India

Rijkdom aan geuren en kleuren.

HOMEAZIËINDIA

Eigenlijk is India te groot om in één reis te vatten. We hebben dan ook keuzes moeten maken. We reizen eerst naar Rajasthan, één van de hoogtepunten van dit bijzonder groot INDIA. We trekken naar de imposante maharadjaforten en verwonderen ons over de schoonheid van de Taj Mahal. In Madhya Pradesh begeven we ons in het leefgebied van de Bengaalse tijger. Tenslotte willen we de Hindoecultuur opsnuiven en reizen we naar de heilige stad Varanasi, waar we een boottocht op de Ganges maken.
In april 2018 trokken we naar dit betoverende en uitgestrekte INDIA.

INDIAREISROUTE

Geen meer magische bestemming dan India, waar extreme pracht en praal hand in hand gaan met diepe armoede en overal rondzwervend vuilnis. Praalzuchtige paleizen en weelderig gedecoreerde tempels zijn er getuigen van een indrukwekkende geschiedenis. Tradities zoals het kastensysteem, de praktijk van de bruidsschatten en de kwetsbare positie van de vrouw blijven standhouden.
De bonte mengelmoes van religies en levensbeschouwingen, van levensvreugde, devotie en van wijsheid, waar verleden en heden door elkaar vloeien, laat ons (en wellicht geen enkele reiziger die India bezoekt) onberoerd.
Wij trokken ruim veertien dagen door een deel van dit drukbevolkte subcontinent van Mahatma Ghandi. Want India is te groot om in één reis te vatten. We hebben keuzes moeten maken. We reisden eerst naar Rajasthan, één van de hoogtepunten van dit bijzonder groot land. We trokken naar de imposante maharadjaforten en verwonderden ons over de schoonheid van de Taj Mahal. Vervolgens begaven we ons in het leefgebied van de Bengaalse tijger. Tenslotte snoven we de hindoecultuur op en reisden we naar de heilige stad Varanasi.

AANKOMST IN INDIA

Daar staan we dan. Midden in de nacht, omgeven door mensen die ons geld vragen, die ons een veel te dure taxirit willen aansmeren. Het is plakkerig warm. Gelukkig zien we al snel onze chauffeur. Mister and Misses Vandenbempt? (of toch iets dat er op lijkt). Eén en al hoffelijkheid. We rijden naar Delhi, naar ons hotel. De straten zijn ondanks het nachtelijke uur druk. Auto's rijden druk toeterend door de slecht verlichte straten, mensen wandelen op gevaar van hun leven langs het voorbijrazende verkeer.
Veel te snel rinkelt de wekker van onze iPhone ons wakker. We zijn de vorige nacht pas om drie uur in ons hotel in Delhi tussen de lakens gekropen na een vlucht van ruim acht uur. Nu moeten we naar de luchthaven om de vlucht naar Udaipur te nemen.

TOP-10

  1. Imposante Taj Mahal in Agra
  2. Luipaarden spotten in Jawai Bandh
  3. Machtige tijgers in Bandhavgarh Nationaal Park
  4. Keizerlijk Amber Fort, de hoofdstad van het Mogolrijk
  5. Varanasi en de Ganges, niet te omschrijven in woorden
  6. Gurudwara Bangla Sahib, prominente Sikhtempels in Delhi.
  7. Agra Fort, machtige fort van rode zandsteen
  8. De pittoreske meren van Pichola en Jag Niwaspaleisis
  9. Mehrangarh fort in Jodhpur, groot, imposant en massief
10. Fietstocht met een driewieler door de oude stad van Delhi 

UDAIPUR

Een bootje steekt het Picholameer over en breng ons naar het Leela Palace. We worden als koningen onthaald. Rozenblaadjes dwarrelen uit het plafond terwijl twee muzikanten het beste van zichzelf geven.
We bezoeken de oude stad van Udaipur. De stad staat bekend als het Venetië van Rajasthan omwille van de drie meren. Het Stadspaleis torent hoog boven de stad en het meer uit. Vlaams glaswerk siert de gevel van het paleis. Onze gids laat ons kennis maken met de geschiedenis van de stad en Rajasthan. Via de smalle en drukke hoofdstraat dalen we af naar de Jagdish Manhir, een hindoetempel. Het beeldhouwwerk maakt de tempel gewoonweg schitterend.
De zon kruipt stilaan achter de horizon als we de oever van het Picholameer bereiken. Jongeren plonzen in het water terwijl een koppel hun huwelijk laat vastleggen.
We dineren op het rooftop restaurant van het Jag Niwas Palace hotel, een stijlvol restaurant op het dak met prachtig uitzicht op het meer, heerlijke Indiase keuken en een uitstekende service. Met een tuktuk denderen we door de drukke en smalle straten naar ons hotel. De rit met de golfkarretje, die de laatste honderden meters naar onze kamer overbrugt, verloopt heel wat rustiger.

JAWAI BANDH

Op weg naar Jawai Bandh bezoeken we Ranakpur, populair voor zijn Jaintempels die in de 15e eeuw werden gebouwd. De tempel is volledig symmetrisch gebouwd, met vier torens rond een centrale gebedszaal waar god Ganesh een bijzondere plaats krijgt. Vierhonderd vierenveertig zuilen vertellen het leven van de goden, de één al mooier versierd dan de andere. En omdat enkel God perfect is, werden een aantal zuilen scheef gebouwd.
We worden gastvrij onthaald in het Jawai Leopard Camp. We frissen ons even op alvorens we de lunch laten smaken. In de late namiddag staat onze eerste game driving op de planning. Shantaram is onze chauffeur én gids. Ons (on)geduld wordt niet lang op de proef gesteld. Hoog op de rotsen zien we een luipaard, die de vallei bespiedt. Pauwen verstoren de pret. Het luipaard heeft welpen en is niet gediend met de komst van de kwetterende vogels. De gevlekte kat duikt de spelonk in. Even later zien we haar terug met de welpen. Een wondermooi tafereel.
De volgende ochtend staan we voor dag en dauw op. Na een nacht van jagen of het territorium beschermen trekken de luipaarden terug naar de grotten. Daar willen wij hen spotten. En ook nu hebben we geluk. Het luipaard dat we gisteren zagen, ligt op een massieve rots, rustig op de uitkijk. Hij daalt behoedzaam van de rotsen af en laat zich in al zijn pracht bewonderen. Op de terugweg naar het camp passeren we een herder met zijn geiten. In het dorp lopen kinderen op de jeep af en geven ons onder een luidkeels gegiechel een high-five. Ook de volgende ritten zien we telkens luipaarden. Als klap op de vuurpijl zien we bij het terugkeren naar het kamp een luipaard in de koplampen van de jeep. Het dier wandelt rustig voor het voertuig uit en vleit zich op het nog warme zand van de weg. We zijn ontroerd van zoveel schoonheid.

JODHPUR

Na een laatste (ochtend)safari en ontbijt verlaten we het Juwai Leopard Camp en rijden we naar Jodhpur, populair als de blauwe stad in Rajasthan. Jodhpur is gelegen aan de grens van de Thar Desert. Ons hotel ligt in een haveli in de oude stad. We slalommen in nauwe, drukke straten. Toeterende tuktuks, tientallen brommertjes en gammele geïmproviseerde voertuigen maken hier het straatbeeld uit. Het verkeer bestaat uit een oorverdovende kakofonie waar de wet van de sterkste heerst en men lak heeft aan verkeersregels, mochten die er al zijn.
Vanuit onze kamer hebben we een prachtig zicht op de burcht, die hoog boven de stad uittorent. We bezoeken de Jaswant Thada, een mausoleum voor één van de maharadja's van Jodhpur. Vervolgens trekken we naar het het Mehrangarh Fort. Twee eeuwen geschiedenis op een heuvelrug. De architectuur omvat zowel hindoe-, moslim- als christelijke kenmerken. Vanop het fort hebben we een prachtig uitzicht op de oude stad van Jodhpur. Alle huizen zijn er indigoblauw geschilderd, waardoor de stad de bijnaam blauwe stad gekregen heeft.
Onze gids kent zijn geschiedenis, maar zijn Frans reikt niet verder dan het verhaal dat hij moet vertellen. Bovendien wil hij absoluut zijn programma afwerken, bevreesd dat hij is om een slechte beoordeling te krijgen. Van enige flexibiliteit is er geen sprake. Eindigen doen we met een wandeling door de oude stad. Het is er een drukte van jewelste. Groenten, textiel en elektronica worden naast elkaar verhandeld. Koeien lopen tussen de brommertjes en een enkele fiets door. We worden aangeklampt om tapijten te kopen, maar een simpele, doch kordate neen is voldoende om niet aan te dringen.

JAIPUR

Jaipur vormt samen met Delhi en Agra de Gouden Driehoek van India. We ervaren meteen de oorsprong van deze naam. In het Amber Fort is het één en al goud dat blinkt (en ook wel wat zilver). We trekken onder deskundige uitleg van onze gids door de verschillende vertrekken van dit indrukwekkende fort, dat diverse paleizen huisvest. Hoog op de top van de heuvel hebben we een prachtig uitzicht op de omgeving. Een kilometerslange muur, dat het fort omringt, moest de oprukkende vijanden halt toeroepen. Nu is het enkel een toeristische attractie. Het is weer warm. Het kwik klimt vlotjes boven de veertig graden. We zijn dan ook opgetogen dat we de klim naar het fort op de rug van een olifant kunnen maken.
In de auto praat de gids honderduit. Als we zeggen dat het ons moeilijk valt de vele bedelaars niets toe te steken, antwoordt hij dat je enkel geld moet geven aan ouderen, aan invaliden en … aan de gids. Een bulderlach volgt. We kunnen het wel vinden met hem. Na het bezoek aan het Amber Fort vervolgen we de stadsrondrit van Jaipur. We houden halt bij het zomerpaleis. Het paleis ligt te midden van een groot meer dat in de warme zomer voor verkoeling voor de maharadja en zijn hofhouding zorgde. In het centrum van Jaipur bewonderen we de sierlijke gevel van de Hawa Mahal, ook wel het Paleis der Winden genoemd. De gevel met tientallen vensters gaf zicht op de straat en zorgde voor verkoeling voor de vrouwen van de maharadja, die tijdens de vele processies door de stad binnen moesten blijven. Wat is het kleinste land van de wereld? vraagt onze gids glimlachend. Vatikaanstad is ons prompte antwoord. Verwonderd over zoveel wijsheid lacht hij nu maar groen. Not many tourists know this. They think Luxemburg. De Jantar Mantar is het grootste stenen observatorium in de wereld. Ruim tweehonderd jaar geleden gebouwd getuigt het van wetenschappelijk vernuft van de Indiërs. Via de schaduw kunnen we tot op twee seconden na de tijd aflezen. Onze gids spreekt vol bewondering over dit technisch hoogstandje. De rest van de namiddag zoeken we de koelte van het zwembad van ons hotel op. Het water is zeer verfrissend na een dag rondtrekken in de Indische hitte.

FATEHPUR SIKRI & AGRA

Vandaag trekken we naar Agra. Onderweg bezoeken we Fatehpur Sikri, de verlaten stad. Deze Mughalstad, opgericht door Akbar, is uitgeroepen tot de Unesco Werelderfgoed. Ooit zwaaide de geliefde keizer Akbar hier de scepter en werd de stad gezien als de ideale woonplaats. In 1585 werd de stad verlaten omdat de toevoer van voldoende water een groot probleem bleek.
 
Goud kleurt de Taj Mahal in het ochtendgloren. We zijn vroeg opgestaan om de zonsopgang te kunnen meemaken. De opgaande zon verandert de kleur van het statige mausoleum van minuut tot minuut. Het is 's morgens ook minder druk om dit wereldwonder te bezoeken. De Taj werd gebouwd in opdracht van Mughalkeizer Shah Jahan, als nagedachtenis voor zijn geliefde vrouw Mumtaz Mahal. Het is met al die marmer en halfedelstenen een duur geval en tijdens de bouw zijn er wellicht honderden mensen gestorven. Maar het leverde wel werelderfgoed op.
We zijn er vóór de meeste bezoekers arriveren, genieten van de rust en sereniteit van dit witte marmeren mausoleum en kunnen zonder aanschuiven een foto maken op het Lady Dianabankje. Anders moet je er minstens een half uur aanschuiven. In de behaaglijke temperatuur van de ochtend wandelen we naar de moskee en het gastenverblijf die de Taj  flankeren. Het witte marmer is door de kristallen zeer hard en bestand tegen de tijd. Toch kreeg het gebouw in het voorjaar een poetsbeurt. Ook Agra ontsnapt niet aan de luchtvervuiling die India treft. Enkel de koepel moet nog een gereinigd worden.

De dag voordien hadden we de Taj Mahal reeds van op het balkon van onze hotelkamer kunnen bewonderen. De magische aantrekkingskracht leidde ons onmiddellijk naar het prachtige mausoleum. Maar in de vroege avond was het nog steeds zeer warm. We waren dan ook blij dat we niet met honderden andere toeristen moesten aanschuiven om de zerk van de maharadja en zijn vrouw te bewonderen. Onze gids loodste ons gezwind langs de lange rij, gewapend met VIP-toegangskaartjes.
Nog voor de middag bezoeken we de andere belangrijke bezienswaardigheden van de stad. Agra Fort, ook wel bekend als het Red Fort, is een architectonisch hoogstandje en opgenomen op de Unesco Werelderfgoedlijst. We bezoeken er de Muhammad Baj, de verschillende paleizen van de maharadja en de verblijven van zijn vrouwen. Nadien brengen we nog een blitzbezoek aan het Graf van Itmad-ud-Daulah's, ook wel bekend als Baby Taj.
 
In de late namiddag nemen we de nachttrein naar Umaria in het oosten van Madhya Pradesh. Het is een … belevenis. We delen het met een gordijn afgescheiden compartiment met twee andere passagiers. Om de minuut steekt er wel iemand zijn kop tussen de gordijnen. Het is heen en weer gaan van passagiers terwijl de verkopers van thee, koffie en andere versnaperingen luidruchtig hun waar aanprijzen. Met enkele woorden Engels en veel goede wil komen we te weten dat de oudste van onze twee reisgenoten landbouwer is, terug naar zijn familie reist en drie broers heeft. Wij vertellen dat we door India trekken. Hij is ontzettend aardig en behulpzaam bij het uitstappen in het wat haveloze station van onze bestemming. Mensen liggen er, slapend op de grond, te wachten op hun trein terwijl honden de vuilnisbakken plunderen.

BANDHAVGARH

We worden hartelijk onthaald door het personeel van de Samode Lodge en mogen onmiddellijk aanschuiven voor een uitgebreid ontbijt. We houden het echter sober want we zijn wat ziekjes. Sinaasappelsap of een pasteitje van één van de vele street food-karretjes speelt ons parten. Pas 's avonds staat er een eerste game drive op het programma zodat we nog wat slaap kunnen inhalen.
 
We rijden naar het nieuwe gedeelte van het Bandhavgarh National Park. We hebben net kennis gemaakt met Veejay, onze gids en chauffeur, en met een Brits koppel dat ons vergezelt. We hebben pas enkele meters achter de rug als we op een lippenbeer stoten. Het is uiterst zeldzaam dat deze beer zich vertoont. Al gauw spurt hij terug het veilige bos in. We rijden verder door weidse velden vol gevlekte reeën, zien aapjes speels met elkaar dollen en passeren fiere pauwen. Onze ervaren gids geeft deskundige uitleg over het park en zijn fauna en flora terwijl hij luistert naar het geluid van de dieren. Hij tracht de tijger die zij 's ochtends gezien hebben, opnieuw te vinden. Tevergeefs, de gestreepte kat laat zich niet zien. We kwamen voor een tijger en kregen een lippenbeer. Ook leuk als eerste game drive.
Het is vroeg in de ochtend, de lucht is helder en er heerst een serene rust. We rijden met de jeep behoedzaam door de eerste sector van het nationale park. Alarmkreten schallen. Apen en gevlekte herten waarschuwen elkaar voor naderend onheil. Ook de zintuigen van onze gids staan op scherp. Hij rijdt heen en weer door het woud, voert korte gesprekken met andere gidsen en stuift weg. Een aantal jeeps verzamelen zich aan de rand van de weg. Vanuit het gewas verschijnt ineens een magnifieke tijger. Een beeld dat nog lang op ons netvlies gebrand zal blijven. Veejay wringt de jeep tot op de eerste rij. We hebben het beste zicht op de gespierde tijgerin. De digitale camera's klikken.

Plaatjes om later herinneringen op te halen van dit magische moment. Even later duikt ook het reeds uit de kluiten gewassen jong van de tijgerin op. Wat onrustig spiedend naar zoveel bewonderaars vervolgt de tijger zijn weg. Hij loopt langzaam over het stoffige pad, bakent zijn territorium af om vervolgens opnieuw in het struikgewas te verdwijnen. Wij luisteren en spieden de omgeving af. Daar duikt hij weer op. Weer stuurt onze gids zijn jeep in één van de beste posities. De tijger loopt rustig verder terwijl hij om zich heen kijkt. Onverstoord vervolgt hij zijn weg terwijl hij de anderen laat weten (ruiken) dat dit zijn gebied is. Dit was fantastisch!
De laatste game drive verloopt weer opperbest. We spotten vele wilde dieren, zoals wilde zwijnen, herten en buffels. Ook zien we ontelbare vogels, pronkende pauwen en … opnieuw de Bengaalse tijger, de heerser van het woud.
We nemen met spijt in het hart afscheid van de Samode Lodge en dan vooral van het schitterende personeel. Zij hebben ons twee dagen in de watten gelegd met een onberispelijke service, zeer lekker eten en een niet te evenaren glimlach.

DELHI

De warmte is draaglijker dan de vorige dagen. Delhi werd de vorige nacht op wat regen getrakteerd, waardoor het iets koeler is. Toch klimt het kwik al snel boven de dertig graden.
We staan op het immense binnenplein van de Masjid-i-Jahan Numa, de grootste moskee van India. Vijfentwintig duizend moslims kunnen hier knielen om naar Mekka te bidden. Wij staan op onze blote voeten op de door de zon opgewarmde stenen. We huppelen wat om de hitte van de stenen te verdragen. In het verleden was het binnenplein bedekt met tapijten, nu worden doeken boven het plein gespannen.
Met een pous-pous (driewielige fiets) ontdekken we de markt van de oude stad van Delhi. We laveren langs de tuktuks, voorbijgangers, scooters en stootkarren. Handelaars prijzen hun waar aan. Het is er druk. We rijden langs groenten- en fruithandeltjes, door de straat van de schoenverkopers en houden halt bij de kruidenwinkels. Het geurt er naar kaneel, kardemom, kurkuma en steranijs. Een mengeling die de handelaars volgens eigen recept verwerken in heerlijke masala's.
Curry is geen kruidenmengeling maar een gerecht, weet een verkoper van kruiden ons te vertellen. De kruidenmengeling is een masala!  We kopen kaneel en een masala voor vlees en kip. Hoezeer hij ook aandringt, de Darjeelingthee vliegt niet mee naar België. De jonge kerel trapt stevig op de pedalen om de hellende straten te overwinnen. Verderop zien we kleurrijke sari's en prachtige juwelen de winkels sieren, terwijl we de dampende eetkraampjes links laten liggen. We zijn geleerd.
Mahatma Ghandi is nog steeds een iconische figuur in India. Zeventig jaar na zijn dood trekken jaarlijks honderdduizenden Indiërs en toeristen naar zijn begraafplaats. Het mausoleum is, zoals de man zelf geleefd heeft, bijzonder sober. A word uttered from a pure heart never goes in vain, één van zijn vele filosofische bedenkingen, siert de muur van de toegang. Een les voor velen van ons.
We stappen door de grote toegangspoort van het mausoleum van Humayun. Het gebouw is van de hand van de architect die later ook de Taj Mahal ontwierp, vertelt onze gids. De tuinen en waterpartijen waren een duidelijke inspiratie voor de veel mooiere Taj. Het gebouw is in rode steen, kenmerkend voor de streek, en wit marmer opgetrokken. De versieringen zijn sober uitgevoerd.
We houden even halt bij het megalomane Rashtrapati Bhawan. Het is de officiële residentie van de president van India. Het paleis, opgetrokken in de lokale rode steen, werd gebouwd door de Britten. Recht tegenover de grootste ambtswoning van de wereld staat de India Gate, een 42 meter hoge triomfboog geïnspireerd op de Arc de Triomphe in Parijs. De brede laan tussen de de ambtswoning van de president en de triomfboog wordt dan ook smalend de Sans Elysées genoemd. We vervolgen het stadsbezoek aan de hoofdstad van India. Toeterende auto's banen zich een weg door de files. Aan de zoveelste verkeerslichten stoppen we een kreupele man 20 roepies toe. Een druppel op een hete plaat, maar de man bedankt ons duizendmaal. In Delhi zien we voor het eerst het grote contrast tussen arm en rijk. Daklozen leven er onder de bruggen van de snelwegen. Al hun bezittingen passen in een kleine zak. Een jongetje, amper een jaar of vier, klopt met zijn kleine vingertjes tegen het raam van onze wagen. Please, Sir! In zijn ogen staat de radeloosheid te lezen.
De Gurhudwara Bangla Sahib is de belangrijkste Sikhtempel van Delhi. We verkennen, weer blootsvoets uiteraard, de immense tempel. In de gebedsplaats ontvangt één van de spirituele leiders, de gelovigen. Mensen doneren geld, sieraden, bloemen en andere voorwerpen. Heb je geen cash op zak? Geen nood. Even de kredietkaart boven halen en de elektronische donatie is in een oogwenk uitgevoerd. In een immense zaal zitten ruim vijfhonderd mensen te eten. Gratis. En iedereen is welkom. De Sikhgemeenschap biedt dagelijks aan twaalfduizend mensen een maaltijd. We wandelen door de immense keuken. Tientallen vrijwilligers verwerken groenten, koken rijst en bakken er naanbrood. Martine draagt haar steentje bij en rolt het deeg voor een drietal naanbroodjes gezwind uit, tot grote bewondering van de vrouw die haar flankeert.
De Qutbminaret torent hoog boven zijn omgeving uit. De 72 meter hoge toren werd gebouwd onder Qutb-ud-din Aybak, de eerste islamitische heerser over Delhi. We wandelen naar de immense poort terwijl een groepje jongeren met een groepsfoto hun bezoek aan deze minaret willen vastleggen. Het lukt niet goed, wat een hevige discussie als gevolg heeft. We ronden ons bezoek aan Delhi af en bedanken onze voortreffelijke gids met een extraatje. Hij neemt de fooi met een brede glimlach aan.

VARANASI

Onze chauffeur baant zich een weg door het ongelooflijk chaotisch verkeer van de oude stad van Varanasi. Iedereen rijdt waar hij wil. Scooters wringen zich tussen auto's en fietsers, onaantastbare koeien wandelen onverstoorbaar in de tegengestelde richting en tuctucs maken de chaos enkel groter. Verkeersregels worden niet gerespecteerd. En de politie? Die laat begaan. Op elk kruispunt staan agenten. Ze lonken naar de voorbij wandelende vrouwen of staan gezellig te keuvelen. Voor het verkeer hebben ze geen oog, laat staan het in goede banen leiden.
Duizenden mensen hebben zich verzameld om de 'aarti' mee te maken, een Hindoeritueel met vuur en zang, dat deel uitmaakt van puja, de verering van een Hindoegod. Klingelende bellen en felle lichten begeleiden de prevelende gebeden. We zetten ons op de trappen aan de oever van de Ganges. De meest vreemde figuren passeren ons : kaalgeschoren vrouwen met enorme neusringen, sadhoes met lange baarden en haren in oranje gewaden, een priester die volledig is ingewreven met as van gecremeerde lijken. Een man raakt meer en meer in trance en gaat helemaal op in de gebeden van de priesters. De pelgrim naast ons gaat helemaal uit de bol, klapt in zijn handen en zingt mee. Where are you from? vraagt hij aan Martine. Oh, Belgium! Merci, merci. Thank you to come to my beautiful country. We wandelen terug naar de auto. Een indringende stank prikkelt onze neuzen, in de straten verzamelt zich massa's afval en het is nog broeierig heet.
In de voormiddag bezochten we het bedevaartsoord Sarnath. In deze site kreeg Boeddha zijn openbaring en koppelde hij zijn overtuiging terug aan zijn vijf discipelen, die het over de aardbol verspreidden. Boeddhisten van over de hele wereld zakken naar Sarnath af om te bidden.
We staan om vijf uur op, want we willen de zon boven de Ganges zien opgaan. Honderden hindoes dompelen zich aan de ghats, de trappen die naar de Ganges leiden, in het zwaar vervuilde water om vervolgens de zegen van de priester te krijgen. De rituelen vinden elke dag plaatsen en trekken jaarlijks ruim een miljoen pelgrims aan. Elke regio of overtuiging heeft zijn eigen ghat. Via een bootje kunnen we de rituelen vanop het water volgen. Zonnestralen kleuren de omgeving goudgeel. Families maken hun overleden naasten klaar om gecremeerd te worden. De brandende vlotten drijven op de rivier, begeleid door dobberende bloemenkransen met brandende kaarsen. We klimmen uit het bootje en wandelen naast de oever. Tonnen hout zijn er opgestapeld om te gebruiken voor de crematies. Een priester gaat voor enkele roepies gewillig op de foto. De vuile en smalle straatjes herbergen zo'n tweeduizend tempels, van enorm grote, weelderig versierde tempels tot piepkleine gebedsplaatsjes. Ook hier flitsen scooters ons onvervaard voorbij. We zakken af naar de groentemarkt. Verkopers prijzen er hun waar aan, geld gaat van hand tot hand. Wij brengen een bezoek aan de Tempel van India, waar een 3D-kaart van India en zijn buurlanden is uitgestald. Ik moet onze gids wat bijstaan. Zijn aardrijkskundige kennis is ondermaats.
Alvorens terug naar Delhi te vliegen, lunchen we in ons hotel, het Nadesar Hotel. We kregen er een upgrade in de Royal Suite, waar wijlen koning Boudewijn en koningin Fabiola verbleven. Foto's van ons vorstenpaar sieren dan ook de muren van onze (zeer ruime) kamer.
 
Varanasi, is dit dan het échte India? Het India waarvoor we maanden voor ons vertrek gewaarschuwd werden, waar mensen in de goot leven en op straat sterven, waar het verschrikkelijk stinkt en waar het bijzonder vuil is? Wij menen van niet. In de dorpen en zelfs de grote steden in Rajasthan, in Agra of rond het Bandhavgarh National Park zagen we nooit extreme armoede, zagen we 's ochtends niet meer daklozen dan in pakweg Brussel of New York, rook het niet anders dan op de vele plaatsen waarnaar we al gereisd hebben, was er wel zwerfafval maar niet meer dan in anderen landen van Azië of Afrika. Wij onthouden vooral de prachtige monumenten, de rijke cultuur en geschiedenis en vooral de … bijzonder lieve en vriendelijke mensen.
नमस्ते, India, tot ziens, India.​