BOUCHES-DU-RHÔNE

Zwierig Marseille, rust in de Camargue.

HOMEEUROPAFRANKRIJKBOUCHES-DU-RHÔNE

De Bouches-du-Rhône is één van de zes departementen van de regio Provence.
In mei 2019 bezochten we het bruisende en mooie Marseille, kuierden door pittoreske dorpjes (Saint-Maries-de-la-Mer en Aigues-Mortes), trokken op avontuur in de natuur (Camargue) en relaxten aan het zwembad van de prachtige Mas de Peint.

NOTRE DAME DE LA GARDEREISROUTE

Voor dag en dauw staan we in Brussel-Zuid, klaar om met de Thalys naar Marseille te sporen. Een kopje koffie houdt ons wakker. Onduidelijkheid troef in het station maar uiteindelijk ploffen we ons in de comfortabele zetels van de Train à Grande Vitesse. Op minder dan zes uur staan we te stralen in de Provençaalse zon.
Het hotel valt reuze mee. Een oud herenhuis werd modern ingericht, met veel aandacht voor detail. Terwijl we keuvelen over de laatste nieuwtjes zakken we af naar de oude haven. Voor we het Château d'If, het kleinste eiland van de Frioul-archipel, bezoeken, laten we slaatjes aanrukken in Brasserie Fuxia. We klinken op de vriendschap en verwelkomen Ann als nieuw lid van de Bende van ABK. Het lijkt alsof Ann al jaren tot ons vriendenclubje behoort. Ongedwongen tatert ze mee en zorgt ze voor een vrolijke noot. De sfeer is uitgelaten.
Hevige wind werpt roet in het eten. We kunnen vandaag niet in de voetsporen van Edmond Dantes, geestelijk kind van Alexandre Dumas en alter ego van de Comte de Monte-Cristo, treden. Te veel golven en een onstuimige zee weerhouden de ferry om de haven te verlaten. Flexibel als we zijn, wijzigen we onze plannen.
We houden halt aan de Abbaye Saint-Victor uit de 15e eeuw, waar we een mooi zicht hebben op de havengeul. Vervolgens klimmen we naar de basiliek Notre Dame de la Garde, die hoog boven Marseille uitstijgt. Puffend bereiken we dit pareltje van neo-Byzantijnse architectuur. Een enorm, verguld standbeeld van de Heilige Maria met het kindje Jezus prijkt boven op de klokkentoren en is zichtbaar vanuit alle districten van Marseille. De wind blaast er fel. Op het kerkplein waait Erics zonnebril gewoon weg. Ondanks aandringen is de conciërge niet te vermurwen. Hij kruipt maar één keer per maand op de daken om alles te verzamelen wat er niet thuis hoort. Adieu bril. We dalen terug af naar de Place aux Huiles waar we aperitieven.
We verzamelen in de lobby van het hotel. Meteen vallen Piets stijlvolle sneakers op. Zijn oranje Van Bommels kunnen op veel bewondering rekenen. We wandelen naar Thiers, een culturele en studentenwijk in het centrum van Marseille. Het is een gezellige buurt, vol bars en cafés. Graffiti siert de muren van de muren en huizen. Er heerst een uitgelaten sfeer. We dineren in Lacaille, een op Tripadvisor zeer geprezen restaurant(je). We worden in het … Nederlands bediend. Een Hollandse meid studeert in Marseille en klust wat bij als serveerster. Na het lekker diner kruipen we onder de wol. Onze dag is reeds (zeer) vroeg begonnen.

VIEUX-PORT & MARSEILLE-CENTRE

Een lange rij schuift aan om tickets voor de ferry naar Château d'If te kopen. We zien op tegen het lange wachten en beslissen om Marseille verder te verkennen. De stad, de vijfde grootste stad van Frankrijk, heeft zijn wat louche imago helemaal afgeschud. Sinds 2013, toen Marseille zich culturele hoofdstad van Europa mocht noemen, heeft de stad zich in razend tempo ontwikkeld tot hippe kuststad aan de Middellandse Zee.
De oude nostalgische haven is een toeristische trekpleister. Vissers hebben net hun vangst gelost en verhandelen op de Quai des Belges (toepasselijke naam) sardienen, tonijn en pijlinktvissen. We spiegelen ons in de L'Ombrière du Vieux-Port de Marseille, een futuristisch ontwerp van Norman Foster. De brede La Canebière, dé boulevard van Marseille met talloze boetieks en cafés, en de Cours Belsunce leiden ons naar de poort van Aix, waar een triomfboog het plein domineert. Deze oude volksbuurt, waar de was nog aan het balkon hangt te drogen, moet stilaan plaats maken voor nieuwbouw.

LE PANIER

Van plaats maken voor nieuwbouw blijft Le Panier (voorlopig) bespaard. Het is leuk om te slenteren door de smalle en gezellige steegjes en om goed verborgen, charmante plekjes te ontdekken. Al zijn we er niet echt welkom. Fuck tourists en Tourism kills the city laten weinig aan de verbeelding over. Toch ervaren we de gastvrijheid, zeker als we de euro's laten rollen voor pastis, wijn en frisdrank. Street-art kleurt ook hier het straatbeeld. We nemen onder een gigantische graffitikunstwerk de klassieke groepsfoto die later de laatste pagina van het fotoboek moet vullen.

CATHÉDRALE - MUCEM - FORT SAINT-JEAN

De (lange) stadswandeling biedt veel afwisseling. We dalen af naar de Cathédrale de la Major en wandelen verder naar het MuCem (of voluit het Musée des Civilisations de l'Europe et de la Méditerranée). De security is onverbiddelijk. Piet moet zijn tripod achterlaten. Het museum opende zijn deuren in 2013 toen Marseille culturele hoofdstad van Europa was. Op het dak van het schitterende gebouw laten we oesters, zalm en wijn smaken. Via een passerelle bereiken we het Fort Saint-Jean, waar we een fantastisch zicht hebben op de azuurblauwe Middellandse Zee, de oude haven en het Fort Saint-Nicolas. We dalen terug af naar de Vieux-Port en reppen ons naar ons hotel waar de shuttle, die ons naar de luchthaven brengt, ons reeds opwacht. De chauffeur is door het dolle heen als we zeggen dat we Belgen zijn. Hij is een grote fan van Debrun, de beste voetballer van de wereld. On a gagné, on a gagné, … treitert hij ons een beetje omdat les Bleus ons de wereldtitel hebben afgesnoept. Mais la Belgique méritait d'être champion du monde, voegt hij er snel aan toe. Vraiment!

MAS DE PEINT

In de luchthaven staat een Citroën C4 op ons te wachten. Aangekondigd als een mini-van voor 6 personen is de wagen zeer krap. Riet wordt op de achterste bank tussen de valiezen geperst, terwijl Stefan een koffer als medepassagier op zijn schoot moet dulden.
De lange weelderige beplante oprijlaan naar de Mas de Peint voorspelt veel goeds. Het hotel ligt schitterend verscholen in de Camargue, tussen landerijen, plassen en rijstvelden. Het terras nodigt ons uit voor een aperitief. De pastis, wijn en andere frisdranken smaken lekker al wordt Riet met een slokje Martini Bianco maar karig bedeeld. Geen nood, tijdens het gezellige diner laten we twee flessen voortreffelijke lokale wijn aanrukken. De tongen worden losser, de decibels stijgen. My father focks horses, vertelt Ann. Pardon!? is de ontstellende repliek. Ja, ja, paarden, bevestigt ze. Een bulderend lachsalvo vult het restaurant. Een grandioze mop, vinden we allemaal. De rosé valt in de smaak. We maken nog een derde fles soldaat alvorens we onze kamers opzoeken voor een welgekomen nachtrust.

CAMARGUE

Gardian Laurent staat ons reeds op te wachten bij zijn 4x4. Hij draagt zoals alle cowboys van de Camargue een felgekleurd bloemetjeshemd. Wel wat bizar : stoere mannen en dergelijke felgekleurde hemden. Hij loodst ons mee in zijn robuuste jeep door de velden, vertelt honderduit over de fauna en flora van zijn geliefde Camargue en steekt de bewondering voor zijn patron, Frédéric Bon, niet onder stoelen of banken. Een wit paard draaft naar de jeep. Les chevaux ne sont pas sauvages ni domestiqués, vertrouwt Laurent ons toe. De belangstelling is wederzijds. Het paard steekt zijn kop door het venster van de wagen. Wij strijken door zijn witte manen. Een aantal gardians drijven stieren het weiland op. Het werken met de stieren en de prachtige witte paarden is een nobele traditie van de Camargue, maar economische en sociale druk eisen hun tol.
De professionele guardians kunnen hun manier van leven moeilijker en moeilijker handhaven, vertrouwt Laurent ons wat weemoedig toe. Hij rijdt de jeep naar een kudde stieren. De dieren wijken voor het stalen ros maar blijven staan om ons toch in het oog te houden. We rijden verder op het ruim 550 ha grote domein van de familie Bon. We bezoeken de Camarguais stierenfokkerij en de arena. Dan rijden we langs de enorme vijvers, zien veulens dapper naast hun moeder galopperen en ervaren het bijzondere ecosysteem, rijk aan flora en fauna. Beken doorkruisen de velden. Vliegen en muggen zoemen rond onze oren. We rijden naar het Etang de Vaccarès, het grootste meer in de Camargue. In de verte zien we enkele flamingo's, die eind mei terug naar de Camargue gekeerd zijn.

SALIN DU MIDI

Na een uitgebreide lunch op het gezellige terras van het restaurant van de Mas de Peint rijden we door de moerassen naar Aigues-Mortes, waar stalen rossen ons opwachten voor een drie uur durende fietstocht door de zoutvlaktes, les Salins du Midi.
Onder begeleiding van onze gids rijden we in de voetsporen van de zoutarbeiders. De fietsen rijden niet optimaal. Piet en Ann wisselen van rijtuig in de hoop wat comfortabeler te rijden. We ontdekken de werking van zoutvlaktes, de verzilting en de kwaliteit van fleur de sel. Paarse plassen onthullen het hoge zoutpercentage van het water. Verder onthult de gids de geheimen van de site, met zijn prachtige fauna en flora. Overal zijn flamingo's neergestreken. Behalve de flamingo's huizen in het drassige merengebied vele vogelsoorten, zowel trekvogels als overwinteraars. We beklimmen een hoge zouthoop en zien in de verte de omwallingen en torens van Aigues Mortes.

AIGUES MORTES

We vinden een goede parking voor onze wagen en ontdekken dit idyllisch stadje met een omwalling die een onregelmatige vierhoek vormt met vijf torens en tien stadspoorten. Het is nog steeds warm zodat een koele pint of cola vlotjes binnen gaat op het terras op het centrale plein. We slenteren door de gezellige straatjes waar flamingo's in allerlei vormen aan de man (vrouw) gebracht wordt. Stefan ontdekt een gezellig terrasje waar we kunnen dineren. De kok is niet te vermurwen om eerder dan acht uur zijn fornuis aan te steken. Hij heeft net de middagservice afgerond en rust uit op zijn terras, pastis binnen handbereik. We nemen dan maar genoegen met een pizza en een glas huiswijn.
Op de terugweg naar ons hotel houden we halt in Le Sambuc voor een nachtmutsje in het enige café dat dit onooglijk dorpje rijk is. Het is een café zoals je ze overal in la France profonde vindt : een lange toog met vaste gasten, een schrale hond die languit op de vloer ligt en een zatlap die onzin uitkraamt. Gezelligheid troef. De garçon van dienst schenkt ons glas vol. Ici on boit du Ricard, beantwoordt hij onze vraag welke pastis hij heeft. Na een zonnige en warme dag gieten we het alcoholrijke anijsdrankje makkelijk binnen. Met de hygiëne mogen we het hier niet te nauw nemen. De handdoek waar onze glazen mee worden afgedroogd is nog voor andere zaken gebruikt. We willen er niet aan denken wat dit zou kunnen zijn.

SAINTES-MARIES DE LA MER

Saintes-Maries-de-la-Mer kent een interessante geschiedenis. Maria Magdalena, Maria Salome en hun zwarte dienares Sara, de zendelingen die Jezus nog hadden gekend, zouden hier gestrand zijn. Nog steeds vinden hierdoor jaarlijkse herdenkingen plaats. We parkeren onze wagen aan de arena en trekken dit stadje aan de Middellandse Zee in. Zowel Stefan als Eric waren hier al twintig jaren geleden en herinneren het stadje als een rustig en gezellig badplaatsje, eerder een groot dorp. Het is de toegangspoort tot de Camargue. Saintes-Maries-de-la-Mer is echter nauwelijks te herkennen. Gezellige straatjes, veelal ongeplaveid, hebben plaats gemaakt voor platte commercie. Elk huis is omgebouwd tot een restaurant, winkeltje met souvenirs of een crêperie. We wandelen wat ongeïnteresseerd langs de zoveelste pluchen flamingo's en zakjes zout. Aan de Notre-Dame-de-la-Mer staat een koppel klaar om hun huwelijksbelofte af te leggen. Samen met de familie trekken ze naar binnen, voorafgegaan door de priester in een opvallend paars gewaad. Wij zoeken de koelte van het strand op. Het is druk op het strand. De zon klimt tot in het zenith en we vinden nergens plaats voor een verfrissing. We keren op onze stappen terug, kopen brood en beleg in de lokale Spar en rijden langs de Petit Rhône naar het noorden en zien uitgestrekte weiden en groene rijstvelden, donkere stieren en roze flamingo's. We houden halt bij de oever van het Etang de Vaccarès. Flamingo's vliegen rakelings boven onze hoofden als we het knapperige brood, smeuïge kazen en zongerijpte tomaten met een frisse rosé doorspoelen. De rest van de middag verpozen we in de idyllische omgeving van het hotel. Eric trotseert als eerste het behoorlijke koude water van het zwembad. De rest kan niet anders dan volgen. De gulle stralen van de zon priemen op onze huid. Het doet deugd na de plons in het water van nauwelijks 24 graden.
Mooi uitgedost arriveren we als eerste in La Chassagnette, een met één michelinster bekroond restaurant in het hartje van de Camargue. De middagservice is nauwelijks verwerkt, zodat de maître d'hotel ons eerst uitnodigt om de moestuin te bezoeken. Na het aperitief volgen de gerechtjes zich in sneltempo op, het ene nog lekkerder dan het andere. Een wandeling door de tuin wordt gevolgd door uitstekend lamsvlees en verrukkelijke desserts. Uiteraard vergezellen enkele uitstekende Côte du Rhônes de exquise maaltijd.

LE PHARE DE GACOLLE

Na een stevig ontbijt zijn we klaar voor een (lange) wandeling. We rijden richting Salin-de-Giraud en rijden zo ver mogelijk de lagunes in. We parkeren onze wagen en wandelen naar Le Phare de Gacolle, één van de vele vuurtorens langs de kust. De wandeling is langer dan verwacht en Eric loopt terug naar de parking, pikt de wagen op om dieper de duinen in te rijden. Het scheelt voor de terugweg een serieuze slok op de borrel. Eerst verpozen we in de schaduw van de vuurtoren terwijl een cameraploeg van de lokale televisiezender een reportage maakt.
We keren terug naar de Mas de Peint, frissen ons op in de kamer en rijden gezwind naar Avignon waar we onze huurwagen inleveren. De TGV brengt ons naar Lyon waar we moeten overstappen om de Thalys naar Brussel te nemen. Enkele reizigers stappen morrend uit en wensen ons veel reisplezier. Het is cynisch bedoeld want het kwik stijgt in de trein tot boven de dertig graden. Het is broeierig heet en de airco heeft het in ons treinstel begeven. We houden het rustig, trachten wat verkoeling te vinden in het aanpalende rijtuig. De TGV spoort aan een lagere vitesse zodat we ruim drie kwartier later dan gepland in Brussel-Zuid aankomen. De trein, altijd een beetje reizen …
Na een klacht betaalde de NMBS en de Franse spoorwegen een behoorlijke compensatie voor het veroorzaakte leed.
Het maakte er de vakantie niet minder prettig op. We genoten van het warme zuiden en van de vrienden.
Au revoir, France!