PIËMONTE

Met de scooter door de barolostreek.

In de zomer van 2010 snorden we vijf dagen door het onvolprezen Piëmonte, in het noorden van Italië. Streek van lekkere barolowijnen, van schitterende landschappen, van slow food.
We logeerden in Monforte d'Alba, snorden naar Barolo, Bra en Barbaresco. Dineren deden we in de sterrenzaak van Davide Palluda, tussen de Italianen in Treiso en in het speciale Case della Saracca.

LA DOLCE VESPA

Er schuilt een motard in elk van ons. De heruitzendingen van het Canvasprogramma De Bende van Wim wakkerden de drang naar vrijheid, naar romantiek op twee wielen, naar kameraadschap op de weg terug aan. Plannen werden gesmeed. Routes werden uitgestippeld. Bij gebrek aan techniek en rijervaring met een echte motor, opteerden we voor het lichtere werk. Voor de Vespa, het symbool van het onvervulde verlangen (volgens de Italiaanse schrijver Umberto Eco). De Bende van Wim wordt de Bende van Riet. We zijn klaar voor een tocht door het onvolprezen Piëmonte, in het noorden van Italië. Streek van lekkere barolowijnen, van schitterende landschappen, van slow food. Kortom, van het goede leven.

TOP-10

  1.  De zalige geneugten van het leven: (Italiaans) eten en wijn.
  2.  De vrijheid van te toeren op een vespa.
  3.  De vele pittoreske  dorpjes op de heuvels van Piëmonte.
  4.  Het uitzicht op de Langhestreek vanuit La Morra.
  5.  Het uiterst charmante stadje Cherasco.
  6.  De betoverende Superga, de basiliek die boven Turijn uittorent.
  7.  Het onvolprezen kasteel van Grinzane Cavour.
  8.  De immense Mole Antonelliana, 167 meter hoog.
  9.  Slenteren door Bra, hét mekka van de slow food.
10.  Winkelen in de grootse, statige galerijen van Turijn.

REISROUTE

VILLA BECCARIS IN MONFORTE D'ALBA

Na een laatste steile klim houden we halt voor Villa Beccaris, ons hotel voor de volgende dagen. Het is vroeg in de ochtend. We zijn wat moe van de lange, eindeloos durende autorit, over Franse snel- en tolwegen, door de tunnel van de Mont Blanc, langs glooiende Italiaanse landschappen. We verlangen naar wat rust.
Een bijzonder vriendelijke bediende aan de onthaalbalie verlost ons. De kamers zijn al klaar. Netjes gepoetst, de bedden opgemaakt met maagdelijk wit linnen. Het is zeer welgekomen boodschap. In geen tijd zijn we uitgepakt en storten we ons op het smaakvolle ontbijt.
De rest van de dag verdwalen we in de smalle steegjes van het charmante dorpje Monforte d'Alba. Hoog gelegen op één van de vele Piëmontese heuvels biedt het adembenemende panorama's van de wijngaarden van de Langhe. Als patchwork liggen de vigna van de befaamde barolo's en barbaresco's tegen de heuvelruggen geplakt. We verpozen op het uiterst charmant dorpsplein, de Piazza Umberto I. Een naam waar we nog op zullen stoten. Alles heet hier Cavour of Umberto.br>'s Avonds dineren we in La Salita, een bijzonder complexloze trattoria. Riet proeft voor het eerst vitello tonnato, flinterdunne schijfjes gebakken en gemarineerd kalfsvlees met een mayonaise van tonijn. Verrukkelijk. Ook de pasta al ragú, de zeebaars in papillot en het kalfsvlees smaken overheerlijk. Pure smaken van kraakverse producten. Overgoten met hemelse godendrank, van druiven gerijpt op de flanken van de Langheheuvels. Alles wordt in het huis bereid. Authentiek, naar aloude familierecepten. Niets apart op zich maar daarom wellicht zo smaakvol. Simpel en eerlijk.

BARBARESCOROUTE

Verbaasd kijkt de eigenares van Ferrero Motors op. De reservatie voor de vespa's werd door de lokale VVV niet aan hen bezorgd. Maar geen nood. Ze vinden wel een oplossing. Een kwartier later staan twee glimmende vespe op ons te wachten. Como sta? vragen enkele statige heertjes terwijl ze onze fonkelende vespa's bewonderen. Vooral het fel oranje tweewielertje in retrostijl van Stefan springt in het oog. Molto bene, antwoorden we in volleerd Italiaans.
De eerste kilometers houden we het rustig. We moeten onze nieuwe tweewielers nog ontdekken. Na het degusteren van enkele onvolprezen lokale wijnen gaan we met meer souplesse en flair door de bochten van het heuvelachtige Barbarescogebied.

In Barbaresco houden we halt. De kerk, klokkentoren en toren van het kasteel staan broederlijk naast elkaar. Achter de kapel ligt een enoteca, die ons op een wijndegustatie uitnodigt. Voor twee euro per persoon degusteren we een (te) scherpe barbarescowijn en twee heerlijke barbera's. We gieten de godendrank vlotjes binnen. Het gesprek loopt iets minder vlot. De vrouw des huizes praat enkel Italiaans. Wij behelpen ons met een handvol woorden Italiaans, onze woordenschat aan Latijnse uitdrukkingen en de universele gebarentaal. We begrijpen elkaar.
Neive plakt tegen een brede heuvelrug aan. Een typisch Piëmontees dorpje, met nauwe straatjes, zijn eigen castello, verweerde en afgeblakerde muren en charme, veel charme. In Treiso houden we halt om te eten. Er is geen menu in restaurant Risorgimento. De kokkin in hoogsteigen persoon declameert wat de pot schaft. Slow food. We eten vitello tonato, taglioni al ragú, tonijn met groentjes, gnocchi met tomatensaus en gevulde ravioli met boter en salie. Verrukkelijk. Voor slechts 43 euro. Voor vier personen! We bestellen koffie. Uno Americo!? roept de patron verontwaardigd. Ze schenken enkel caffe (een klein kopje heerlijk straffe espresso). Water is om te wassen en melk is voor baby's. We durven niet anders dan aan de espresso's te slurpen. Met een klein beetje melk. Het kost uiteindelijk maar 43 euro.
De Sette fraterni worden verschroeid onder de felle middagzon. Hier pikken we in op de Strada Romantica die Piemonte van Vezza d'Alba tot Camerana doorklieft. Wondermooie dorpjes en glooiende landschappen vol druivenranken schuiven naast ons voorbij. Op de motor ervaar je een streek volledig anders. Je schuift door de wereld. Met de wagen rijd je door het landschap, met de motor waan je je een deel van de omgeving. En je ruikt ook alles. Kortom, je beleeft alles veel intenser dan in een wagen. Slingerend krult de weg de hoogte in om zich vervolgens via haarspeldbochten in de diepte te smijten. Bergop eisen we het maximum van de scooters. Kreunend bereiken we de top van de heuvel. Bergaf pruttelen de Piaggio's zachtjes.

BAROLOROUTE

Barolo baadt in de ochtendzon. Het kwik loopt tot ver boven de twintig graden op. De zonnestralen kleuren de omliggende wijngaarden intens goudgeel. Barolo is een klein dorpje met een uitstekende appellatie (Denominazione di Origine Controllata e Garantita in het Italiaans of kortweg DOCG). We parkeren de fel oranje en muisgrijze vespa's in het centrum van het dorp. We wandelen naar het kasteel, willen het wijnmuseum bezoeken. Het is gesloten, wegens renovatiewerken. Er wordt veel verbouwd en gerenoveerd in Piëmonte. Boven elk dorp torent wel een kraan uit.
Met op de achtergrond de wit besneeuwde toppen van de Alpen in de Aosta Vallei scheurt kasteel na kasteel aan ons voorbij. We voelen ons nu behoorlijk op ons gemak op onze Vespaatjes. Gezwind sturen we de tweewielers de bochten in, mennen de 10pk onder de kap en snorren de heuvels op. La Morra oogt fraai. We houden halt aan de voet van het dorp en klimmen naar de citadel waar we een prachtig zicht hebben op de omgeving, het kasteel en de kerk.
Tegen de middag bereiken we Alba. Op de grote weg naar Alba trekt de kilometerteller van de vespa's naar de tachtig per uur. De koele bries doet deugd. Stoppen betekent zweten want het is knalheet. We zoeken verkoeling op in de smalle straatjes van Alba en botsen op de Vecchia gallina (de oude kip), een gezellige trattoria, ver weg van de toeristische valkuilen. Lokale Italianen maken van hun middagpauze gebruik om uitgebreid te tafelen, anderen beperken zich tot een pasta of slaatje. Vergezeld van een overheerlijke barolo of barbera, salute! Wij denken even niet aan diëten en bestellen gulzig antipasta, pasta én dolce. De grissini (broodstengels) en foccacia zijn kraakvers en smaken geweldig.

We springen terug op de vespa's en stuiven we weg. De stad uit, weg van het asfalt. Terug naar het platteland, naar de onvolprezen heuvels van Piëmonte. De contouren van het kasteel van Grinzane Cavour tekenen zich tegen de horizon af. Het castello huisvest de Ridders van de Orde van de Truffels en de Wijnen van Alba. Fier presenteren ze de fenomenale bedragen die neergeteld worden voor truffels, het zwarte en witte goud. En een gastronomische delicatesse. Wij moeten ons van deze geneugten jammer genoeg onthouden. Er zijn gewoon geen (verse) truffels. Het oogstseizoen situeert zich in september en oktober. Dan trekken de truffelboeren met hun honden de bossen in om op angstvallig geheim gehouden plaatsen deze lekkernij te oogsten.
Fontanafreddo is de grootste wijnproducent van de streek. Het wijndomein is een dorp op zich. Het domein omvat de voormalige koninklijke jachtvelden waar einde negentiende eeuw de bomen werden gerooid om plaats te maken voor wijnranken. In de enoteca vragen we om een rondleiding. We hebben pech. Enkel op zaterdag en zondag zijn er individuele bezoeken aan de wijngaarden en -kelders. Tijdens de week leiden ze enkel groepen rond. We kunnen hen niet overtuigen dat een groep van vier ook een groep is. Dan maar terug naar af. Onze laatste stop is Serralunga d'Alba, ook een uitstekende terroir voor barolo's. Het obligate kasteel rijst hoog boven het dorp uit. Het uitzicht is prachtig. De zonnestralen van de late namiddag kleurt de omgeving charmant geel. Maar het kasteel is gesloten. Het enige terras dat Serralunga rijk is, wordt door landgenoten overbevolkt en in Roddino is er ook al geen drankgelegenheid die naam waardig. We puffen dan maar huiswaarts om na een plons in het zwembad van Villa Beccaris ons te laten bedwelmen door de kruidige aroma's van barolo's en barbera's of de sprankelende bubbels van de lokale spumante. La vita è bella.

ROEROROUTE

De eerste kilometers van dag drie slingeren nog door de Piëmontese heuvels. Dan wordt het vlakker. We cruisen door uitgestrekte landschappen. Achter ons breekt de zon door de ochtendmist. Verblindend schitteren de zonnestralen in de kleine achteruitkijkspiegeltjes. De vespa's zingen aanstekelijk. We vreten kilometers, snuiven de geur van het warme asfalt op. Getaand door de zon en een ferm briesje bereiken we Bra, hét mekka van de slow food.
Bra is niet enkel voor zijn gastronomie een exquis oord. Fraaie kerken, mooie pleinen en leuke terrasjes geven het stadje een gezellige sfeer. De overijverige en bijzonder vriendelijke dame van het toeristenbureau bezorgt ons een volle zak informatie. Ze kan niet op onze casci passen. Ze moet soms het bureel verlaten en kan ze niet in het oog houden. Haar teleurstelling ons niet te kunnen helpen is groot. Geen nood. We zijn het inmiddels gewoon de helmen mee te zeulen. We wandelen door de nauwe straatjes, flaneren langs aantrekkelijke en moderne winkels, houden halt bij een immense en fraai versierde kerk.
Dan springen we terug onze vespa's op. Hit the road. We rijden richting Canale, passeren eerst nog langs San Stefano. Ogenschijnlijk onbelangrijk, ware het niet dat één van de bendeleden van Riet nu juist Stefan heet. We konden het oord gewoon niet links laten liggen. En dan bereiken we Canale. Het stadje waar twee dagen geleden onze tocht door de Langhestreek startte. De lus is rond, de tocht ten einde. Met wat weemoed nemen we afscheid van de vespa's, ons symbool van avontuur en vrijheid, herinnering aan een onbezorgde vakantie en kameraadschap.
Canale heeft weinig te bieden. Eén winkelstraat, een keurige piazza mét kerk, een klooster van zusters én de het sterrenrestaurant van Davide Palluda, all'Enoteca. We hebben gereserveerd. Willen zijn befaamde authentieke Piëmontese keuken met eigentijdse toets absoluut proeven. Eerst moeten we ons nog verlossen van bezwete T-shirts en vuile shorts. We vleien ons neer op het terras van een kleine bar. De lokale bevolking komt er na het werk aperitieven. Ze drinken een fel oranje kleurig goedje. We volgen. Het is cinzano, chardonnay en Schweppes tonic. Fris en lekker. Eén voor een duiken we de kleine toiletruimte in. Eerst Martine. Ze vertrekt in T-shirt en beige ritsbroek, boven roodkleurige wandelsandalen om opgetut in een romantisch kleedje en fraaie schoentjes met hakjes terug te verschijnen. De Italianen wisselen enkele blikken van verwondering uit. De verwarring wordt nog groter als even later Riet als femme fatale, getooid in een gitzwart, sexy kleedje, terug ten toneel verschijnt. Over de mannen zwijgen we. Daar hadden die Italiaanse macho's geen oog voor. Fris en omgekleed trekken we naar all'Enoteca, waar we overheerlijk dineren.

TURIJN

Het verkeer op de E717 richting Turijn is veel rustiger dan aangekondigd. Binnen het uur staan we voor de poorten van Turijn, de hoofdstad van Piëmonte. We laten de stad links liggen en slingeren naar de beroemde basiliek van Filippo Juvara, de Basilica di Superga. De barokke kerk staat boven op een 669 meter hoge heuvel en torent boven de Po en Turijn uit. De stad is gehuld in een vaalgele nevel. Aan de horizon zien we besneeuwde toppen van de Alpen.
De basiliek is tussen 1717 en 1731 gebouwd voor Victor Amadeo II. De aanleiding voor de bouw zou een belofte zijn van de koning tijdens het beleg van 1706. Vanaf de heuvel bekeek hij met zijn neef de opstelling van zijn troepen. Toen zou hij beloofd hebben dat hij op de plaats van de Mariakapel een basiliek zou bouwen als het hem zou lukken Turijn te bevrijden van de Franse en Spaanse troepen. Enkele dagen later was Turijn bevrijd, de kerk kwam er pas 25 jaar later.
De basiliek oogt indrukwekkend. De immense koepel reikt naar de haast ongrijpbare witte wolkenmassa. Vele heersers van het geslacht Savoyes liggen in het mausoleum begraven. De heuvel was in 1949 ook onderdeel van een ramp. Toen stortte een vliegtuig in dichte mist en hevige regenval op de heuvel neer. In het toestel zaten spelers en begeleiders van de voetbalclub AC Torino. Een gedenksteen herinnert hieraan.

We zakken af naar de stad. Het is een mooie stad. Eén van de modernste steden van Italië. We rijden naar het centrum van de stad en parkeren gemakkelijk in het hartje van de stad. Vervolgens flaneren we langs winkels in de grootse galerijen. Langs de exclusieve boetieks van Versace, Dolce & Gabana en Tommy Hilfiger.
Op de Piazza Castello ligt het Palazzo Madama (nu huisvet het Museo d'Arte Antica in dit paleis), met façade en een laat-barokke prachtig trappenhuis. Aan de noordzijde van het plein Armeria Reale ligt het voormalige koninklijk paleis uit de zeventiende eeuw. Fonteinen geven het plein een speels karakter. We trekken richting de duomo waar de omstreden lijkwade van Turijn bewaard wordt. Martine mag met haar ontblote schouders de dom niet in. Een nonchalant op haar schouders gegooid truitje biedt de oplossing. Het koor is versierd met een immense schilderij. We rusten even uit. Een man probeert de omstaanders van de authenticiteit van de lijkwade te overtuigen. Hier kruisen wetenschap en religie de zwaarden.
We wandelen verder. De gerestaureerde Romeinse Porta Palatina (één van de vier Romeinse stadspoorten) springt in het oog. Kleine steegjes bieden wat verkoeling als we verder de binnenstad binnentrekken. Mooie barokke pleinen, met statige en verzorgde huizen. Achter de coulissen ontdekken we het onverzorgde, vuile en stinkende Turijn. Het toilet van de bar waar we op het zonovergoten terras van een aperitiefje genieten, spreekt boekdelen. De schone schijn wordt ook hier keurig opgehouden.

De dag vordert snel. In het Palazzo dell'Accademia delle Scienze bevinden zich het Egyptologisch museum, een van de belangrijkste in zijn soort ter wereld. We hebben echter geen tijd om de musea te bezoeken. Daarvoor komen we nog eens terug. Een citytrip naar Turijn. Het klinkt als muziek in de oren. We wandelen verder richting de Po. Links van ons doemt de immense Mole Antonelliana op. Honderd zevenenzestig meter hoog. Gebouwd als synagoge in de 19de eeuw, nu herbergt de toren het museum van de cinemanie.
's Avonds schuiven we de benen onder tafel in de Case della Saracca. De trattoria is zeer stijlvol ingericht. Tegen de heuvel gebouwd combineert de enoteca authentieke Piëmontese sfeer met moderne architectuur. Gedroogde hammen achter glas maken het decor uit terwijl de trap met gezellige nissen naar boven krult. De patron is zeer vriendelijk. De maaltijd is voortreffelijk. Fijne vleeswarenschotel met spumante, antipasti en pasta, gegrilde tonijn of kalfsvlees met gegrilde groenten en aardapplen, een lekkere Nebbiolowijn, koffie en grappa. Meer moet dat niet zijn. La dolce vita!
's Anderdaags is het leven minder mooi. We trekken terug huiswaarts. Laten Piëmonte en zijn bekoorlijke dorpjes achter ons.
Arrivederci, Italia!