POLEN

Tocht door het noordoosten van Europa.

HOMEEUROPAPOLENRONDREIS POLEN

Warschau werd vernietigd door de Duitsers en ging gebukt onder het communistisch bewind, maar is tegenwoordig een gezellige stad vol herbouwde monumenten. In de middeleeuwse steden Krakau en Wroclaw wanen we ons in een openluchtmusea. We ervaren in Auschwitz/Birkenau ook de gruwel van de holocaust. In Gdansk duiken we in de geschiedenis van deze historische havenstad aan de Baltische kust. En hoe mooi de Poolse natuur is, ervaren we in het Tatragebergte en de Mazurische meren.
In de zomer van 2019 trokken we door Polen.

REISROUTETOP-10

  1. Aangrijpend bezoek aan Auschwitz-Birkenau
  2. Overweldigende Rynek van Wroclaw
  3. Imposant kasteel van Malbork
  4. Aangrijpend museum van de WOII in Gdansk
  5. Veelkleurige gevels van Poznan
  6. De overweldigende natuur van de Mazurische Meren
  7. Grootsheid van het Wawelkasteel in Krakau
  8. Palac Kultury i Nauki, oerlelijk maar mooi tegelijkertijd
  9. Vredig en klein Torun
10. Gezelligheid van Sokop, badplaats aan de Oostzee

WARSCHAU

Kronkelende kasseien loodsen ons door een labyrint van straatjes, langs gezellige pleintjes en beschilderde gevels. We slenteren door Stare Miasto, de Oude Stad van Warschau, eens de architecturale parel van Polen, maar in 1944 in puin herschapen door het brute geweld van de Nazi's. De Oude Stad werd volledig heropgebouwd, met eerbied voor het verleden. Vooroorlogse tekeningen, schilderijen en foto's werden gebruikt om de authenticiteit van het stadscentrum te vrijwaren. Het is verbluffend hoe de Polen erin geslaagd zijn de sfeer van weleer opnieuw te creëren.
Dziękuję! De orgelspeler bedankt ons voor de fooi op het Rynek Starego Miasta, de grote markt van Warschau. We passeren het museum, gewijd aan Marie Curie. Samen met Fryderyk Chopin, Karol Wojtyla (paus Johannes-Paulus II) en Copernicus vormt zij de helden van Polen. Polen zijn trots op hun land. Aan vele gevels hangt de rood-witte Poolse vlag.
Ook de Japanners en Chinezen hebben Warschau ontdekt. Schichtig en nerveus laveren ze langs de vele toeristen en bezienswaardigheden. Bewonderend en hevig discussiërend bekijken ze de Barbican, een stadspoort daterend uit 1548. De vestigingsmuur maakt een wijdse bocht, terug naar het Koninklijk kasteel, van waaruit we een schitterend zicht hebben op Praga, een East End of London in wording.
Een bescheiden monument herinnert aan de meest beklijvende constructie van het Joodse getto : de voetgangersbrug over de Chlodnastraat die de beide delen van het getto van Warschau verbond. Even verderop zien we de schaarse restanten van het Joodse getto. We wandelen verder en houden halt aan Sienna 55, waar in de binnenplaats van het appartementsgebouw overblijfselen van de muur rond het getto te zien zijn. In 1943 kwamen een aantal moedige Joden in opstand. Een maand later veegden Duitse tanken en pantsertroepen de straten van het getto schoon en slachtten ze op een gruwelijke wijze de verzetsstrijders af. Op het moment dat Hitler besloot het Duitse rijk uit te breiden, leefden er 350.000 Joden in Warschau. Enkel New York telde meer Joodse bewoners. Amper zes jaar later was de Joodse gemeenschap in Warschau weggeveegd. De meesten stierven in het getto of in de gaskamers van Treblinka.
Het kolossale Palac Kultury i Nauki doemt voor ons op. De toren met zijn klokken hadden we reeds boven de huizen en tussen de hoogbouw opgemerkt. Het stalinistische gebouw kon de bewoners van Warschau niet bekoren. Het was hét symbool van de Russische onderdrukking en een doorn in het oog van menig Pool. Het mooiste zicht op Warschau is vanop de panoramische verdieping van het Paleis van Cultuur en Wetenschap, grappen vele Polen. Je kan het paleis dan niet zien! >ij flitsen met de lift naar de dertigste verdieping van het hoogste gebouw van Polen en zien de grijze aanblik van de betonnen communistische woonblokken, die het stadsbeeld nog steeds domineren, ondanks de vele inspanningen om de stad moderner en westers te doen lijken.
We steken de Wisla over en trekken naar Praga. Deze verpauperde buurt wordt nieuw leven ingeblazen. Street-art en hippe straten moeten toeristen trekken. Ondanks de vele inspanningen is de revival van het oostelijke district van Warschau nog steeds geen succes.

MIKOLAJKI - MAZURISCHE MEREN

Ons hotel in Mikolajki is neergepoot op een landtong in het Jezioro Mikolajskie. Vanuit het terras van onze kamer glinstert het meer terwijl de andere oever schittert in de zonnestralen van de late namiddag. Het dorp ligt er idyllisch bij. We wandelen over de brug die de landtong met Mikolajki verbindt. Een zoete walm van suikerspinnen komt ons tegemoet. De oever is één langgerekt lint van bars, restaurants en eetkraampjes. Verkopers brengen allerlei prullaria aan de man terwijl boten en andere vaartuigen verhuurd worden om het water te bestormen.
De volgende dag fietsen we rond het meer van Czos, één van de vele Mazurische Meren. Het is er veel rustiger. Waterlelies vullen de oevers terwijl eenden gretig het toegeworpen brood verorberen. Later trekken we ook nog naar het meren van Luknajno, waar tientallen zwanen zijn neergestreken, en Sniardwy, het grootste van alle meren.

MALBORK

Een foto van het verwoeste Kasteel van Malbork uit 1945 ontvangt zijn bezoekers. De geschiedenis heeft Polen tal van kastelen nagelaten maar geen enkel kan zich meten met de kolos van rode baksteen die Malbork is. Het kasteel is behoorlijk goed heropgebouwd al zie je verschil in baksteen en zijn niet alle sporen van de Wereldoorlog en de bombardementen uitgewist.
We stappen het schitterende binnenplein op, laten ons leiden door de talrijke gangen en kamers, vergapen ons aan kleine details van ramen, zolderingen en gewelven. Drie broertjes hebben elk een zwaard gekregen en wanen zich Teutoonse ridders. Zaatakować! (ten aanval)
Binnen de kasteelmuren verzamelen zich tal van stalletjes waar worst, gegrild vlees, frieten en dergelijke wordt verkocht. De eetkraampjes zijn fraai aan de omgeving aangepast en storen niet. Wij houden het bij het meegebrachte broodje met kaas.

GDANSK

Barnsteen, scheepswerven, Lech Walesa en de gouden jaren van de Baltische handel worden vereenzelvigd met Gdansk. De bombardementen van de Tweede Wereldoorlog legden deze trotse stad in puin, tegenwoordig bezoeken honderden toeristen de zorgvuldig gerestaureerde oude binnenstad. Het is dan ook druk. We kunnen op de koppen lopen. We vertrekken deze keer zonder zorgvuldig uitgestippelde wandeling.
We dwalen kriskras door de Glowne Miasto of binnenstad, een netwerk van pittoreske en soms smalle straatjes. De avond voordien waren we reeds even de Lange Markt opgewandeld, maar dreigend onweer en een ferme regenbui dreven ons terug naar het hotel. Nu schijnt de zon en kruipt het kwik boven de vijfentwintig graden. We steken een zijarm van de Wisla over lopen door de Groene Poort, groen omwille van het koper op het dak. We wandelen door de Dluga, de lange, fraaie hoofdstraat van de oude binnenstad. We hebben ogen te kort om de fraaie gevels te bewonderen. De klokkentoren stijgt boven de straat uit terwijl Neptunus, de koning van Gdansk, statig pronkt op de fontein naast het stadhuis. Een mensenzee vergaapt zich aan de middeleeuwse huizen al is het overgrote deel meer bezig met het verorberen van lódy, gofry, gebakken worst of het drinken van een halve liter bier. De buikomvang van menig Pool overstijgt dan ook de middelmaat!
Aan de Grand Armoury, het arsenaal van Gdansk, zien we duidelijk Nederlandse invloeden. Ooit was Gdansk één van de rijkste en belangrijkste Hanzesteden en had het levendige culturele en commerciële banden met de Lage Landen. Het symbool van de stad is niet verwonderlijk de middeleeuwse havenkraan, die werd gebruikt voor het laden van koopmanswaar. In het Mariastraatje zien we de typische terrasjes van vroeger. Nu zijn het vooral galerijen en winkeltjes waar de befaamde amber verkocht wordt. Aan de Mariakerk werd 159 jaar gewerkt. Het is de grootste stenen kerk wereldwijd.
We sluiten ons stadsbezoek af in het Muzeum II Wojny Swiatowej, het indrukwekkende museum over de Tweede Wereldoorlog. We worden ondergedompeld in de geschiedenis, vanaf de aanloop van WOII, over de terreur van de concentratiekampen tot de koude oorlog erna. Aangrijpend zijn de vele 'persoonlijke getuigenissen' van eenvoudige mensen. De dagboeknotities van de 14-jarige Tania Sawiczewa grijpen je naar de keel. Ze noteerde de datum en het uur waarop elk familielid stierf. Op de laatste pagina staat alleen Tania is er nog …

SOPOT

In de zomer vragen we een kleine bijdrage om op de pier te wandelen, zegt een vriendelijke vrouw als we het staketsel van Sopot willen opwandelen. Een beetje beduusd betalen we 8 zloty. De pier reikt 500 meter de Oostzee in. Vroeger werd de houten constructie vóór de winter afgebroken om ze in de lente terug op te bouwen. Sinds het einde van de vorige eeuw blijft het staketsel jaar in, jaar uit staan, al werd het in 2004 door de hevige stormen gedeeltelijk beschadigd.
Heel wat volk flaneert over de pier, met de meest uiteenlopende outfits. En … smaken verschillen. Een tiental vakantiegangers waagt zich op een speedboot het water op. De boot davert met een denderende vaart over de golven. Ook het strand trekt heel wat zonnekloppers. Sopot is dan ook de favoriete plek voor heel wat Polen uit Gdansk, maar ook uit Warschau of Wroclaw. Het is een gezellige badplaats, met mooie lanen, gezellige pensions en statige hotels.

TORUN

Parking vinden in Torun is een hele opdracht, zeker als ons plannetje niet meer klopt omdat de hoofdstraat opgebroken is. Uiteindelijk slagen we erin een plekje voor onze wagen te vinden. De geboortestad van Copernicus is één van de weinige Poolse middeleeuwse steden die onbeschadigd de Tweede Wereldoorlog heeft doorstaan. We wandelen over de keienstraatjes naar de ruïnes van het fort en trekken naar de rode bakstenen stadstoren. We zetten onze tocht verder langs de Vistula, die tegen de tijd dat hij Torun bereikt aangezwollen is tot een machtige, brede rivier. Over de lengte van zeshonderd meter staan langs de rivier vestigingsmuren en wachttorens. De laatste is gebouwd op lemen grond en volledig scheef gezakt.
Terug op het centrale plein vleien we ons in de zachte stoeltjes van het terras van een koffiehuis neer. We bestellen koffie en een stuk appeltaart. De zon prikkelt onze huid.
Op de Rynek Staromiejski torenen het stadhuis, de kathedraal van Johannes de Doper en het Muzeum Torunia boven de terrassen uit. Het kwik klimt weer hoog vandaag, tot net geen dertig graden. Een aantal kinderen verfrissen zich aan de fontein, terwijl enkele anderen verkoeling vinden bij een poort waar water verneveld wordt.

POZNAN

Het is rustig in Poznan nu de studenten thuis zijn. We hebben het indrukwekkende Stary Rynek bijna voor ons alleen. Rondom het met keitjes geplaveid plein staan statige herenhuizen, in de meest uiteenlopende kleuren geschilderd. Trekpleister is echter het schitterende renaissancistische stadhuis, met levendige decoraties. We wandelen door de straatjes van de binnenstad en passeren leuke cafeetjes en kleine winkeltjes. Het Plac Wolnosci ligt volledig open. Arbeiders zijn bezig met het aanleggen van het plein dat toegang verschaft tot het nationale museum. Het herbergt een rijke collectie Poolse, Italiaanse en Vlaamse kunstwerken. Een kunstwerk is ook het interieur van de kerk van de heilige Stanislaw, als is kitscherigheid niet ver weg.
We rijden naar Wroclaw. Ook nu zien we vele wegenwerken en rijden we gedeeltelijk over oude wegen en zeer nieuwe snelwegen. De gps van onze huurwagen slaat meer dan eens tilt. Over heel Polen rijzen nieuwe wegen uit de grond, veelal gesubsidieerd door de Europese Gemeenschap. Geld krijgen van Europa en datzelfde Europa door het slijk halen. Meer hypocrisie kunnen we ons niet inbeelden.

WROCLAW

Wroclaw overweldigt ons. We stappen het hotel uit en zien een machtig, gotisch bouwwerk. De Sint-Elizabethkerk is één van de oudste kerken van de stad. Het interieur is sober maar de beklimming van de toren is de moeite waard.
Onder de indruk van de dominante kerk stappen we het Rynek op. We staan perplex. Het plein is gewoonweg schitterend. De klokkentoren van het stadhuis is indrukwekkend en torent hoog boven de markt uit. We kunnen het ons moeilijk voorstellen dat na de bevrijding door de Russen in 1945 het grootste deel van het Rynek en de omliggende straten een smeulende puinhoop was. Naast het Rynek ligt het meer sobere Plac Solny, vroeger een zoutmarkt waar de zakken met het kostbare witte goedje werden verhandeld, nu zien we vooral bloemenstalletjes en de obligate eethuisjes.
We trekken naar de Oder. Wroclaw is gebouwd op twaalf eilandjes in deze rivier, die zich opsplitst in verschillende kanalen. De oevers van de Oder werden ingericht als weelderige boulevards. Het straatbeeld wordt gevuld door meer dan honderd bruggen. We passeren moderne meergezinswoningen, maar zien ook de minder aantrekkelijk betonnen woonhuizen van tijdens het communistische regime. In de Hala Targowa, gebouwd in 1906-1908, gonst het van bedrijvigheid. Marktkramers prijzen er hun waren aan, van vlees over bloemen tot groenten en fruit.
De Most Piaskowy leidt ons naar het eiland Ostrow Tumski, het oudste en meest schilderachtige gedeelte van Wroclaw middenin de rivier. We verdwalen in de kleine straatjes en bewonderen de oude architectuur. De Tomskibrug wordt volledig gerenoveerd en we moeten een hele omweg maken om de Kathedraal van Sint-Jan-de-Doper te bezoeken. We beklimmen de toren en genieten op één van de torens van een indrukwekkend panorama over de stad. We wandelen terug naar de binnenstad en zoeken naar kabouters. Wroclaw plaatste een serie beeldjes van kabouters ter ere van de ludieke verzetsbeweging Oranje Alternatief, die de kabouter als symbool voerde. Gaandeweg zijn er meer dan 400 kleinere kabouterbeeldjes bijgeplaatst, verspreid over de hele stad.

AUSCHWITZ-BIRKENAU

Gidsen in het Engels, in een vreemde taal, helpt me, antwoordt onze gids op mijn vraag of de gruwelijke verhalen haar niet keer op keer emotioneel raken. De subtiliteit van de harde woorden gaan wat verloren als je niet in je moedertaal praat. Ze zucht. Het is duidelijk geen zoveelste clichévraag die ze voorgeschoteld krijgt aan het eind van de rondleiding in Auschwitz en Birkenau. De naam Auschwitz staat symbolisch voor de holocaust, voor de concentratiekampen van Nazi-Duitsland.
Auschwitz was een verzameling van concentratie- en vernietigingskampen rond het Poolse stadje Oświęcim. We bezoeken eerst Auschwitz I, met de gekende slogan Arbeit macht frei boven de toegangspoort. Dit kamp was een werkkamp waar Poolse politieke tegenstanders, Russische krijgsgevangenen en criminelen opgesloten werden. We wandelen langs de gebouwen waar de gevangenen gehuisvest werden. We zien de isoleercellen waar gevangenen niet konden zitten, laat staan slapen. De sfeer is bedrukt. Een Joods Amerikaans gezin willen hun dochters deze geschiedenis niet onthouden. De meisjes zijn duidelijk onder de indruk.
De échte gruwel ervaren we in Auschwitz-Birkenau, een vernietigingskamp. Het is dit kamp waaraan de meeste mensen denken bij het horen van de naam Auschwitz. Joden werden vanuit alle hoeken van Europa naar hier gedeporteerd. Ouderen, zwakkeren, kinderen maakten geen kans tijdens de selectie en werden onmiddellijk vergast. Diegenen die gevangenen gezet werden, stierven veelal binnen de drie maanden van het zware werk, de ontbering en de leefomstandigheden in het kamp. We wandelen over straten tussen grasperken. Toen was er geen gras, maar modder in de winter en stof in de zomer. Muggen en ongedierte verspreidden ziektes. Stilletjes wandelen we verder en passeren een oude treinwagon, waarin de Joden naar Auschwitz-Birkenau werden getransporteerd. De wagon staat allen, als een symbool van de wreedheid. We stappen één van de barakken binnen, waar mensen in stapelbedden, drie hoog met amper ruimte, gepropt werden. Het is geen fraai beeld van de mensheid dat we hier voorgeschoteld krijgen. We wílden dit echter zien, om nooit te vergeten. Those who do not remember the past, are condemmed to repeat it.

KRAKAU

Het is zondag en we bezoeken de Mariakerk in Krakau. De kerk zit propvol, voor de eucharistieviering. Elke kerk zit op zondag afgeladen vol in Polen. Het katholieke geloof is nog sterk verankerd in de Poolse maatschappij. De Polen zijn dan ook fier op Karol Wojtyla, hún paus, wiens foto menig straatbeeld siert. Oud én jong is hier praktiserend katholiek. In kerken maakt iedereen een kruisteken en knielen ze voor de Heilige Maria.
We staan op het Rynek Glowny en weten niet eerst waarnaar te kijken. Voor ons overheerst de Sukiennice (de naam betekent Lakenhal) de grote markt. Het grote complex werd in de veertiende eeuw gebouwd en is een 'winkelstraat' met verschillende stalletjes. Buiten de hal staan tientallen kraampjes met etenswaar en andere prullaria. Van het stadhuis is enkel de toren overeind gebleven. De rode bakstenen toren huisvest nu een deel van het Museum van Krakau. Vanop de toren kan je van een fraai panorama genieten.
We wandelen via de Royal Route naar de Barbican, de versterkte stadspoort. De Poolse koningen betraden de stad vanuit het Noorden en trokken via de ulica Florianska en het Rynek naar het kasteel op de Wawelheuvel. Wij treden in hun voetsporen en beklimmen de steile heuvel van het kasteel. De heuvel wordt gedomineerd door de Wawelkathedraal. In dit gebouw, dat een mengelmoes van bouwwerken is, werden de Poolse koningen gekroond. Ook hier is het hopeloos druk. We volgen de mensenzee en zien de Vistula aan onze voeten liggen. We wandelen terug naar beneden en vleien ons in het gras van de oever van deze machtige rivier. Aan de overkant van de Wisla schittert het Wawelkasteel in de goudgele zonnestralen.
 
We stappen ons hotel (INX Design) uit, gelegen in de voormalige Joodse Kazimierzkwartier. We wandelen door de kleine, met klinkers geplaveide straatjes. De buurt ontwikkelt zich razendsnel tot een hippe uitgangsbuurt. Gezellige cafés wisselen zich af met oude synagoges en verkrotte woningen. Trendy restaurants en aparte boetieks schieten er als paddenstoelen uit de grond. We vleien ons neer op een terrasje, voor een kop koffie en om naar mensen te kijken. Een oude dame met oranje haar, twee verliefde meisjes en een stel hard rockers passeren ons tafeltje. Een nerveuze Chinees zoeft voorbij terwijl een bejaard koppel langzaam voorbij wandelt, elkaar ondersteunend.

WIELICKA ZOUTMIJNEN

We overwinnen meer dan driehonderd trappen om diep in de ingewanden van Zoutmijn van Wieliczka door te dringen. We maken kennis met de werkomstandigheden van de mijnwerkers, ontdekken de immense uit het zout gehouwen grotten en ondergrondse meren. De gids loodst ons langs sculpturen en beelden. Alles bestaat hier uit zout. You can lick the floor if you don’t belief me, zegt onze gids op zijn kurkdroge toon. Licking five kilos of salt is included in the price of the ticket. (Lik maar van de vloer als je me niet gelooft. Vijf kilo zout oplikken is inbegrepen in de prijs).
We vervolgen onze weg door het doolhof van gangen. Nu is het er koel, destijds warm, stoffig en gevaarlijk. Methaangas stapelde zich op en kon, in verbinding met zuurstof, ontploffen.
Eén van de grotten is zo hoog dat er een wereldrecord bungeejumpen werd gevestigd. Maar de blikvanger is de ondergrondse kerk, de kapel van Sint-Kinga, die volop in gebruik is en waar zelfs huwelijken plaatsvinden.

ZAKOPANE - TATRAGEBERGTE

Ruim twee uur hebben we nodig om de zeventig kilometer naar Zakopane te overbruggen, slingerend door dorpen, laverend langs wegenwerken en door berg en dal. De weg is één lang lint van auto’s, bussen en vrachtwagens. Niet verwonderlijk, jaarlijks zakken anderhalf miljoen bezoekers af naar dit skioord, gelegen aan de voet van het Tatragebergte. We plannen een wandeling door de Gasiennicowa-vallei en willen ook de top van de Kasprowy Wierch per … kabelbaan bereiken. Onze plannen vallen -letterlijk en figuurlijk- in het water. De volgende dag kondigt zich aan met bliksem en donderslagen. Mist vult de vallei en regen maakt de bergpaden (te) glibberig. We beslissen wijselijk om binnen te blijven en wandelen in de namiddag naar het centrum van Zakopane, tussen de regenbuien door.
 
Een einde in mineur van een meer dan geslaagde Ronde van Polen.
Do widzenia, Polska!