ANDALUSIË

Christelijke en Moorse cultuur.

HOMEEUROPASPANJEANDALUSIË

Flarden flamenco uit een stemmig verlichte bodega, de versmelting van Moorse en Europese architectuur, de spectaculaire ligging van Ronda, het zijn de attractiepolen die ons naar Andalusië lokten.
Om de hoge temperaturen in de zomer te vermijden, trokken we reeds in het voorjaar (april 2006) naar Andalusië en zijn vermaarde hoofdstad Sevilla. We bewonderden de kathedraal, de trots van de Sevillanen, de Moorse architectuur in Cordoba, de overweldigende pracht van het Alhambra. Ook lieten we ons de vermaarde tapa's, de wijnen en de fino's smaken.

SEVILLA

We landen ruim drie later dan voorzien in Sevilla. De gereserveerde Audi A3 wordt zonder meerkost door een Opel Zafir vervangen. De baliebediende kondigt de transactie als een geschenk uit de hemel aan. Het is er geen. De wagen is een kruising tussen een minibusje en een volumewagen, is groot, té groot voor de straten van Sevilla.
De hoofdstad van Sevilla is een compacte stad, met druk verkeer, nauwe straatjes maar gelukkig ook een rijke geschiedenis. We starten onze ontdekkingstocht in El Arenal, aan de Toro del Oro. De stadswijk ligt gekneld tussen de Rio Guadalquivir en Santa Cruz. De ‘gouden toren’ is een deel van de omwalling, die de Real Alcazar met de rest van de stad verbond. Nu is het een toeristische trekpleister.
We slenteren langs de oever van de Guadalquivir. De lentezon doet deugd en we vlijen ons neer op een terrasje. De verfrissing van het koel drankje is welkom. In de namiddag bezoeken we de arena van Sevilla. Onze reisgids vertelt dat stierengevechten steeds minder populair worden. De lange rij met wachtenden die een kaartje voor één van de volgende corrida’s trachten te bemachtigen, bewijst het tegendeel. Volgende week is het la semana santa (de heilige week). Dan wordt er elke dag een stierengevecht gehouden en de veertienduizend kaartjes zijn telkens verkocht. Drie stieren zullen elke ‘vertoning’ in het zand moeten bijten. Wij houden niet van het barbaarse volksgebruik, waarbij de matador als een popvedette aanbeden wordt, maar willen de zonder twijfel mooiste arena van heel Spanje niet missen. Een lokale schone gidst ons door allerhande informatie en naar de arena. De hagelwitte muren en de genadeloze zandvlakte van de arena schitteren in de felle namiddagzon. Het dieprode bloed van de onfortuinlijke stieren halen we liever niet voor de geest.
De volgende dag trekken we naar het uiterste zuiden van Sevilla. De smalle stegen en straatjes hebben hier plaats moeten ruimen voor brede boulevards, ellenlange lanen en monumentale gebouwen.
De universiteitsgebouwen maar vooral de Plaza de España zijn voorbeelden van de megalomane ideeën van het begin van vorige eeuw. Op de Plaza de España omarmt het rijkelijk met mozaïeksteentjes afgezet hoofdgebouw een uitgestrekt plein met fonteinen. Alle streken van Spanje passeren de revue.

REISROUTE

ONZE TOP-10

  1.  Palacios Nazaríes, pareltje in het Alahambra.
  2.  Ronda, één van de mooiste en oudste Andalusische steden.
  3.  Het paleis van Karel V in het Alhambra.
  4.  Bekoorlijke Pueblos blancos.
  5.  Fenomenale kathedraal en Giralda van Sevilla.
  6.  Mezquita van Cordoba met zijn pilaren en de mihrab.
  7.  Bedevaartsoord El Rocío.
  8.  De mooie omgeving van de Sierra de Grazalema.
  9.  Mooie collectie in het Picassomuseum in Malaga.
10.  Processies met Christusbeeld tijdens de Semana Santa.

Het aangrenzende Parque de María Luisa is een oase van rust in de hectische kookpot van Sevilla.
In de koele late namiddag willen we het Isla Cartuja bezoeken. De terreinen van de Expo 1992 liggen er echter verschrikkelijk bij. Sommige gebouwen zijn in dienst genomen door een of ander bedrijf, de rest staat leeg en is aan verkrotting overgeleverd. Het Isla Magíca ligt er wat desolaat bij. We zien er geen enkele bezoeker. ’s Avonds dwalen we blind door de doolhof van smalle steegjes en schilderachtige straatjes van Santa Cruz, de vroegere joodse wijk van Sevilla. Een pleintje met sinaasappelbomen, was aan het balkon of een devoot tafereel. Achter elke hoek ontdekken we een nieuwe verrassing. We dineren in El Giraldillo, een restaurant op de Plaza del Triunfo.
De volgende ochtend keren we terug naar de Plaza del Triunfo. Het is even voor half elf. De beroemde kathedraal, geflankeerd door de statige Giralda, is nog gesloten. In een prille ochtendzon die nauwelijks door het wolkendek kan prikken, luiden de verkopers van de loterijbiljetten van Once hun werkdag al luidkeels in. Hevig gesticulerend beloven ze elke voorbijganger het ‘groot lot’, maar weinigen die op hun voorspellingen ingaan.

Alle aandacht gaat naar de kathedraal en tegen zo een concurrent kan je moeilijk tegenop. In de kathedraal vergapen we ons aan de pracht en praal. In de vijftiende eeuw werd de bouwvallige moskee in een prachtige kathedraal omgebouwd. De negentig meter hoge minaret van de moskee, de Giralda, mocht gelukkig blijven staan.
Na een snelle lunch zijn we klaar voor de Real Alcazar, het paleizen-complex van menig Moorse en christelijke koning. Het paleis ligt naast de kathedraal achter hoge muren verborgen. We dwalen van de ene al fraaier afgewerkte en gedecoreerde kamer naar de andere, van het ene terras naar de andere binnentuin, versierd met grote waterpartijen en fonteinen.
Weer of geen weer, maar om drie uur in de namiddag lopen de straten van Sevilla leeg. Door de regen is het koel, ideaal om langs de winkeltjes op de verkeersvrije Calle Sierpes te slenteren, maar alles is gesloten. Voor de Sevillanen is de siësta heilig. Wij houden ons aan de Spaanse traditie die tijdens de zomermaanden wellicht meer reden van bestaan heeft en lassen een rustperiode in de koele lobby van ons hotel in. Tegen vijf uur keren we terug naar de Calle Sierpes en de omliggende straatjes.

CORDOBA

Córdoba was de hoofdstad van het Middeleeuwse Kalifaat van Córdoba. Uit die glorietijd zijn talrijke monumenten overgebleven, waarvan de Mezquita het beroemdste voorbeeld is. We parkeren onze wagen en schuilen voor het vlaagje regen bij een lokale kruidenier waar we broodjes, beleg en wat fruit kopen. Ons mondje Spaans komt goed van pas. Onder de brede toegangspoort van de Mezquita zoeken we beschutting tegen de regen. De moskee met zijn honderden zuilen is ronduit schitterend. Vooral de mihrab, een gebedsnis, trekt veel aandacht. Na het bezoek aan de grootste moskee van Europa (enkel de moskee van Mekka is groter) bezoeken we de oude stadskern van Cordoba. Het historische centrum van de stad staat op de Werelderfgoedlijst van de Unesco. De wandeling leidt ons naar de Gualdaquivir. De stad Cordoba spendeert ruim één miljoen euro aan de restauratie van de Romeinse brug die de rivier overspant. Terug in het centrum houden we halt aan de Alcazar. We hebben (te?) lang in de Mezquita vertoefd en zijn te laat om de paleizen te bezoeken. De siësta is heilig en we geraken er vóór vijf uur niet meer binnen. We kunnen enkel een blik op het binnenplein en de omwallingen werpen.

MALAGA

Malaga valt ons wat tegen. De brede boulevards zijn vervallen of in bouwwerven omgetoverd. De haven en zijn industrie werpen een wat grauwe nevel over de badplaats. We trekken dan maar naar het centrum. De kathedraal ligt wat gekneld tussen hoge huizen maar staat toch sierlijk te pronken. Trots is Malaga ook op ‘hun’ Pablo Picasso. In het Museo Picasso Malaga maken we kennis met het vroege werk van de Spaanse kunstenaar. Een tijdelijke exhibitie is gewijd aan het schilderij ‘Le Joie de Vivre’ dat Picasso in Antibes (Côte d’Azur) schilderde. Voortekeningen, schetsen en beeldhouwwerken zijn in een sobere, egaal witte ruimte tentoongesteld. Tientallen foto’s van de kunstenaar versieren de vertrekken. We rusten uit op het binnenplein van het museum met een cappuccino en een stukje taart. De gedachte aan de lange klim naar de Alcazaba, het Arabische fort, put ons vooraf al uit. We vermijden de geseling en blijven in de straatjes met boetieks en winkels rondslenteren. Tot we onze wagen opzoeken en naar ons hotel terugkeren.

GRANADA

Dé trekpleister van Granada is ongetwijfeld het Alhambra. Deze Moorse site, hoog boven het centrum van de stad gelegen, omvat verschillende paleizen en vestingen. Gelukkig reserveerden we toegang tot de Palacios Nazaríes. De UNESCO legt bezoekersquota op en al voor het middaguur waren alle tickets uitverkocht. De tuinen van het Generalife zijn een prachtig voorsmaakje van het Alhambra. De Moorse architectuur, het spel van de weerspiegeling van de gebouwen in de vele waterpartijen en de tuinen zijn verbluffend mooi. We slenteren door de koele ruimtes, zoekend naar bescherming tegen de hevige zon.
In het Alhambra zelf bezoeken we het paleis van Karel V en de ringmuur en torens van de oude vesting, de Alcazaba. De apotheose hebben we voor het laatst gehouden. Ruim anderhalf uur dwalen we door de Palacios Nazaríes, pareltje van de Moorse architectuur. Het paleis van de Nasriden, het hoofdcomplex van het Alhambra, stamt uit de vroege 14e eeuw. Het is een typisch islamitisch paleis met een rechtszaal, openbare vergaderzalen, het koninklijke paleis en vrouwenvertrekken.
an de vier belangrijkste binnenplaatsen en de architectuur van de tussenliggende gebouwen herkennen we het Moorse tuinensysteem. De binnenplaats (Patio de Arrayanes) wordt gevuld door een breed kanaalvormig bassin met kleine fonteinen aan de smalle kanten. Dichtbegroeide mirtenhagen flankeren het bassin. Dergelijke binnenplaatsen waren versierd met weelderige plantengroei, betoverend ruikende bloemen en exotische vogels. In het bassin weerspiegelt zich een statige en van kantelen voorziene toren. Het vele stucwerk en de rijkelijk versierde muren zijn wondermooi en bevatten talloze teksten en gedichten. De Patio de los Leones, waaraan in 1377 onder Mohammed V werd begonnen, wordt omringd door 124 zuilen. Het zijn echter de 12 marmeren leeuwen die de fontein ondersteunen die alle aandacht opeisen. De weelderige plantengroei in de Jardin de Lindaraja is een koele oase waar we de warmte van de dag even ontvluchten. Het bezoek aan het Alhambra wordt afgesloten met een wandeling langs het Palacio del Partal en de ringmuur. Het paleis weerspiegelt in de grote vijver, die omringd wordt door weelderige en exotische plantengroei.

 
Naast dé trekpleister van Granada, het Alhambra, heeft de stad nog veel te bieden. De kathedraal, de Plaza Nueva met de Santa Annakerk en zijn aangename en smalle straatjes, waar je op iedere hoek wel een kerk aantreft. We zijn dan ook in de week bij uitstek om je Andalusië in de religieuze sfeer onder te dompelen. De week tussen Palmzondag en Paaszondag is de Semana Santa Vanuit de verschillende kerken trekken elke dag processies met Christus- en Mariabeelden richting de kathedraal. De nazarenos zijn gehuld in kapmantels die wel erg veel aan de Ku Klux Klan doen denken, maar de rode, zwarte of blauwe kapmantels verbergen de identiteit van de boeteling die enkel God mag kennen.
Mensen, jong en oud, troepen samen op de Plaza Nueva, slenteren langs de vele kraampjes die religieuze artikelen verkopen of trekken huiswaarts met grote takken palm. Een jonge Chinees geeft onder het goedkeurende oog van de lokale Statler en Waldorf het beste van zichzelf. I am from Hong Kong and study in Europe, vertrouwt hij ons toe. Met zingen probeert hij wat zakgeld te verdienen.

RONDA

We rijden naar het zuiden, naar de kust. De hoge met sneeuw bedekte toppen van de Sierra Nevada schuiven ten oosten van ons voorbij. Het is prachtig weer en de zon schittert in de Middellandse Zee. Ter hoogte van Marbella, de mondaine badplaats, trekken we terug landinwaarts. We houden er op de steile hellingen, hangend achter enkele vrachtwagens, noodgedwongen een slakkentempo op na. Het geeft ons de kans om de bouwwoede van Marbella die hier duidelijk heeft toegeslagen, te bewonderen.
Tegen de middag bereiken we Ronda. Deze voormalige hoofdstad van Andalusië ligt op een heuvel en torent hoog boven de Serrano de Ronda uit. We nemen er onze intrek in de Parodores de Ronda. Het is een schitterend hotel met een fantastische ligging. Vanuit onze kamer zien we de brug en de vallei liggen.
s’ Avonds wordt een verrukkelijk diner geserveerd. We zijn blij dat we vooraf gereserveerd hebben. Verschillende hotelgasten moeten ontgoocheld afdruipen. We wandelen naar de Puente Nuevo. De brug geldt als hét symbool en de trekpleister van Ronda. We zoeken de weg naar de lager gelegen balkons. Het uitzicht op de vallei en de brug is verbluffend. De Puente Nuevo is een van de meest gefotografeerde bouwwerken in Spanje. Een behulpzame Spaanse toerist vereeuwigt ons met de brug als achtergrond. Vanaf de achttiende eeuw begon het stierenvechten steeds belangrijker te worden in de omgeving van Ronda. In 1784 werd er een Plaza de Toros gebouwd, de oudst nog bestaande arena van Spanje. We bezoeken de vermaarde tempel van het stierengevecht. De beroemde torero Pedro Romero werd in Ronda geboren en won hier veel gevechten, vertrouwt de gids ons toe. We hebben spijt dat we maar één nacht in Ronda geboekt hebben. Hier is veel te beleven. De omgeving is prachtig.

PUEBLOS BLANCOS

Via Algodonales rijden we naar Zahara de la Sierra. In de verste zien we de kasteelruïne liggen. We rijden over de spectaculaire bergpas Puerto de las Palomas naar Grazalema. We rijden steeds hoger en moeten door de wolken heen. De klim vergt heel wat stuurmankunst maar de inspanning wordt beloond met een magnifiek zicht op het enorm grote stuwmeer Embalse de Zahara. De smalle weg is niet geschikt voor mensen met hoogtevrees. Het uitzicht op de Sierra is het (angst)zweet in onze handen echter meer dan waard. Op een mirador bekijken we de omgeving. Enkele arenden zweven hoog in de lucht en krijsen luidkeels. Het natuurschoon is onbeschrijfelijk. Het uitzicht op de Sierra de Grazalema en de verre omgeving is wondermooi. In Grazalema willen we onze dorst lessen op een zonovergoten terras. De dorpelingen hebben zich echter verschanst achter de dikke witte muren van hun huizen. Meer dan een gekoeld drankje uit een automaat krijgen we niet te pakken. We vervolgen onze tocht via El Bosque naar Arcos de la Frontera. In de late namiddag bereiken we de sherrystreek van Spanje, de driehoek Jerez de la Frontera-Cadiz-El Puerto de Santa Maria, waar we onze intrek in de Monastir San Miguel.

EL ROCÍO EN HET NATIONALE PARK DONANA

Even ten oosten van Huelva verlaten we de autosnelweg. We rijden naar het bezoekerscentrum van het Parque Nacional de Doñana in Acebuche. We willen een excursie naar het 52.000 hectare groot nationale park boeken. Het park bestaat uit duinen, strand, zee, moerassen en bossen in de delta van de Guadalquivir. We hebben echter geen geluk. Alle excursies zijn volgeboekt. Het is niet mogelijk het park op eigen houtje te bezoeken. In het aangrenzende gebied kunnen we wel wandelen. Het was ooit het jachtterrein (coto) van Doña Anna. Het Parque Nacional de Doñana is het grootste vogelreservaat van Europa. Veel vogels strijken hier neer na hun oversteek vanuit Afrika over de Middellandse Zee. We zien enkele ooievaars die met wijde vleugels op de luchtstromen drijven.
We parkeren onze wagen aan de rand van El Rocío. De straten zijn breed, maar allemaal met zand bedekt. Het dorp straalt een onbeschrijfelijke en speciale sfeer uit. We wandelen door de zanderige straten naar de mooie bedevaartkerk. Veel huizen zijn leeg. Dat zijn de hermandades, een soort hotel, beheerd door broederschappen uit verschillende plaatsen in Spanje.
Binnen zes weken (Pinksteren) krioelt het hier van de bedevaarders. Met huifkarren, getrokken door ossen en paarden (en ook wel met bussen) zakken de Spanjaarden naar El Rocío af. Het dorp groeit dan gedurende een week tot een ware stad uit. Het hoogtepunt van de bedevaart is het ronddragen van de Heilige Maagd door het dorp. Nu is het echter rustig. Het dorp grenst aan de moerassen van het Parque Nacional Doñana. We zien alleterreinwagens door het zand scheuren en kijken verbaasd naar de tientallen flamingo's, reigers en wilde paarden.

UITRUSTEN AAN DE SPAANSE COSTA

De laatste twee dagen van ons verblijf in Andalusië verblijven we in El Rompido. Het onooglijke vissersdorpje is tot een complex met hotels, een eigen jachthaven en een niet te versmaden golfterrein omgebouwd.
Wij verblijven er in het smaakvol ingerichte hotel Fuerte El Rompido. We sluiten onze vakantie af aan het zwembad van het hotel. De krachtige zonnestralen martelen onze onbeschermde huid. We zoeken bescherming in de schaduw van de parasol en rusten uit van de tiendaagse rondrit door het zuiden van Spanje.
Hasta pronto, España. Hasta la próxima, Andalucía.