochten. Het is de groene long van de stad. We merkten er hoe groen Ljubljana wel is.
En dan is het tijd om naar huis te rijden. Slovenië doet zijn toeristische quote alle eer aan : Feel Slovenia.
Wij hebben er van genoten. Zbogom, Slovenija.

VENSTERS OP SLOVENIË

Tijdens onze reis door Slovenië fotagrafeerden we tal van mooie en bijzonder vensters. Leuk om te delen :-)