ECUADOR

Op zoek naar de Origin of species.

HOMEAMERIKAECUADOR

Gelegen langs de evenaar biedt Ecuador ongerepte natuur, ongeschonden cultuur, historische rijkdommen en geografische verscheidenheid. In het Ecuadoriaanse landschap is het Andesgebergte dominant aanwezig. Witte gletsjers spiegelen zich schitterend in de kleine meren en koele briesjes blazen rustig door de dennen- en eucalyptusbossen. In het voorjaar van 2017 trokken we tien dagen door deze vredige natuur om vervolgens naar Galapagos te reizen. De eilanden zien er wat vreemd en mysterieus uit. Vulkaantoppen, die nieuwsgierig boven het wateroppervlak gluren. De kleurenpracht, bruin, blauw, paars of groen, harmoniseert smaakvol met het diepgroene zeewater.

REISROUTETOP-10

  1.  Smaragdgroen kratermeer van Quilotoa
  2.  Fregatvogels en blauwvoetige jan-van-genten
      op Seymour Norte
  3.  De wondermooie koloniale, oude stadskern van Quito
  4.  De spectaculaire treinrit van Nariz del Diablo
  5.  Leguanen en zeeleeuwen op Isla Plazas
  6.  Spectaculaire watervallen van Baños
  7.  Gastvrij onthaal in Hacienda Zuleta
  8.  Stadswandeling in het charmante Cuenca
  9.  Vogels in El Cajas
10.  Ingapirca, de meest belangrijke Incaruïnes

NOORDELIJKE SIERRA

De aanvliegroute naar Quito is spectaculair. De hoofdstad van Ecuador ligt in een vallei op een hoogte van 2.850 meter en wordt omgeven door met eeuwige sneeuw bedekte vulkanen.
Vanuit Quito rijden we naar het noorden, naar Zuleta. We verblijven op de gelijknamige hacienda. Eerst bezoeken we Otavalo met zijn kleurrijke markt. De markt van Otavalo zou één van de hoogtepunten van de reis door Ecuador moeten zijn. Otavalo en zijn markt vallen wat tegen. Er valt weinig authenticiteit te bespeuren. Toch is het aangenaam te keuvelen tussen de verschillende standjes. Daarnaast biedt de Noordelijke Sierra veel cultuur en prachtige uitzichten op de vulkanen Cotacachi en Imbabura. Het landschap doet sterk aan de Alpen denken. Hoge besneeuwde bergtoppen en groene valleien met hier en daar een bergmeer.
Vervolgens verkennen we de streek rond Otavalo, die bekend staat om zijn vele ambachtsvariëteiten: hout, leder en weefproducten (de mooist gekleurde stoffen van Zuid-Amerika). De indianen bezitten één van de levendigste culturen van het land en dragen prachtige kostuums met uitzonderlijke elegantie. Lunchen doen we in Otavalo, in Hacienda Pinsaqui. Aansluitend trekken we naar het meer van San Pablo en Cotacachi, bekend om zijn lederbewerkingen en gelegen tussen de vulkanen Imbabura en Cotacachi.
De volgende dag wandelen we door het dal van de hacienda, langs de incapiramides (kleine begraafplaatsen) en bezoeken het Condorproject.

QUITO

We rijden naar Quito. langs de weg zien we uitgestrekte serres waar rozen geteeld worden, veelal voor de export naar de Verenigde Staten en Europa. Het verkeer is chaotisch met een kakafonie van claxons. In het centrum van de stad wordt betoogd. We arriveren ruim twee uur later dan voorzien in het hotel.
De volgende dag staat een stadsbezoek aan Quito op het programma. Quito is gelegen op 2.850 meter hoogte en is een werkelijk fascinerende stad. Benoemd tot cultureel werelderfgoed, herbergt Quito nog fantastische monumenten en talrijke architecturale meesterwerken uit de 16de, 17de en 18de eeuw. Startend op de Plaza de la Independencia, waar het presidentieel paleis en El Sagrario alle aandacht opeisen, volgen de prachtige gebouwen elkaar in snel tempo op. Eerst zie je de glimmende koepels van de Catedral, om je vervolgens te vergapen aan de pracht van de jezuïetenkerk Iglesia de la Compañia en te eindigen op de Plaza San Francisco waar het prachtige klooster van San Francisco in de zon schittert. We ontdekken ook het Incatijdperk, de Spaanse invasie en de onafhankelijkheid van Ecuador. Op de plazas, kerkpleinen en in de koloniale straten verkoopt de indiaanse bevolking, veelal gehuld in traditionele klederdracht, hun landbouwproducten. De koloniale, oude stadskern van Quito is wondermooi. Aansluitend volgt een rit naar de Panecilloheuvel met het 41 meter hoge standbeeld.
Vervolgens rijden we naar de equator met Quito’s grootste attractie. La Mitad del Mundo is het centrum van de Aarde en vormt een eerbetoon aan de evenaar. Het monument is opgericht ter ere van de Franse en Spaanse ontdekkingsreizigers die er in de 18de eeuw de ligging van de evenaar wisten te bepalen. We bezoeken het 30 meter hoge monument en staan met elke voet op een andere helft van de wereld. We bezoeken tevens het Intinan of equator, een openluchtmuseum met de evenaar als centrale thema. We ondergaan tal van experimenteel. Een leuke attractie.

CENTRALE SIERRA

De Centrale Sierra wordt ook wel de Avenida de los Vulcanos genoemd. Terwijl we vanuit Quito naar het zuiden rijden duiken er links en rechts de ene vulkaan na de andere op. De temperaturen kunnen van vallei tot valei sterk verschillen. Vandaar is de ene vallei zeer groen en de andere een woestijn.
We rijden naar het dorp San Miguel de Nono met zijn authentieke cultuur en geschiedenis. 's Middags proeven we van het typische lokale eten. Daarna brengen we een bezoek een ecologische site in het Andesgebergte en zien vele bromelia’s, orchideeën, vlinders, kikkers, kolibries, ... De streek is de uitvalsbasis voor de meer welgestelde Ecuadoreanen die aan de drukte van Quito willen ontsnappen. We keren terug naar Nono. We rijden door het regenwoud en zien soms geen hand voor de ogen om een bocht later felle zon te zien tegen een strakblauwe hemel. Overnachten doen we in Nono, waar de zoon van onze gids ons een lekker avondmaal voorschotelt.

QUILOTOA

We arriveren na een grandioze rit aan de krater van Quilotoa, met zijn prachtige meer. De streek rond het meer van Quilotoa staat nog steeds bekend als de meest authentieke van heel Ecuador. In de regio van Quilotoa leven de indianen vrij teruggetrokken, zich afschermend van de invloeden van de moderne maatschappij. Het regent een beetje wanneer we op de rand van de krater staan. We dalen het pad naar het meer af. De zon breekt door de wolken en kleurt het kratermeer smaragdgroen. We bereiken na ruim een half uur het meer. We ruiken de zwavel, wat op vulkanische activiteit wijst. De steile klim terug naar boven neemt een dik uur in beslag, tenzij je -zoals wij- een muilezel huurt die het zware (klim)werk voor zijn rekening neemt. De krater is omringd door de besneeuwde toppen van de vulkanen van de Avenida de los Volcanes. Tussen de laaghangende wolken vangen we af en toe een glimp van deze mastodonten op.

BAÑOS

Vandaag trekken we een hele dag door de natuur. We bezoeken de regio met zijn talrijke watervallen. De meest spectaculaire waterval is de Pailon del Diablo. Rond Baños kan je tal van avontuurlijke activiteiten beoefenen, zoals benji-jumpen en raften. Wij beperken het avontuur tot een kabelbaantocht over de watervallen. De installatie zou nauwelijks door de (strenge) Europese veiligheidsnormen geraken, maar hier neem men het iets minder nauw met de voorschriften.
Daarna maken we een prachtige wandeling naar de Devil’s Cauldron-waterval. Na de lunch duiken we in het zwembad met (naar verluid helende) zwavelrijk water om aansluitend de namiddag te verpozen in de spa van het hotel. Het programma mocht voor iets meer gevuld zijn.

NARIZ DEL DIABLO

We vertrekken op een ongoddelijk uur (4u30!) naar het station in Alausi voor de treinrit naar de Nariz del Diablo, tussen Alausi en Sibamb. De treinreis naar El Nariz Del Diablo oftewel de duivelsneus is heel bijzonder. We reizen met een oude trein door het ruige binnenland van Ecuador. De treinreis is het meest spectaculaire gedeelte van het oorspronkelijke traject van Quito naar Guayaquil. Aan het traject werd dertig jaar gewerkt. Vooral de hoogteverschillen in de Andes waren een grote uitdaging voor de ingenieurs.
De duivelsneus is het laatste punt van de reis en is bekend door het hoogteverschil dat de trein overbrugt. De afdaling is zelfs zo steil dat conventionele haarspeldbochten niet meer voldoen. Om toch af te kunnen dalen zigzagt de trein tussen wissels achtereenvolgens voor en achteruit naar beneden. Het is een spectaculaire treinrit in een adembenemend landschap.

INGAPIRCA

De meest belangrijke Incaruïnes van Ecuador bevinden zich in de provincie Cañar, in de stad Ingapirca. We houden halt bij de ruïnes terwijl het wolkendek donkergrijs kleurt. Ingapirca is een quichuawoord dat de muren van de Inca betekent. Het hoofdgebouw met zijn ovalen castillo is een voorbeeld van de typische Incabouwstijl. Over de juiste oorsprong van deze mysterieuze site is maar weinig bekend. We zien de sporen van een volk (de Canaris) die dateren van voor de tijd van de Inca's. De bouwstijl is veel ruwer dan van de bouwvirtuozen die de Inca's waren. De zeer belangrijke en waardevolle bezienswaardigheid omvat de Templo del Sol (tempel van de zon), priesterlijke verblijven als Aposentos, structuren van huizen en ceremoniële ruimtes uit de Incabeschaving. De regen blijft gelukkig uit tot we knus in de cafetaria van de ruïnes zitten, achter een dampend kopje thee.

CUENCA

De zuidelijk gelegen stad Cuenca ligt in de directe omgeving van de Tomebambarivier, afkomstig uit het nationale park El Cajas en loopt helemaal door tot in de Amazone. Aan het begin van de zestiende eeuw werd er op deze plek door de Inca's een stad opgericht, die de naam Tomebamba droeg.
We wandelen door de bevallige oude stadskern van Cuenca. De stad werd gebouwd op de Canari- en Incaruïnes en wordt omwille van zijn pracht en praal ook wel het Athene van de Andes genoemd. We slenteren door de kasseistraatjes en langs huizen met houten balkons. Vele gebouwen hebben onbeschadigd de koloniale periode overleefd. Het stadscentrum werd dan ook in 1999 opgenomen op de Unesco werelderfgoedlijst.
Tegenwoordig beroept Cuenca zich echter voornamelijk op zijn keramiekindustrie en de vervaardiging van Panamahoeden. We bezoeken een bedrijfje waar deze befaamde hoeden gemaakt worden. Een exemplaar kost al gauw 250 euro. Voor de duurste hoed betaal je meer dan 2000 euro. We laten ons dan ook niet verleiden een authentieke panamahoed te kopen.
Aan een kraampje kopen we een soort pannenkoek van maïs, gevuld met kaas. Het smaakt verrukkelijk. Vanop de Mirador de Turi overschouwen we Cuenca. Het is de perfecte plaats voor een mooi zicht op deze koloniale stad.

EL CAJAS

Op ruim vierduizend meter boven de zeespiegel bevindt zich het El Cajas National Park. Het park is vooral geliefd om de meren, vogelsoorten als de Andescondor en de kolibrie en de prachtige landschappen. Het ecosysteem bestaat uit hoogvlakten met meren, veen en grasland is onmiskenbaar van glaciale oorsprong. Pas in 1996 verkreeg het de erkenning van nationaal park. We parkeren de wagen en trekken het regenwoud in. We wandelen langs het meer en zien veel watervogels. De bergkammen waar de gletsjers omheen zijn gegaan, steken nog scherp en gekarteld uit het verder glooiende landschap. Het hoogste punt van het park ligt op vierduizend vierhonderdvijftig meter, bij Cerro Arquitectos. Zo hoog klimmen wij echter niet.
Op weg naar Guayaquil houden we halt bij een cacaoboerderij. De boer gidst ons door zijn boomgaard en laat ons proeven van de cacaovrucht. Deze smaakt zoet. De cacaoboon is niet te pruimen. Veel te bitter. Fier zegt hij dat hij voor elke cacaostaaf (opbrengst van een cacaovrucht) tot vijf euro krijgt. In Europa is de cacao een tienvoud waard!

GALAPAGOS

We vliegen naar Galapagos waar we op de luchthaven van Baltra hartelijk onthaald worden. We nemen onze intrek in het Galapagos Safari Camp op het eiland Santa Cruz. In de namiddag vertrekken we voor een excursie op het eiland Santa Cruz met o.a. een bezoek aan de vulkaankraters en lavatunnels, een wandeling in de wouden van Scalesia en Guayabillo. We zien een reusachtige schildpad. En nog één, en nog twee anderen. Deze schildpadden kunnen meer dan honderd jaar worden.

SEYMOUR NORTE & BALTRA

ISLA PLAZAS

SANTA CRUZ & TORTUGA BAY

De Galapagoseilanden zien er wat vreemd en mysterieus uit. Vulkaantoppen gluren nieuwsgierig boven het wateroppervlak uit. De kleurenpracht (bruin, blauw, paars of groen) harmoniseert smaakvol met het diepgroene zeewater. Daarnaast stralen de dieren de absolute aantrekkingskracht uit. We varen naar North Seymour. Blauwvoetige jan-van-genten pronken gewillig met hun eieren en mannelijk fregatvogels blazen hun rode keelzak bol om de vrouwtjes te imponeren. Een leguaan wandelt ongestoord voorbij een groepje toeristen. Door de geïsoleerde ligging van de eilanden hebben de dieren vrijwel geen natuurlijke vijanden. Dit heeft tot gevolg dat de de dieren niet agressief zijn. Een bezoeker wordt dan ook niet als 'vijand' gezien, maar wordt 'gastvrij' onthaald.
De volgende dag trekken we naar Baltra, dat een smal kanaal vormt met North Seymour. Snorkelen is hier een zeer speciale ervaring. Tientallen veelkleurige vissen zwemmen onder ons door terwijl enkele zeeleeuwen het water in plonsen. Op het eiland zien we tientallen Sally Lightfootkrabben en zeeleguanen.
Het kleine eiland Plazas aan de oostkust van Santa Cruz herbergt tientallen landleguanen, die vooral aangetrokken worden door de cactussen, wat hun lievelingskost is. Daarnaast leven twee zeeleeuwkolonies langs de kust van het eiland.
De laatste dag slapen we wat langer om vervolgens via Guayaquil terug naar Europa te vliegen.
Hasta pronto, Ecuador. Adiós, Galápagos.