NOORD-SPANJE

Traditie en toch modern.

HOMEEUROPASPANJENOORD-SPANJE

Sinds het in 1983 gedeeltelijke autonomie kreeg, is Baskenland aan een opmerkelijke remonte begonnen. Hypermodern en traditioneel gaan hier hand in hand, en dat is vooral zichtbaar in Bilbao, met zijn extravagant Guggenheimmuseum. Daarenboven mag Baskenland zich op culinair vlak tot een van de meest verfijnde keukens rekenen.
Daarnaast bezoeken we illustere 'bodegas' en uitgestrekte wijngaarden, waar prestigieuze Spaanse wijnen, zoals de rioja, hun oorsprong vonden. Dankzij haar ligging kende Navarra dan weer zowel cultureel als economisch welvaart. Getuigen daarvan de vele indrukwekkende kloosters en gracieuze kerken, die het landschap kleuren.
In juli 2020 trokken we door de Noord-Spaanse provincies.

REISROUTETOP-10

  1. Pittoreske dorpjes in de Rioja(wijn)streek.
  2. Modernistisch Guggenheimmuseum in Bilbao.
  3. Heerlijke pintxos bij La Cuchara de San Telmo.
  4. Idyllisch Parte Vieja van San Sebastian.
  5. Kleurrijk Hondarribia.
  6. De markante architectuur van de bodega's van de Riojastreek.
  7. De San Firmin-feesten, folklore in Pamplona.
  8. De betoverende kustlijn van het Baskenland.
  9. Wijnproeven in Marquez de Riscal.
10. Indrukwekkende zeeboulevard van San Sebastian.

KLEURRIJK HONDARRIBIA

Nabij Aldapa steken we de grens van Frankrijk naar Spanje over en bereiken even later Hondarribia.
We bezoeken de charmante badplaats en belangrijke vissershaven. In de historische stad, aan de monding van de Río Bidasoa, vallen vooral de typische en kleurrijke architectuur van de gebouwen op. De charmante wijk, met huisjes met rode, groene of blauwe luiken, lokt bezoekers die hier graag verzamelen voor een drankje met heerlijke pintxos, de Baskische variant van de Spaanse tapas. Het is er nu echter rustig. We zien maar weinig toeristen, bevreesd als velen zijn voor het covid-19-virus. In de oude -nog steeds omwalde- vestingstad is het heerlijk wandelen: de geur van wasgoed en het gefluit van vogels vullen de steile straatjes van deze pittoreske stad. We wandelen door de met klinkers geplaveide straatjes naar het centrum, waar we onze intrek nemen in de Parador de Hondarribia, eens de vesting van Karel V. Immense muren omzomen de binnenplaats, waar we verkoeling zoeken. Vanuit onze kamer hebben we een onbeschrijfelijk zicht op de Franse kust en de Golf van Biscaye.
We wandelen naar vissershaven. Het is zondag en de Spanjaarden komen massaal naar buiten. Op de kade en de aanpalende straten krioelt het van mensen. De terrassen zitten tjokvol. Een enkeling wapent zich met een mondmasker om besmetting te voorkomen. Wij keren terug naar de rustige (middeleeuwse) binnenstad.

FOLKLORE IN PAMPLONA

We verlaten Spaans Baskenland voor een halte in Pamplona, beroemd om zijn Fiestas de San Firmín (stieren in de straten). De oude vestingstad werd in de 9de eeuw hoofdstad van de provincie Navarra. De ommuurde stadskern herbergt de gotische kathedraal en de joodse wijk. De Plaza del Castillo, ook wel de huiskamer van Pamplona genoemd, vormt het hart van Pamplona, een uitgestrekt plein met voornamelijk 18de-eeuwse huizen, versierd met balkons, torentjes en pittoreske vensters. Hier verzamelt jong en oud voor de San Firmin-feesten, getooid in witte kleding en de opvallende rode zakdoeken of sjaals. Normaal worden de volgende zeven dagen stieren door de smalle straten gejaagd. Dapperen zullen de sterke horens trachten te ontwijken. Dit jaar is de traditie omwille van het covid-19-besmettingsgevaar afgelast.
Wij zoeken de behaaglijk friste van de Taconeratuinen op. Om 12 uur stipt horen we de knallen van El Txupinazo (het geweerschot), waarmee de San Firmin-feesten op het Plaza Consistorial van start gaan. De inwoners van Pamplona roepen de zin: ¡Pamploneses, Iruñatarrok, Viva San Fermín, Gora San Fermin¡ waarbij alle aanwezigen met hun rode sjaal zwaaien. Vanaf dat moment barst het feest los en eindigt het pas op 14 juli om middernacht met het lied pobre de mí. Wij wandelen langs de vestigingsmuren terug naar onze wagen en vervolgen onze weg naar Elciego.

ELCIEGO EN DE RIOJASTREEK

We verblijven in het wijndomein Marqués de Riscal, ontworpen door de wereldvermaarde architect Frank O. Gehry. Het domein produceert kwaliteitswijnen waarmee we tijdens de rondleiding op het domein en in de wijnkelders kennis maken. Proeven is er gelukkig ook bij. De witte verdejo smaakt fris en fruitig, de rode crianza kan me niet echt bekoren en de reserva van tempranillodruiven heeft potentieel maar is nog wat jong. Later op de avond bewijst de (gran) reserva zijn label van topwijn. De gerijpte versie van de gran reserva smaakt, samen met de gerechten van sterrenchef Francis Paniego, voortreffelijk.
Eerder trokken naar het Monasterio de Yuso in San Millan de la Cogolla. De Spaanse geschreven en gesproken taal is geboren in dit klooster. De eerste literatuur in het Castiliaans werd hier geschreven en ontwikkelde zich tot een van de meest gesproken talen ter wereld. We vervolgen onze tocht naar Santo Domingo de la Calzada, waar de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella passeert. De kathedraal torent boven de stad uit. We zoeken in de smalle steegje bescherming voor de felle zonnestralen.
We rijden naar Haro en Samaniego, het hart van de Riojastreek. Geklemd tussen Cordillera Cantábrica in het noorden en de Sistema Ibérico in het zuiden beschikt het wijngebied Rioja Alavesa over een microklimaat, waar de wijngaarden tussen de 400 en 800 meter hoog liggen. Het gebied produceert elegante frisse wijnen die vaak iets lichter van kleur zijn. De gezellige dorpjes en stadjes dragen wijn hoog in het vaandel. We rijden door groene wijngaarden, waar de druiven rijpen, langs spectaculaire bodega's, stuk voor stuk architecturale meesterwerken van toparchitecten. Voor we Laguardia bezoeken houden we halt bij het wijndomein Ysios, vermaard om zijn futuristische architectuur en uitstekende wijnen. Laguardia is een middeleeuws stadje waar de tijd bleef stilstaan. We keuvelen door de smalle straatjes over grillige kasseien.

RUST IN VITORIA-GASTEIZ

We verlaten Elciego en houden halt in Vitoria (Gasteiz in het Baskisch). De hoofdstad van Baskenland is één van de meest welvarende steden van Spanje. We rijden door de moderne buitenwijken van de stad en stallen onze wagen in de oude stad. Het hart van deze stad is de Plaza de la Virgen Blanca (Het Plein van de Witte Maagd). Opvallend zijn de vele balkons ombouwd met glas, alsof het hier steeds koud is.
Aan pleinen is er geen gebrek, met telkens een naam in het Spaans én Baskisch. Het mooiste pleintje is echter de Plaza del Machete waar de zeer mooie Iglesia San Vicente domineert. Het is warm en we zoeken de koelte van de vele parken op.

MODERNISTISCH BILBAO

Blikvanger in Bilbao is het Guggenheimmuseum van de hand van Frank O. Gehry. Dit meesterwerk van moderne architectuur biedt een kunstcollectie uit de 2de helft van de 20ste eeuw, en tijdelijke tentoonstellingen van hedendaagse kunst.
We arriveren net na de middag en trekken naar de futuristisch, boogvormige Zubizuri, een voetgangersbrug over de rivier. We wandelen langs de oever van de Nervion. De veelkleurige gevel van hotel Hesperia Bilbao trekt onze aandacht. Verderop zien we de tweede iconische brug, de vuurrode La Salve (de officiële naam is Puente Príncipe y Princesa de España). Op de pilaren van de brug ontdekken we een megalomane schilderij. Het is één van de bekendste street art kunstwerken van Bilbao. De Giltza Bat is van de hand van Veronica Werckmeister. Als we het kunstwerk van dichtbij bekijken, zien we dat in de murial verschillende kleinere tekeningen verborgen zitten.
De schubvormige titaniumplaten van het Guggenheimmuseum schitteren in de zon. We trekken verder en wandelen via het park naar het museum, dat zich in een mistgordijn hult. Het is het kunstwerk Fog Sculpture #08025 van Fuijko Nakaya. Het bijzondere aan dit kunstwerk is dat het geen vaste vorm heeft, maar geheel afhankelijk is van de weersomstandigheden. Verderop zien we de Tulips van van Jeff Koons, die ook de twaalf meter hoge Puppy heeft ontworpen, een West Highland White Terrier die uit 70.000 bloemen bestaat. Als laatste lopen we naar Maman van Louise Borgeois. Deze negen meter hoge meter spin is het meest indrukwekkende beeld van het museum. Ondanks zijn enorme formaat lijkt de spin op smalle ranke poten te staan, klaar om snel weg te lopen.

Het is inmiddels te laat om te lunchen en te vroeg om te dineren, maar voor een pintxos is er altijd tijd. Op tripadvisor scoort Bar Roma de hoogste score. Twintig minuten wandelen worden beloond. De ene pinxtos is al lekkerder dan het andere hapje. De gekoelde rioja spoelt alles naar binen. ¿Se sirve toda la Rioja tante fría? vraag ik in mijn beste Spaans. Sí, generalmente entre 15 y 17°, is het antwoord. Zij heeft me duidelijk verstaan. We zijn tevreden met onze keuze. Heerlijke hapjes voor geen geld!
De volgende dag bezoeken we het museum. Acht immense stalen kunstwerken van Richard Serra trekken onze aandacht. The Matter of Time nodigt uit om er een wandeling in en om te maken. Verder lopen we een rondje (omwille van covid-19 in een verplichte volgorde) Van Gogh tot Picasso met enkele prachtige impressionistische meesterwerken. Naast van de werken van deze meesters valt het paneel van Mark Rothko op. Zijn werken trekken steeds onze aandacht. Het zijn eenvoudige, gekleurde vakken, maar meesterlijk geschilderd.
Op het balkon zien we opnieuw de Tulips van Jeff Koons, nu van dichtbij. Deze prachtige, gestileerde, felgekleurde tulpen vormen een mooi contrast met de buitenzijde van het museum. We maken een leuke selfie van onze reflectie (met mondmaker, covid-19 weetjewel) in één van de tulpen.
De casco viejo, de oude stad, is minder aantrekkelijk dan verwacht. Aan de rand van het historische centrum, vlak naast de Nervión ligt de Mercado de la Ribera, de grootste overdekte markt van Spanje met heel wat art deco-elementen. Dit is dan weer wel een aanrader voor een bezoekje.

DE BETOVERENDE KUSTLIJN VAN HET BASKENLAND

We verlaten Spaans Baskenland voor een halte in Pamplona, beroemd om zijn Fiestas de San Firmín (stieren in de straten). De oude vestingstad werd in de 9de eeuw hoofdstad van de provincie Navarra. De ommuurde stadskern herbergt de gotische kathedraal en de joodse wijk. De Plaza del Castillo, ook wel de huiskamer van Pamplona genoemd, vormt het hart van Pamplona, een uitgestrekt plein met voornamelijk 18de-eeuwse huizen, versierd met balkons, torentjes en pittoreske vensters. Hier verzamelt jong en oud voor de San Firmin-feesten, getooid in witte kleding en de opvallende rode zakdoeken of sjaals. Normaal worden de volgende zeven dagen stieren door de smalle straten gejaagd. Dapperen zullen de sterke horens trachten te ontwijken. Dit jaar is de traditie omwille van het covid-19-besmettingsgevaar afgelast.
Wij zoeken de behaaglijk friste van de Taconeratuinen op. Om 12 uur stipt horen we de knallen van El Txupinazo (het geweerschot), waarmee de San Firmin-feesten op het Plaza Consistorial van start gaan. De inwoners van Pamplona roepen de zin: ¡Pamploneses, Iruñatarrok, Viva San Fermín, Gora San Fermin¡ waarbij alle aanwezigen met hun rode sjaal zwaaien. Vanaf dat moment barst het feest los en eindigt het pas op 14 juli om middernacht met het lied pobre de mí. Wij wandelen langs de vestigingsmuren terug naar onze wagen en vervolgen onze weg naar Elciego.

RUST IN VITORIA-GASTEIZ

Hotel Akelarre schittert door zijn futuristische architectuur. Vanop het balkon van onze kamer overzien we de Atlantische Oceaan en de kustlijn. We haasten ons naar San Sebastian (of Donostia in het Baskisch) want we hebben honger. In de Cuchara de San Telmo laten we pintxos aanrukken. De octopus, kalfswang, gegrilde varkensoor en de krabkroketten smaken verrukkelijk. Het restaurant(je) prijkt niet voor niets in de top-10 van de lijst van European Gourmet Casual Restaurants.
De volgende dag trekken we opnieuw naar San Sebastian en bezoeken de Parte Vieja, het historisch centrum van San Sebastian. We slenteren door de schitterende straatjes van de oude stad en brengen een bezoekje aan de Kuroko Andre Mariaren basilika, ook wel bekend als de basiliek van Sint Maria van het Koor. Deze rooms-katholieke basiliek is gebouwd aan het einde van de achttiende eeuw.
San Sebastian was vroeger dé mondaine badplaats van Spanje, oude gebouwen uit de belle époqueperiode herinneren nog aan deze tijd. In het voormalige casino is tegenwoordig het stadhuis gevestigd en de meeste Grand Hotels hebben veel van hun allure verloren. Toch is overal in de stad nog steeds de oude grandeur van San Sebastian te vinden.
We trekken naar de kade en wandelen langs de zeeboulevard langs het immense Playa de la Concha. We passeren prachtige gebouwen uit de Belle Epoque terwijl de zon op onze hoofden brandt. Vanaf het uitzichtpunt Balcón del Bicentenario wordt het strand steeds smaller en de muren hoger. We nemen de tunnel onder de Miramar Jauregia en komen uit bij de Playa de Ondaretta. We verpozen voor een drankje. Waar de boulevard in de zee overgaat, siert een kunstwerk van Eduardo Chillida, een beroemde Baskische kunstenaar, de omgeving. Drie metalen voorwerpen trotseren er in zware betonnen blokken de grillen van de natuur. Golven klotsen tegen de kade. De grillige Baskische kust, de witte, schuimende golven en de roestkleurige metalen voorwerpen maken het kunstwerk compleet. We wandelen terug naar onze wagen en rijden naar de Monte Igueldo vanwaar je een schitterend zicht op San Sebastian hebt.
's Avonds genieten we van de heerlijke gerechten van Pedro Subijana en de ongedwongen sfeer van restaurant Akelarre. De volgende ochtend vertrekken we voor dag en dauw naar Belgiࡗ, gewapend met een zak vol heerlijke broodjes, taartjes en fruit. Op dit ongoddelijk uur werd er nog geen ontbijt geserveerd. We kregen het dan maar netjes ingepakt mee.
Tot ziens, San Sebastiàn. Agur, Euskal Herria. Adios, España.