AUSTRALIË

Trektocht door het land Down Under.

HOMEOCEANIËAUSTRALIË

Naar Australië reizen betekent keuzes maken. Het grootste eiland ter wereld is immers even groot als Europa. De keuze viel uiteindelijk, ook al rekening houdend met de seizoenen, op de hippe wereldstad Sydney, het tropische regenwoud en het exotische Great Barrier Reef in Queensland en de mystieke aantrekkingskracht van Uluru en the Outback.
Wij reisden in 2002 naar onze tegenvoeters, kunnen terugblikken op een geslaagde reis. We halen nog vaak de herinneringen op over de prachtige natuur, de vriendelijke en nonchalante mensen en de gemoedelijk sfeer.
See you, mate!  Tot de volgende keer in Down Under.

RUIM 21 UUR VLIEGEN

Het is vroeg op de dag als het toestel van de Oostenrijkse luchtvaartmaatschappij opstijgt. We maken ons op voor eenentwintig uur vliegen en een tocht van in totaal vierentwintig uur. Het zal een etmaal duren alvorens we Down Under zijn. De reusachtige Boeiing 777 vliegt ons over de Zwarte en Kaspische Zee, over Turkmenistan, Afghanistan, India en Myanmar tot Maleisië, waar we op de vlieghaven van Kuala Lumpur een tussenlanding maken. Na het wisselen van de crew en het uitmesten van het vliegtuig zetten we de reis naar onze eindbestemming verder. Indonesië en de Indische Oceaan glijden onder ons voorbij. We doden de tijd met lezen, films bekijken, eten en drinken, veel drinken, waardoor je ook veel naar het kleinste plaatsje aan boord moet. Australië is in zicht als de zon aan de horizon de dag aankondigt. We moeten nu nog ongeveer vierduizend kilometer over dit immense continent vliegen. In de namiddag bereiken we Sydney, onze eindbestemming.

SYDNEYREISROUTE

Sydney, de hoofdstad van New South Wales, met zijn Opera House, haven en Harbour Bridge, is een uitstekende plaats om een Australische ontdekkingstocht te starten. Het was in Sydney Cove, waar vandaag de veerboten aan Circular Quay aanmeren, dat de eerste Europese inwijkelingen nederzettingen bouwden. Sydney ademt geschiedenis uit wat in vele andere Australische steden ontbreekt.
We starten onze eerste dag in The Rocks, het oude havengebied, en wandelen langs de Overseas Terminal, voor vele immigranten de toegang tot de nieuwe wereld. Even later staan we aan één van de pijlers van de Harbour Bridge, die de haven van Sydney domineert. Ondanks het aandringen van Eric laat Martine zich niet ompraten om de brug met Bridge Climb te beklimmen. Dagelijks wagen zich een honderdtal moedigen aan het drie uur durende avontuur.
In de namiddag maken we kennis met de baai van Sydney van op het water. De Highlights Cruise loodst ons voorbij Farm Cove, Fort Denison en Clark Island. We keren terug naar het centrum en zijn onder de indruk van de fantastische architectuur van de Sydney Opera House, gelegen op de landtong van Bennelong Point. Een muzikant oefent een stuk van Mahler. De akoestiek is fantastisch en wordt door de architectuur versterkt. Alle plaatsen in de immense muziekzaal krijgen een even kwaliteitsvolle klank te horen, weet onze gids te vertellen. Dit was niet de verdienste van de Deense architect Jörn Utzon want die liet de eer, na politieke inmenging in het gigantische project, aan een consortium van Australische architecten.
’s Avonds sluiten we de dag af langs de waterkant op de Opera Quays, waar kunstgalerijen, cafés, bioscopen, mode en restaurants hand in hand gaan.
We slapen een gat in de dag omwille van de vermoeiende reis en omdat we tijdens de eerste vakantiedag wat overmoedig waren. In de namiddag trekken we naar Manly Beach. Surfers trachten de bescheiden golven te overmeesteren en geoefende joggers malen de kilometers op de dijk af.

 
ONZE TOP-10

  1.  De magische aantrekkingskracht van Uluru.
  2.  Dobberen op Yellow Waters.
  3.  Fraaie natuur in het Kakadu National Park.
  4.  Kanotocht door de Katherine Gorge.
  5.  Betoverend Operahuis in Sydney.
  6.  Fraser Island, het grootste zandeiland ter wereld.
  7.  Geheimzinnige Devil’s Marbles.
  8.  Machtige Kings’s Canyon.
  9.  Snorkelen in het Great Barrier Reef.
10.  War Memorial in Canberra.

BLUE MOUNTAINS

Op negentig minuten rijden ten westen van Sydney liggen de Blue Mountains. De Verenigde Naties bombardeerde dit nationale park tot werelderfdeel. Het ravijn (de Blue Mountains zijn door erosie uit het plateau uitgesneden) dankt haar naam aan de vele eucalyptusbomen die er groeien en waarvan de oliedeeltjes in het zonlicht de lucht een blauwe waas geven.
Over de flank van de rotswanden stort zich het water van de Wentworth Falls de diepte in. Het uitzicht op de Jamison Valley is schitterend. Het water heeft tot 250 meter diepe en steile flanken in de broze zandsteenrotsen gebeiteld. Vanuit Covetts Leap bewonderen we hoe de Grose de vallei die zijn naam draagt, vorm heeft gegeven.
De wind wordt heviger. In Echo Point razen rukwinden over het plateau. We beperken het bezoek uit vrees over de reling geblazen te worden. Toch zijn we betoverd door wat water en wind uit de rotswanden gebeeldhouwd hebben. De Three Sisters staan in hun volle pracht te pronken voor de talloze toeristen, waarvoor dit een echte trekpleister is.

CANBERRA

Het heeft hevig gestormd. Wolken trekken donkergrijs bij mekaar. Het voorspelt weinig goeds voor vandaag. Het is niet voor niets winter in het zuidelijk halfrond. In Canberra trekken we naar het parlement, gelegen op een heuvel die hoog boven deze kunstmatige stad uittorent. In de indrukwekkende grote zaal hangt een schitterend wand tapijt. Vijfhonderd kilo zuiver scheerwol en zes jaar van intensief weven! De kamer van volksvertegenwoordigers kleurt turkoois, de Senaat bruinrood. De Aussies hebben het parlementair systeem van het Verenigd Koninkrijk overgenomen, maar bewaren zo toch hun eigenheid.
Na het bezoek aan het parlement reppen we ons naar het War Memorial. Dit misschien wel mooiste oorlogsmuseum dat we ooit zagen, is een juweel van architectuur en herbergt de voornamelijk Australische oorlogsgeschiedenis vanaf de Groote Oorlog tot de meer recente oorlogen als Korea, Vietnam of de Golfoorlog. Met oog voor detail en correctheid worden de slag bij Gallipoli, de herovering van Europa op Nazi-Duitsland en het werk van de VN in woord en beeld gebracht. Je staat even stil hoe goed wij het wel hebben.

ULURU & KATA TJUTA

De Boeiing van Qantas die ons van Canberra via Sydney naar Ayers Rock bracht, wordt zorgvuldig aan de grond gezet. Even voordien konden we uit ons vliegtuigraampje de mysterieuze monoliet bewonderen. Sails in the Desert, ons verblijf in Yulura, is wondermooi. We haasten ons echter om de zonsondergang boven Uluru te zien. De monoliet verkleurt op een half uur van fel oranje naar donkerrood. De hemel rond de heilige berg kleurt van diep- naar lichtblauw met een rode gloed.
Het is pas zes uur als we van onder de wol kruipen. We willen de zonsopgang boven Kata Tjuta meemaken. De zon verdringt de pikzwarte nacht en kleurt de hemel boven Mount Olga en Ayers Rock hemelsblauw. We rijden door tot aan de voet van Kata Tjuta, zoals de Olga's door de Aboriginals werden omgedoopt. De Valley of Winds Walk heeft bij het begin van onze wandeling haar naam niet gestolen. De wind schiet van alle kanten door de smalle vallei. De eigenaardig afgeronde ‘toppen’ van Mount Olga rijzen rechts en links van ons op. Inzake populariteit laat Uluru Kata Tjuta ver achterop. Hier zie je geen drommen toeristen.
We geven de ogen de kost op de Wanranka Lookout. Je hebt er een voortreffelijk uitzicht op de vallei tussen de verschillende Olgaheuvels. Verderop ligt Uluru waar in de namiddag een ontmoeting met een Anangu Aborigines op het programma staat. Zij wijdt ons in in de geheimen van Kuniya en Liru, de python en de giftige slang. Verder boeit zij ons met verhalen en weetjes over de gebruiken van de Aborigines, de oorspronkelijke bewoners van het gebied dat nu het Uluru en Kata Tjuta National Park beslaat. De twee uur durende wandeling en rondleiding vliegt voorbij. Gloria, want zo heet onze gids, boeit de toeristen van het begin tot het einde.
Na de Anangu Tour gaan we nog een kijkje nemen bij de Climb. Ayers Rock telt steile wanden die uit het woestijnzand de hoogte inschieten, op een kleine minder steile wand na, waarlangs honderden toeristen de berg beklimmen. Voor de Aborigines is de berg echter heilig en zij vragen om Uluru niet te beklimmen. Niettegenstaande de klim naar de top een zekere aantrekkingskracht uitstraalt, besluiten we de wens van de Anangu te volgen en Ayers Rock niet te beklimmen (vanaf 22 november 2019 is het verboden om de monoliet te beklimmen).

KING'S CANYON

Langs de Lasseter Highway richting King’s Canyon doemt in de verte een rode monoliet op. Mount Conner lijkt op afstand op Ayers Rock maar spreekt veel minder tot de verbeelding. Toch stoppen er behoorlijk wat toeristen om een kiekje van de berg te nemen.
Kings Canyon laat zich niet gemakkelijk veroveren. Doordringen in het ravijn is de boodschap. We ontdekken Kings Canyon via de Kings Creek-wandeling. Het pad slingert zich over de door erosie uitgemergelde vallei, waarvan de brokstukken nog overal verspreid liggen.
Omgeven door de rode rotsen met zijn steile wanden en de bijzondere bomen met melkwitte stammen is deze paradijselijke omgeving de beloning voor de stevige wandeling. De klim naar de rand van de canyon is steil. De wanden staan loodrecht in de ochtendzon te schitteren. De goed aangeduide weg langs de randen van het ravijn leidt naar het einde van de canyon. Daar ligt de tuin van Eden dat in een waterrijk, diep in het rotsplateau ingesneden zijdal verborgen ligt. Vanuit de hoogte zien we de groene palmbomen in de schaduw van de ravijnwanden.

RAINBOW VALLEY

We rijden naar het hart van het ‘rode land’, naar Alice Springs, via de dust road waarvoor een 4WD slechts recommended is. Hoe de honderd kilometer lange tocht over zandwegen, bulten en spleten met een gewone auto moeten afgelegd worden, is ons een raadsel. Wij zijn blij dat we over een terreinwagen beschikken. Het is ook voor ons een avontuur, zij het met een kleine a. Onze Mitsubishi hobbelt en hotst over de zandwegen, dreigt al eens van de weg te glijden of vast te rijden, maar we houden het spoor. Een tegenligger laat zo een enorme stofwolk achter dat we even moeten stoppen. We zagen geen meter meer voor de ogen. Zonder kleerscheuren bereiken we de Stuart Highway en richten de steven naar Alice Springs.
We houden halt bij Rainbow Valley. De fotogenieke en veelkleurige zandsteenrotsen verraden meteen de oorsprong van zijn naam. In de rotsen bespeuren we alle kleuren van de regenboog: rood, geel, wit en groen. De rotsformatie is in de late namiddagzon bijzonder indrukwekkend. Het meer voor de rotsen is opgedroogd en gemakkelijk toegankelijk. Het is snikheet en de koele bries van de airco doet ons goed.

DEVIL'S MARBLES

We rijden van Alice Springs naar het noorden. We razen achtereenvolgens Ryans Well, Ti Tree, Barrow Creek en Wycliff Well voorbij om uiteindelijk na driehonderd negentig eenzame kilometers Wauchope te bereiken. Hier ligt het hoogtepunt van de dag op ons te wachten, de Devils Marbles. In het 1828 ha groot nationaal park liggen enorme, roodkleurige granieten bollen bizar door mekaar. Geen wonder dat men fantaseerde toen men deze plaats de naam van knikkers van de duivel toebedeelde.
Tegen de late namiddag bereiken we Tennant Creek, een boerengat dat één keer per jaar een lokale feestdag viert. Precies op de dag dat wij er langskomen. Er vinden geen logies. Alle hotelkamers, motels, bedden en kampeerplaatsen zijn volgeboekt. Het is half vijf en we staan in the middle of nowhere zonder kamer. We beslissen nog zoveel mogelijk kilometers af te malen richting Katherine Gorge. De rit is eentonig. We kruisen enkel een aantal even moedige toeristen of de reusachtige road trains. We blijven ons verbazen over de ongelooflijke lengte van die trucks, die tot vier aanhangwagens meezeulen.

NITMILUK NP (KATERINE GORGE)

Het ravijn dat door de Katherine uitgehouwen is, is mooi, wondermooi! Miljoenen jaren van vlijtig houwen hebben een uniek beeldhouwwerk opgeleverd. Met een kano wagen we ons op het spiegelgladde water. Het is ‘droog seizoen’ zodat de watervalletjes eerder bescheiden zijn. Toch moeten we onze kano verlaten om de rapids te overbruggen. Een Nederlands koppel zet zijn kano dwars in de waterval en belanden met hebben en houwen in het schuimende en bruisende water. Wij varen gemoedelijk tot aan het keerpunt. Dit is het mooiste gedeelte van het ravijn. De nauwe, haast honderd meter hoge roodgloeiende wanden zijn begroeid met tropisch groene palmen. De rust wordt enkel door de roepende vogels doorbroken. Op de terugweg zoeken we regelmatig de schaduwrijke zones van het ravijn op, want de zon brandt in onze nek. Onze voorraad water gaat er nu snel door. Maar geen nood, het water van het ravijn is glashelder. You may drink it, vertrouwde de ranger van het verhuurbedrijf ons toe. Na het middagmaal rusten we even uit. ‘Even’ wordt echter heel wat langer. Ons schoonheidsslaapje duurt tot diep in de namiddag.

KAKADU NATIONAL PARK

Het Kakadu National Park ligt in het bovenste puntje van de Top End, ten westen van het quasi ontoegankelijke Arnhemland. De naam Kakadu heeft niet de minste band met de hier rijkelijk aanwezige kaketoes (Engels: cockatoo). Gagudju, de naam van de stam aborigines die in het gebied leven en hun naam aan het park gaven, werd in de volksmond tot Kakadu verbasterd.
Bij de Mirrai Lookout krijgen we een fraai uitzicht op het park. De steile klim naar het uitzichtplatform is moordend in de middaghitte. Het kwik loopt tot dik vijfendertig graden op. We rijden naar de Nourlangie Rock. De oorspronkelijke bewoners van de streek leefden in groepen en bewoonden een aantal grotten, waar schilderingen op de wanden over het dagelijkse leven vertellen, maar ook over goede en kwade geesten en over Namarrgon, die bliksems slingerde. De tekeningen bij de Nourlangie Rock lijken op röntgenfoto’s. De details van het skelet zijn in de schilderingen ingevuld. Dezelfde schilderingen vinden we terug in het Visitors Center.

YELLOW WATERS

We staan zeer vroeg op. Op de Yellow Waters kunnen we op dit vroege uur het volledige spectrum van de vogelwereld bewonderen. In een bootje brengt de gids ons naar de meer afgelegen delen van de billabong. Stilletjes glijdt de boot voorbij de schuwe vogels, vlak langs de jabiroe, de enige ooievaar in Australië, langs een aantal steltvogels en langs de talrijk aanwezige magpieganzen. Voorts zien we nog zeearenden en twee jonge krokodillen die in de ochtendzon hun lichaamstemperatuur onder controle houden. Aan de Anbangbang Billabong, waar we helemaal omheen wandelen en last hebben van de vele vliegen, maken we terug kennis met de ganzen en steltvogels. Ook zien we de felgekleurde fish diver, die zenuwachtig heen en weer vliegt.
In Ubirr neemt ons een één kilometer lange wandeling mee naar verschillende fascinerende Aboriginal artistics sites. Een ongekende rijkdom aan water, vissen, vogels en taferelen uit het leven gaven inspiratie tot de eeuwenoude kunstwerken. De juiste ouderdom van de rotsschilderingen is niet gekend, maar er bestaat nauwelijks twijfel dat sommige tot de oudste van de wereld behoren. De tweehonderd vijftig meter lange en steile beklimming naar de rug van de rots in het Ubirrgebied loont meer dan de moeite. Van op deze hoogte overziet men het volledige wedland ten westen van de South Alligator River en het plateau van Arnhemland.
Voor we het Kakadu National Park, één van de hoogtepunten van onze reis, verlaten houden we halt bij één van de reusachtig hoge termietenheuvels, die zo typerend zijn voor dit nationale park, dat als werelderfgoed werd erkend.

DAINTREE NATIONAL PARK

De weg naar het Daintree National park is licht glooiend en loopt via een schitterende kustweg. Tussen de suikerrietplantages door bereiken we de afslag naar Port Douglas. Van nu domineert ‘groen’ het landschap. De vochtigheid van de tropen en de geur van rottend hout hangen in de lucht. Regen is hier niet ongewoon, maar het is nu dry season, zodat regen eerder de uitzondering is. We rijden tot Mossman, waar we een wandeling maken in het regenwoud en de vallei. Het pad slingert op en neer door het dichtbegroeide woud. In het riviertje dat door het ravijn stroomt, zwemmen enkele toeristen het zweet van de huid. Het water is echter ijskoud zodat het aantal moedigen beperkt is.
We houden halt nabij Cape Tribulation. Een bord aan de oever waarschuwt voor krokodillen. Crocodile attack can lead to injuries and death, valt er te lezen. De gids die ons voor een tochtje op de Daintree rivier meeneemt, drukt ons op het hart de waarschuwingen niet aan ons laars te lappen. In deze streek werden de laatste twintig jaar een vijftiental mensen door krokodillen gedood.
De Maddjawandeling geeft ons op een korte uitstap de geheimen van het regenwoud prijs. Grote varens, verschillende palmboomsoorten en de typische regenwoudbomen passeren de revue. De talrijke wortels van de boom vertakken zich tot een stam. De lianen kronkelen zich rond de stammen van de eeuwenoude bomen. We horen rare geluiden, krijsende vogels. Het junglegevoel komt naar boven.

GREAT BARRIER REEF

De Ocean Spirit ligt in de haven van Cairns op ons te wachten. Deze catamaran brengt ons naar het Great Barrier Reef, of althans een gedeelte ervan. De skipper bevestigt bij het vertrek de weervoorspelling van de vorige dag. Er staat een fikse wind en de condities zijn niet optimaal. Dat mogen een aantal passagiers aan den lijve ondervinden. De kotszakjes hebben een hoge afname.
Zeilend bereiken we na twee uur Michaelmas Cay, een pittoresk eilandje, omgeven door fantastische koraal met een zeer grote verscheidenheid aan vissen en schildpadden. Het kleine koraaleiland is jaar na jaar broedplaats voor ongeveer dertigduizend zeevogels. Toch is een gedeelte van het strand voor de gasten van de Ocean Spirit gereserveerd. Honderden zeevogels hebben het rif uitgezocht om hun eieren uit te broeden. Michaelmas Cay is beschermd gebied, juist omwille van de vogelnesten.
We trekken onze snorkeluitrusting aan en oefenen even de ademtechnieken. Na een korte rondleiding plonsen we naar hartelust in het smaragdgroene water. Voor onze ogen duikt er een betoverende wereld op. Een sprookjeswereld van schitterend gekleurde en bizar gevormde koralen opent zich voor onze neus. Kleurrijke en lichtgevende vissen zwemmen op nauwelijks enkele centimeters aan ons voorbij. Het is zo rustgevend, dat we de wereld boven het water voor een paar uur vergeten.

ATHERTON TABLELAND

Het koele Atherton Tableland, tussen zeshonderd en duizend meter hoog gelegen, is het vruchtbare achterland van Cairns. Dertien kilometer ten noorden van de mondaine badplaats begint de Kennedy Highway in steile haarspeldbochten richting Kuranda te kronkelen. Af en toe ziet men door de boomtoppen heen de oceaan. We houden halt in Barrow waar we de lokale watervallen bezoeken. Vanaf de parking leidt een kronkelend pad naar de lookout.
Even later bereiken we Atherton, het centrum van de Tablelands, dat met zijn rode vruchtbare bodem tevens het centrum van de maïsteelt is. Van hieruit loont een uitstapje naar het onooglijke Yungaburra, dat toeristische aantrekkingskracht geniet omwille van de Curtain Fig Tree. Een parasitair gordijn van duizenden luchtwortels heeft zijn gastheer gedurende de laatste honderden jaren verstikt. Terug op de Kennedy Highway is het maar vijfentwintig kilometer verder naar het Mount Hypipamee National Park waar de watervallen en de Crater de hoogtepunten van de regio vormen. We parkeren onze wagen en wandelen door het dichtbegroeide regenwoud.
De lange rechte weg naar Townsville, waar nauwelijks verkeer te bespeuren valt, nodigt uit om het gaspedaal wat dieper in te duwen. Veel meer dan suikerrietplantages is er toch niet te zien. Helaas, de plaatselijke politie heeft ons wél gezien. Een verkeersboete is het gevolg. Twee dagen later, op weg van Hervey Bay naar Brisbane, hebben we nog eens het genoegen om met de arm van de wet kennis te maken. Weer is overdreven snelheid de aanleiding om ons met zwaailichten te achtervolgen en ons langs de kant van de weg een speed ticket uit te schrijven.

FRASER ISLAND

Geelgoude stranden, veelkleurige zandduinen, kronkelende en slingerende wegen door het regenwoud en betoverende meren. We zijn op Fraser Island. Het is het grootste zandeiland ter wereld en een plaats van onovertroffen natuurlijke schoonheid. Dit zijn de redenen waarom Fraser Island op de lijst van het werelderfgoed is opgenomen.Op een halfuur bracht de ferry ons van Hervey Bay naar Moon Point. Na een fascinerende tocht en een mooie wandeling door het regenwoud bereiken we de oostelijke kuststrook van het eiland. We houden halt bij Eli Creek. De beek nodigt uit tot een plonspartijtje maar het water is wat koud. Toch wagen een aantal van onze reisgezellen-van-één-dag zich aan een duik in het kristalhelder water. Het wrak van de Maheno, een luxueus lijnschip, verging voor de kust van Fraser Island in 1935. De ijzeren romp is volledig blootgesteld aan de grillen van water en wind en bijna volledig verweerd. Even verderop ligt de kathedraal. Veelkleurige duinen rijzen er boven het strand uit. Ze lijken van zand maar zijn hard als steen. We keren terug en houden halt om het prachtig uitzicht van Lake Garawongera te bewonderen en een vieruurtje naar binnen te spelen.
De avond valt al als we terug in Hervey Bay zijn. We pikken onze wagen op en rijden naar Brisbane waar we onze intrek nemen in het Novotel. Het is onze laatste nacht op Australische bodem.
Goodbye, Australia. See you next time, mate. Down Under!